32 716 Evaluatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA)

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2018

Tijdens het dertigledendebat over de aanscherping van de criteria voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 4 oktober jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 9, item 4) heeft uw Kamer het Kabinet middels de motie van het lid Pieter Heerma1 c.s. verzocht om met werknemers en werkgevers te spreken over maatregelen rond loondoorbetaling bij ziekte en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en daar, binnen de budgettaire kaders, afspraken over te maken. Onlangs heb ik uw Kamer laten weten dat deze gesprekken langer duurden dan verwacht in verband met onderhandelingen op het pensioendossier2. Met deze brief wil ik u informeren over de uitkomst van de gesprekken.

Nieuwe balans in afspraken over ziekte en arbeidsongeschiktheid

In het regeerakkoord zijn afspraken opgenomen over loondoorbetaling bij ziekte en de WIA. Met deze maatregelen beoogde het kabinet de last te verminderen die werkgevers ervaren door de loondoorbetalingsverplichting en betere prikkels richting werk te introduceren in arbeidsongeschiktheidsregelingen. Sociale partners zijn uitgenodigd om binnen de budgettaire kaders met werkbare alternatieven voor deze maatregelen te komen.

In het geval van loondoorbetaling bij ziekte besloot het Regeerakkoord tot het collectiviseren van het tweede ziektejaar, waarbij ook een aantal re-integratieverplichtingen door het UWV wordt overgenomen, het aanpassen van de sanctioneringsbevoegdheid van UWV en verkorting van de periode waarvoor premiedifferentiatie geldt in de regeling Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA) van tien jaar naar vijf jaar. Deze maatregelen beoogden tegemoet te komen aan de zorgen van werkgevers over de loondoorbetalingsverplichting.

In het geval van de WIA sprak het Regeerakkoord onder andere over het aanpassen van het schattingsbesluit en het invoeren van een inkomenseis voor (toekomstige) arbeidsongeschikten die tussen de 80 en 99 procent arbeidsongeschikt zijn bevonden (WGA80-99). Deze maatregelen zouden de drempel om gedeeltelijk- of geheel arbeidsongeschikt te worden verklaard verhogen en een strenger regime voor sommige arbeidsongeschikten introduceren. Door de combinatie van maatregelen op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte en WIA zouden beide doelstellingen – het verminderen van verplichtingen en het bieden van betere prikkels aan arbeidsongeschikten – in balans blijven.

Deze combinatie van maatregelen in het regeerakkoord ontmoette weinig draagvlak van de sociale partners. Op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte ben ik op verzoek van en samen met werkgevers gekomen tot een alternatief pakket aan maatregelen dat de verplichtingen rond loondoorbetaling makkelijker, duidelijker en goedkoper maakt. Daarmee komt het beter tegemoet aan de knelpunten van werkgevers dan de maatregelen die in het regeerakkoord waren opgenomen. Ik heb gesprekken gevoerd met werkgevers en met werknemers over het inkorten van de periode van WGA premiedifferentiatie en over de regeerakkoordmaatregel die de sanctioneringsbevoegdheid van UWV aanpast, na deze gesprekken heeft het kabinet besloten deze beide maatregelen te laten vervallen.

Het nieuwe pakket maatregelen rondom loondoorbetaling bij ziekte heeft het kabinet ertoe gebracht om de balans in de regeerakkoordmaatregelen opnieuw te bezien. Daarbij hebben we ook meegenomen dat de verwachte instroom in de WIA lager is door de nieuwe afspraken op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte. Het kabinet heeft overeenstemming bereikt met werknemers over het afzien van de voorgenomen aanscherping van het schattingsbesluit en het invoeren van een inkomenseis voor de WGA80-99. Tegelijkertijd wil het kabinet zich inzetten om de arbeidsparticipatie van geheel- en gedeeltelijk arbeidsongeschikten te bevorderen. Deze veranderingen worden hieronder toegelicht.

Loondoorbetaling bij ziekte

Werkgeversorganisaties gaven aan dat de maatregelen die in het regeerakkoord zijn voorgenomen, onvoldoende tegemoetkomen aan de knelpunten die zij ervaren. Daarnaast heb ik kennisgenomen van de bezwaren van werknemersorganisaties, die bezorgd waren over de impact die de maatregelen zouden hebben op de re-integratie van zieke werknemers. De zorgen van werkgevers rond loondoorbetaling bij ziekte zijn daarnaast ook een probleem voor werknemers, omdat die zorgen regelmatig terugkomen als belangrijke reden om werknemers geen vast contract te geven.

Het pakket dat ik met werkgevers ben overeengekomen maken de verplichtingen op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte makkelijker, duidelijker en goedkoper. Daartoe wordt onder andere een MKB-verzuim-ontzorgverzekering geïntroduceerd, krijgt het medisch advies van de bedrijfsarts een leidende rol als de re-integratie-inspanningen van werkgever worden getoetst3 en voorziet het kabinet in een premiekorting van in totaal € 450 mln, waar met name kleine werkgevers van profiteren. De bovengenoemde regeerakkoordmaatregelen op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte komen daarmee te vervallen. In mijn brief over loondoorbetaling bij ziekte van 20 december 2018 licht ik de afspraken met werkgevers nader toe (Kamerstuk 29 544, nr. 873).

WIA

Het regeerakkoord bevat vier maatregelen met betrekking tot de WIA: het aanpassen van het schattingsbesluit, de inkomenseis voor WGA80-99, het besluit een arbeidsongeschikte tot vijf jaar na werkhervatting niet meer te herkeuren en een experiment met scholingsaanbod voor arbeidsongeschikten. Werknemers hebben onder andere aangegeven dat de WIA-maatregelen over het schattingsbesluit en de loonaanvulling voor WGA 80-99 bij hen op grote weerstand stuit.

De aanpassing van het schattingsbesluit zou als gevolg hebben dat minder mensen arbeidsongeschikt verklaard worden. Voor mensen die langdurig ziek zijn zou het moeilijker worden om geheel- of gedeeltelijk arbeidsongeschikt te worden verklaard4.

De inkomenseis voor WGA80-99 zorgt ervoor dat ook gedeeltelijk arbeidsongeschikten met een relatief hoog arbeidsongeschiktheidspercentage aan een inkomenseis moeten voldoen om een hogere uitkering te krijgen. Dat geeft deze groep een sterkere prikkel tot werken, maar ook een lagere uitkering.

Het besluit om het verdienvermogen van arbeidsongeschikten in de eerste vijf jaar na werkhervatting niet meer te herbeoordelen, maakt het voor arbeidsongeschikten aantrekkelijker om te werken. Arbeidsongeschikten die proberen het werk te hervatten lopen nu het risico op een herbeoordeling die als gevolg kan hebben dat hun uitkering structureel lager wordt, terwijl nog niet duidelijk is of werken structureel vol te houden is. Met deze maatregel wordt dat risico weggenomen.

Tenslotte bevat het regeerakkoord een experiment met scholing voor arbeidsongeschikten en extra geld voor persoonlijke ondersteuning vanuit het UWV.

In de herweging van de beleidsvoornemens op het gebied van ziekte en arbeidsongeschiktheid, heeft het kabinet na overleg met de werknemersorganisaties besloten af te zien van de bezuinigingen op de WIA, te weten:

  • Aanpassing schattingsbesluit

  • Invoeren van de inkomenseis voor WGA 80-99

Daarbij speelde mee dat deze beide maatregelen een kwetsbare groep treffen, en dat ook een groep geraakt wordt die niet gevoelig is voor extra financiële prikkels tot werken5.

Daarnaast is met werknemers afgesproken dat er een werkgroep in de Stichting van de Arbeid gestart wordt met vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en van mijn departement die zal onderzoeken hoe (in principe binnen de huidige budgettaire kaders) de arbeidsparticipatie van volledig- en gedeeltelijk arbeidsongeschikten kan worden verhoogd. Onderwerpen die hierbij onder andere aan de orde komen zijn: ondersteunende instrumenten, wijze van vaststellen mate van arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeschiktheidscriterium, dienstverlening aan mensen die WGA 35min zijn geworden en scholing.

Het kabinet vindt het van belang dat WGA-gerechtigden zoveel mogelijk deelnemen aan het arbeidsproces. Daarom heeft het kabinet besloten dat de andere regeerakkoordmaatregelen (niet herbeoordelen van een arbeidsongeschikte tot vijf jaar na werkhervatting en experiment met scholingsaanbod voor arbeidsongeschikten) wel doorgang vinden.

Tot slot

Het nieuwe pakket aan maatregelen voor loondoorbetaling bij ziekte en WIA blijft binnen de in het regeerakkoord gestelde budgettaire kaders passen. Ik zal uw Kamer in de begroting 2020 informeren over de budgettaire uitwerking van het pakket.

Het nieuwe pakket zorgt voor een verwachte instroom in de WIA die vergelijkbaar is met het regeerakkoord. Het werkgelegenheidseffect van de nieuwe maatregelen is naar verwachting beperkt. Daarnaast investeert het kabinet in de arbeidsmarktkansen van deze groep door te experimenteren met scholing en geeft het kabinet arbeidsongeschikten meer zekerheid bij het zoeken naar een baan door in de eerste vijf jaar na het aanvaarden van een baan, niet te toetsen of het verdienvermogen van de werkhervatter is gewijzigd. Ik verwacht door de maatregelen op het terrein van loondoorbetaling bij ziekte een belangrijke barrière voor werkgevers weg te nemen om werknemers een vast contract te geven.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 32 716, nr. 33.

X Noot
2

Kamerstuk 32 716, nr. 35.

X Noot
3

Deze maatregel wordt uiterlijk 4 jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

X Noot
4

Op dit moment moet het UWV ten minst drie functies met elk drie arbeidsplaatsen kunnen duiden om iemand niet arbeidsongeschikt te verklaren. Het RA stelt voor om die eis te verlagen: negen arbeidsplaatsen zou voldoende zijn, ongeacht de verdeling over een aantal functies.

X Noot
5

Kamerstuk 29 544, nr. 780; IBO Geschikt voor de arbeidsmarkt (p. 75).

Naar boven