Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2011
Bij brief van 29 april 2010 (Kamerstuk 32 123 XVI, nr. 132) heeft de vorige minister van VWS u geïnformeerd over zijn visie op de vrije prijsvorming in de mondzorg. Vanwege de toentertijd
demissionnaire status van het kabinet heeft hij besloten om een definitief oordeel aan zijn opvolger over te laten.
Inmiddels heb ik besloten om de invoering van de vrije prijsvorming voor de mondzorg per 2012 na te streven, mits voldaan
is aan de noodzakelijke voorwaarden op het gebied van transparantie. Aanvullend aan de eisen die bij brief van 29 april 2010
aan uw Kamer zijn verwoord, is dat in de wachtkamer aan de patiënt duidelijk kenbaar wordt gemaakt wat de bevoegdheden en
bekwaamheden zijn van degenen die in de praktijk werkzaam zijn.
Het is voor mij essentieel dat patiënten, in een situatie van vrije prijsvorming, goed en helder worden geïnformeerd over
prijs, kwaliteit en prestatie. Ik hecht daar met name aan, omdat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), tekortkomingen in deze
transparantie heeft geconstateerd. Inmiddels is vanuit mijn ministerie met de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der
Tandheelkunde, als grootste koepel binnen de sector, overleg gevoerd over de transparantie die moet zijn bereikt, alvorens
definitief over de invoering van de vrije prijsvorming te besluiten (zie bijgaande brief)1. Ik wil uiterlijk in juni 2011 de balans opmaken en op grond daarvan nader besluiten over de invoering van de vrije prijsvorming
per 1 januari 2012 en in welke hoedanigheid (wel of niet proefsgewijze) dit gaat geschieden. Over dit besluit zal ik u dan
nader inlichten.
Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers