32 676 Wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede uitbreiding van de reikwijdte ervan en wijziging van enige andere wetten (Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN DE LEDEN HENNIS-PLASSCHAERT EN ÇÖRÜZ TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 14 maart 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I komt onderdeel G als volgt te luiden:

G

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «, indien dit in de desbetreffende subsidieregeling is bepaald».

2. Het derde lid vervalt.

II

In artikel I komt onderdeel H als volgt te luiden:

H

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «, voorzover het een krachtens het tweede lid aangewezen inrichting of bedrijf betreft,».

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en derde lid, komt het tweede lid (oud) te vervallen.

3. Het derde lid (nieuw) komt als volgt te luiden:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een gemeentelijke ontheffing.

Toelichting

Het benoemen van sectoren ten aanzien waarvan de Wet Bibob van toepassing is, kent het risico dat criminele activiteiten worden verplaatst naar sectoren die buiten de toepassing van de wet vallen.

Dit amendement voorziet in een beperkte loslating van sectoren. In het huidige artikel 6 van de Wet Bibob wordt gesteld dat een subsidie aan een rechtspersoon of aan een natuurlijke persoon alleen kan worden geweigerd dan wel ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 (waarin wordt gesteld dat intrekking bijvoorbeeld kan plaatsvinden indien ernstig gevaar bestaat dat de subsidie gebruikt wordt voor het plegen van strafbare feiten) indien dit in de desbetreffende subsidieregeling is bepaald. Deze voorwaarde komt te vervallen.

Artikel 7 van de Wet Bibob betreft gemeentelijke vergunningen. Vergunningen kunnen alleen worden ingetrokken door toepassing van artikel 3 van de wet indien het bedrijf of de inrichting is aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Ook dit vereiste komt te vervallen. Ten gevolge hiervan komt uiteraard ook de voorhangbepaling te vervallen die is verbonden aan artikel 7, tweede lid.

Hennis-Plasschaert Çörüz


X Noot
1

Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.

Naar boven