Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2021
Op 10 november1 jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat een onderzoeker van Deloitte Forensic & Dispute
Services B.V. (hierna: het onderzoeksbureau) – dat onderzoek doet naar de inkoop van
persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) – een notitieboek over dit onderzoek is kwijtgeraakt.
In deze brief heb ik bericht dat ik uw Kamer zou informeren over de gevolgen van dit
datalek voor het vervolg van het onderzoek. Hierbij licht ik u de laatste stand van
zaken toe en ga ik ook in op de reactie van mijn ministerie op de brief van het onderzoeksbureau
van 10 november jl.
Allereerst wil ik u informeren dat het onderzoeksbureau mij heeft bericht dat het
vermiste notitieboek terecht is. De anonieme vinder heeft het boek geretourneerd aan
het onderzoeksbureau. Zowel voor de direct betrokkenen als de voortgang van het onderzoek
is dit een positieve ontwikkeling.
Gevolgen vervolg onderzoek
Op verzoek van mijn ministerie heeft er op 18 november jl. een gesprek met het onderzoeksbureau
plaatsgevonden. In dit gesprek zijn de partijen ingegaan op het incident waarbij het
Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) zijn ongenoegen en teleurstelling
over het incident heeft uitgesproken en met name over de initiële afwikkeling hiervan
door het onderzoeksbureau. Het onderzoeksbureau heeft zijn excuses aangeboden en heeft
tevens erkend dat het tekort is geschoten in de initiële afhandeling. Om waarborgen
te verkrijgen voor een adequate afhandeling van het incident en het vervolg van het
onderzoek zijn het onderzoeksbureau en mijn ministerie een aantal voorwaarden overeengekomen.
Het onderzoeksbureau zegt hierin mede toe dat het de afwikkeling van dit datalek op
een manier laat plaatsvinden die recht doet aan de privacyrechten van betrokkenen
én aan de contractuele relatie tussen het ministerie en het onderzoeksbureau. Deze
afspraken zijn bevestigd in een brief namens VWS aan het onderzoeksbureau en vindt
u terug als bijlage bij deze brief2.
Verder is in het gesprek tussen het onderzoeksbureau en VWS op 18 november jl. ook
de brief van het onderzoeksbureau aan VWS van 10 november jl. besproken. Deze brief
heb ik ook als bijlage bijgevoegd3.
In de brief aan het onderzoeksbureau reageert mijn ministerie mede op een aantal passages
uit voornoemde brief van het onderzoeksbureau dat betrekking heeft op de afweging
om al dan niet een melding te doen bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Op grond van de toezeggingen die het onderzoeksbureau heeft gedaan – zoals vastgelegd
in de bijgevoegde brief – heb ik besloten dat het onderzoeksbureau het onderzoek naar
de inkoop van PBM kan continueren. Ik vertrouw erop dat hiermee voldoende waarborgen
zijn gesteld om het onderzoek te vervolgen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis