Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2013
In het algemeen overleg met uw Kamer over piraterijbestrijding d.d. 16 januari jl.
(Kamerstuk 29 521, nr. 203) is gesproken over berechting van verdachten van piraterij in de regio. Naar aanleiding
van vragen van het lid Ten Broeke (VVD) heeft de minister van Buitenlandse Zaken (BZ)
toegezegd uw Kamer schriftelijk in te lichten over de door Nederland voor berechting
aan de regio overgedragen verdachten van piraterij. Met deze brief doe ik deze toezegging
mede namens de minister van BZ, in vervolg op mijn eerdere brief d.d. 29 juni 2012
(Kamerstuk 32 706, nr. 31), gestand.
De Nederlandse regering streeft er zoals bekend naar verdachten van piraterij, en
hun financiers, zoveel mogelijk te (laten) berechten in de eigen regio. Daartoe steunt
Nederland (internationale) inspanningen gericht op het uitbreiden van justitiële en
detentiecapaciteit in de regio. Zo levert Nederland onder meer een personele en een
financiële bijdrage van in totaal € 3,3 mln. aan de inspanningen van het United Nations
Office on Drugs and Crime (UNODC). De UNODC coördineert en initieert de ontwikkeling
van regionale justitiële en detentiecapaciteit, waaronder het zogenaamde Piracy Prisoner
Transfer Programme. Dit programma faciliteert het overbrengen van veroordeelde piraten
uit onder meer de Seychellen, op vrijwillige basis, naar Somalië en draagt bij aan
de bouw van detentiefaciliteiten in Puntland, een regio van Somalië.
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties rapporteert periodiek over de stand
van zaken met betrekking tot onder meer de berechting van verdachten van piraterij.
Uit de laatste rapportage d.d. 22 oktober 2012 (Report of the Secretary-General pursuant to Security Council resolution 2020 (2011)) volgt dat tot dusver 21 staten in totaal 1186 verdachten van piraterij (voor de
kust van Somalië) hebben vervolgd of vervolgen. Het merendeel van deze vervolgingen
(ca. 85%) vindt plaats in de regio: in Somalië zelf, maar ook in bijvoorbeeld Kenia,
Jemen, Oman, en de Seychellen. In Nederland zijn 19 Somalische piraten berecht en
worden vier verdachten vervolgd. Tien verdachten zijn aan Duitsland overgedragen en
daar veroordeeld. De Seychellen vervolgen 26 piraten die door Nederlandse marineschepen
werden onderschept. Oman vervolgt zeven piraten die door een Nederlands marineschip
werden onderschept. Spanje, tot slot, vervolgt zes piraten die door een Nederlands
marineschip werden onderschept.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten