32 678 Defensie Materieel Organisatie (DMO)

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2014

De vaste commissie voor Defensie heeft mij in haar brief van 19 december jl. verzocht te reageren op het ANP-artikel «Militair vast voor diefstal 3.000 goederen uit kazerne» van 13 december 2013.

In 2012 heeft mijn ambtsvoorganger het integriteitsbeleid van Defensie aangescherpt op grond van de aanbevelingen van de commissie-De Veer (zie Kamerstukken 32 678, nr. 20 van 16 maart 2012 en nr. 25 van 25 mei 2012). Het beleid is erop gericht het risico van integriteitsschendingen te beperken en deze schendingen juist en zorgvuldig af te handelen en ervan te leren, als deze toch voorkomen. Defensie beschikt hiertoe over een uitgebreid integriteitszorgsysteem. Risicoanalyses worden gebruikt om kwetsbare organisatiedelen en processen te identificeren. Met behulp daarvan worden commandanten en leidinggevenden nog beter in staat gesteld gepaste maatregelen te nemen om incidenten zoals deze te voorkomen.

Uiteraard betreur ik dit incident zeer. Aan de militair in kwestie is inmiddels op eigen verzoek ontslag verleend. Het strafrechtelijk onderzoek van de Koninklijke Marechaussee bevindt zich in de eindfase, maar is nog gaande. Ik zal op grond van de uitkomsten van het onderzoek bezien of er aanleiding is voor gerichte maatregelen of een aanpassing van het integriteitsbeleid om het risico verder in te perken.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven