32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2017

In het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) worden maatregelen uitgevoerd om in 2001 en 2006 afgekeurde primaire waterkeringen weer aan vigerende waterveiligheidsnormen te laten voldoen. In het HWBP-2 werken de Waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid en de inpassing van de dijk- en kustverbeteringen in de omgeving.

Sinds maart 2011 is het programma aangewezen als Groot Project en wordt uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van het HWBP-2 programma. In dat kader bied ik u hierbij de elfde voortgangsrapportage (VGR11) van het HWBP2 aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 juli 2016 tot en met 31 december 2016.

Ik ben verheugd te kunnen melden dat er in de afgelopen periode weer veel voortgang is geboekt. Op dit moment bevindt zich nog één project in de planstudiefase en twaalfprojecten in de realisatiefase. De ontwikkelingen laten zien dat het HWBP-2 volop in uitvoering is.

Waar mogelijk worden daarbij innovatieve oplossingen gebruikt, zoals de toepassing van een flexibele kering bij het project Spakenburg. Deze unieke kering komt vanzelf omhoog bij opkomend water en gaat de historische stadskern beschermen. Daarnaast hebben investeringen vanuit het innovatiebudget HWBP-2 geleid tot oplevering in deze verslagperiode van nieuwe kennis over grond en klei en ontwerpvoorschriften voor het ontwerpen van damwanden.

Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 10e VGR

Planning

Het HWBP-2 vordert gestaag en inmiddels zijn 74 van de 87 projecten gerealiseerd. In de verslagperiode zijn vijf mijlpalen bereikt. Bij drie projecten is einde realisatie bereikt. Het betreft de oplevering van het project Zwakke Schakel West Zeeuws-Vlaanderen en de versnelde oplevering van de dijkversterkingsprojecten Waddenzeedijk Friese Kust en Hoeksche Waard Noord. Bij project Hoogwaterkering Den Oever is de realisatie gestart, daarnaast wordt voor het project Houtribdijk de definitieve opdrachtverstrekking medio maart 2017 verwacht.

Risico’s

In deze verslagperiode is het risicoprofiel licht afgenomen doordat meer projecten in de afrondende fase zijn. De verwachting is dat de resterende risicoreservering voldoende is om de risico’s die nog kunnen optreden in deze fase van het programma, te dekken.

Financiën

De actuele programmaraming van HWBP-2 bedraagt op peildatum 31 december 2016 € 2.632 miljoen en past binnen het programmabudget van € 2.707 miljoen. De raming is daarmee per saldo afgenomen met € 48 miljoen ten opzichte van de vorige verslagperiode.

De dalende trend in de programmaraming heeft zich, volgens verwachting, verder doorgezet. Het programma bevindt zich inmiddels in de fase dat de nagenoeg alle projecten in realisatiefase zijn. Hierdoor is het mogelijk om een meer actueel beeld van de programmaraming en actuele projectrisico’s te verkrijgen. Evenals in 2015 en 2016 verwacht ik dat er als gevolg van de dalende trend in de programmaraming budget kan vrijvallen en volgens de bestuurlijk afgesproken verdeelsleutel kan worden ingezet bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma (2/3 deel) en voor de waterveiligheidsopgave in het Deltafonds (1/3 deel). Dit wordt aan u voorgelegd in de ontwerpbegroting 2018.

Nu het programma – op één project na – in de uitvoering is wordt, conform de werkwijze bij andere waterveiligheidsprogramma’s in de uitvoeringsfase, de grondslag voor de programmaraming sinds deze verslagperiode gebaseerd op de door de beheerders afgegeven projectprognoses in plaats van de door het programmabureau getoetste projectramingen. Vanaf de start realisatie geeft de prognose namelijk een actueler beeld van wat de uiteindelijke projectuitgaven zullen worden en wijzigt de projectraming niet, tenzij er een Verzoek tot Wijziging (VtW) wordt doorgevoerd. De doorvertaling van deze gewijzigde grondslag is verwerkt in de programmaraming bestaande uit de raming van de projecten en de raming van het programma onvoorzien.

Scope

In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.

Ontwikkelingen na de verslagperiode

De start realisatie van het project Markermeerdijk Hoorn–Edam–Amsterdam is vertraagd omdat er meer tijd nodig is voor afstemming met de omgeving om tot een gedragen oplossing te komen. Dit leidt ertoe dat de beschikking (C3b) niet in 2017, maar in 2018 wordt voorzien. Dit leidt tot een kaseffect in 2017 welke doorwerkt in de reeks in de opvolgende jaren. De verwerking hiervan vindt plaats in de begroting.

Het project Waddenzeedijk Friese Kust is eind 2016 afgerond. Echter, begin dit jaar is geconstateerd dat er sprake is van loslatende bekleding in de vorm van losliggende stenen. Er vindt onderzoek plaats naar de omvang van de schade op basis waarvan kan worden ingeschat welke impact dit zal hebben op de finale afronding van het project.

Het HWBP-2 richt zijn krachten nu op het laatste deel van de opgave. De voortgangsrapportages Maaswerken (Kamerstuk 18 106, nr. 239) en Ruimte voor de Rivier (Kamerstuk 30 080, nr. 85) geven samen met deze rapportage inzicht in de voortgang die we maken voor de hoogwaterbescherming in heel Nederland.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven