32 647 Levensbeëindiging

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2013

Bij brief van 1 november (Kamerstuk 32 647, nr. 17) heb ik u geïnformeerd over de gang van zaken met betrekking tot het onderzoek rond het handelen van huisarts Tromp, verbonden aan huisartsenpraktijk Tuitjenhorn.

In die brief heb ik aangegeven van mening te zijn dat de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) en het Openbaar Ministerie (OM) in deze gevoelige zaak juist en met respect voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen gehandeld hebben. Ik heb echter ook geconstateerd dat deze zaak aanleiding is geweest tot veel discussies in het veld en ook heeft geleid tot onrust in de samenleving. Ik heb daarom besloten een onafhankelijke evaluatie te laten doen van het handelen van alle betrokken instanties in de zaak Tuitjenhorn. De evaluatie betreft onder andere het optreden van het Academisch Medisch Centrum (AMC) en de IGZ alsmede dat van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). Ook het handelen van het OM maakt onderdeel uit van de evaluatie.

De externe evaluatie zal pas starten nadat de IGZ het recent hervatte calamiteitenonderzoek in de zaak Tuitjenhorn volledig heeft afgerond. Naar verwachting zal dit onderzoek circa drie maanden in beslag nemen. De precieze onderzoeksopdracht en de samenstelling van de evaluatiecommissie zullen de komende periode worden vastgesteld. Ik zal de Kamer daarover te zijner tijd nader informeren.

Ik vertrouw erop u hiermee afdoende te hebben geïnformeerd.

Mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven