Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2014
Bij brief van 21 oktober 2014 heeft de vaste commissie voor Financiën mij verzocht
de Kamer nader te informeren over de planning van het wetsvoorstel ter implementatie
van de Europese richtlijn jaarrekening 2013/34/EU. Ook vraagt de commissie naar de
nieuwe vrijstellingsgrens voor bedrijven.
De richtlijn jaarrekening dient op 20 juli 2015 in nationale wetgeving te zijn omgezet.
Zoals in mijn brief van 3 oktober jl. naar aanleiding van de moties van het lid Van
Vliet en van de leden Van Hijum en De Vries, die zijn ingediend en aangehouden tijdens
het VAO Accountancy van 20 mei 2014 (Kamerstuk 32 681, nr. 12) vermeld, streef ik ernaar voor het einde van dit jaar een wetsvoorstel ter uitvoering
van de richtlijn voor te leggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Ik verwacht dat het wetsvoorstel begin 2015 bij de Tweede Kamer kan worden ingediend.
De richtlijn jaarrekening biedt de mogelijkheid om de huidige drempelwaarden waarmee
de verschillende categorieën van kleine, middelgrote en grote ondernemingen worden
vastgesteld, te verhogen. Deze vaststelling geschiedt aan de hand van het balanstotaal,
de netto-omzet en het aantal werknemers van de onderneming. Op grond van de richtlijn
kunnen lidstaten ervoor kiezen de drempelwaarden van het balanstotaal en de netto-omzet
voor kleine ondernemingen te verhogen van € 4,4 miljoen tot € 6 miljoen respectievelijk
van € 8,8 miljoen tot € 12 miljoen. Voor middelgrote ondernemingen kan het balanstotaal
van € 17,5 miljoen worden verhoogd naar € 20 miljoen en de netto-omzet van € 35 miljoen
naar € 40 miljoen.
Een verhoging van de drempelwaarden heeft tot gevolg dat een aantal ondernemingen
dat nu als groot wordt aangemerkt, middelgroot wordt, en een aantal middelgrote ondernemingen
als kleine ondernemingen wordt aangemerkt. Deze ondernemingen zullen dan gebruik kunnen
maken van de vrijstellingen die voor deze categorieën ondernemingen gelden, zoals
de vrijstelling van de accountantscontrole voor kleine ondernemingen. Zoals mijn brief
van 3 oktober jl. vermeldt, sta ik in beginsel positief tegenover aanpassing van de
drempelwaarden, gezien de lastenverlichting voor de ondernemingen die hieruit voort
kan vloeien. In het wetsvoorstel dat ter beoordeling aan Uw Kamer zal worden voorgelegd,
zal als uitgangspunt worden genomen om de lastenverlichting die de richtlijn op dit
punt biedt, zoveel mogelijk te benutten.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten