32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 189 MOTIE VAN HET LID KARABULUT

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Turkije op 20 januari de aanval heeft geopend op het

overwegend Koerdische Afrin in het noorden van Syrië;

constaterende dat de Turkse claim van zelfverdediging als rechtvaardiging voor deze interventie niet is onderbouwd;

constaterende dat als gevolg van het Turkse militaire optreden reeds meer dan 100 burgerslachtoffers zijn gevallen en duizenden op de vlucht zijn geslagen in een gebied waar het eerder relatief rustig was;

constaterende dat er veel aanwijzingen zijn dat het Turkse leger in het noorden van Syrië samenwerkt met jihadistische organisaties;

overwegende dat de Koerden in Syrië de belangrijkste bondgenoten voor het Westen zijn in de strijd tegen Islamitische Staat (IS) en er berichten zijn dat Koerdische strijders het front tegen IS verlaten vanwege de Turkse inval;

van mening dat de Syrische bevolking geen behoefte heeft aan nog een strijdtoneel in de reeds zeer gecompliceerde oorlog waarin allerlei andere landen zich direct dan wel indirect militair hebben gemengd;

verzoekt de regering, het Turkse militaire optreden in het noorden van Syrië te veroordelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Naar boven