32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2014

Met verwijzing naar mijn brief (Kamerstuk 32 605, nr. 150) van heden betreffende het nieuwe Relief fund voor 2014–2017 ad euro 570 miljoen kan ik uw Kamer inzake de verdeling van de fondsen ad euro 100 miljoen voor 2014 als onderstaand berichten. Tevens wordt in deze brief voldaan aan het verzoek van de Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om te worden geïnformeerd over nog resterende financiële middelen onder het reguliere humanitaire hulpbudget, zoals gevraagd in de brief van 4 september 2014. Ook wordt ingegaan op het verzoek van de Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 4 september voor een extra Nederlandse bijdrage voor de bestrijding van ebola. Tenslotte wordt gereageerd op vragen van het lid-Voordewind tijdens het mondelinge vragenuur op 2 september inzake humanitaire hulp aan Noord-Irak.

Verdeling van euro 100 miljoen voor 2014 uit nieuw noodhulpfonds

In het nieuwe noodhulpfonds is voor 2014 in principe een bedrag van euro 100 miljoen opgenomen. Met deze euro 100 miljoen uit het fonds is het kabinet in staat om nog dit jaar een substantiële bijdrage te leveren aan de hulpverlening aan de vijf grootste humanitaire crises, die door de VN zijn uitgeroepen tot L-3 crisis. De keuze voor deze vijf crises laat onverlet dat ook andere crises nauwgezet worden gevolgd. Een voorbeeld is Soedan, waar de humanitaire noden op dit moment sterk toenemen. Indien verdere verslechtering van de situatie daar of elders hiertoe aanleiding geeft, kan het Kabinet later dit jaar alsnog besluiten om een bijdrage vrij te maken. Dit geldt ook wanneer zich later dit jaar nog een grote natuurramp voordoet en de resterende fondsen onder het reguliere hulpbudget onvoldoende zijn.

Syrië

De Syrische crisis is verreweg de grootste humanitaire crisis van het moment met 10,5 miljoen behoeftigen in Syrië, waaronder 6,5 miljoen ontheemden, en daarnaast ruim 3 miljoen Syrische vluchtelingen in de buurlanden. Het VN noodhulpverzoek van totaal USD 6 miljard is het grootste ooit. Het appeal is voor 41% gedekt en er is nog USD 3,566 miljard nodig.

WFP doet zeer goed werk en heeft in augustus 4,15 miljoen mensen van voedsel voorzien, inclusief 330.000 over de frontlinies heen (crossline). WFP heeft financiële middelen t/m eind september, vanaf oktober beschikt zij slechts over 7% van de benodigde fondsen. UNICEF richt zich met name op vrouwen en kinderen, de meest kwetsbare slachtoffers. UNHCR is de belangrijkste organisatie voor hulp aan de vluchtelingen. Gezien de relevantie van crossborder hulp voor de moeilijk te bereiken bevolking in Noord-Syrië zullen de NGO-projecten op dit gebied, evenals die voor hulp aan nog niet geregistreerde Syrische vluchtelingen in Libanon worden verlengd.

Zuid-Soedan

Na de Syrische crisis is de humanitaire situatie in Zuid-Soedan wel het meest schrijnend, hoewel het veel minder aandacht krijgt dan de crises in het Midden-Oosten. In Zuid-Soedan bevinden zich 3,8 miljoen behoeftigen, waaronder 1,3 miljoen ontheemden. Daarnaast zijn er 451.000 Zuid-Soedanese vluchtelingen in de buurlanden. Het tekort aan financiering voor de VN-noodhulpverzoeken voor Zuid-Soedan en voor de Zuid-Soedanese vluchtelingen bedraagt totaal USD 1.290 miljoen USD. Voor fondsen in het Common Humanitarian Fund van UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) wordt ter plaatse bepaald waar de fondsen het meest nodig zijn; deze hulp kan zowel via VN-organisaties als NGO’s geïmplementeerd worden.

Enkele Nederlandse NGO’s hebben een gezamenlijk voorstel voor humanitaire hulpactiviteiten, afgestemd met OCHA, ingediend. Dit lijkt een veelbelovende innovatieve samenwerking met de Nederlandse NGO’s.

Centraal Afrikaanse Republiek

De humanitaire situatie in de CAR is erg zorgelijk, maar krijgt relatief weinig aandacht. Er zijn 2,5 miljoen hulpbehoevenden (54% van de bevolking), waaronder ruim 0,5 miljoen ontheemden. Daarnaast zijn er 415.000 vluchtelingen (8% van de bevolking) in de omringende landen. Het VN-noodhulpverzoek is voor 43,8% gedekt en het tekort bedraagt USD 318 miljoen. Tot op heden heeft Nederland in 2014 bijgedragen via het Common Humanitarian Fund.

Noord-Irak

Naast een beschrijving van de hulp wordt hier tevens ingegaan op tijdens het mondelinge vragenuur gestelde vragen over de humanitaire situatie in (Noord) Irak.

Als gevolg van de opmars van IS(IS) in Irak zijn er 1,8 miljoen ontheemden1. Hiervan bevinden zich 850.00 in Iraaks Koerdistan, waaronder 520.000 in de regio Dohuk, en 370.00 in de provincie Anbar in West-Irak. Met name veiligheid in en humanitaire toegang tot de ontheemden in West-Irak, zoals Anbar, Falluja en Ramadi, is zeer zorgelijk.

Na een problematische start en een groot gebrek aan distributiecapaciteit, zijn er inmiddels voldoende implementerende organisaties voor de distributie en verloopt de coördinatie van de humanitaire hulp in Erbil steeds beter. De coördinatie in Bagdad is nog niet optimaal; hierop wordt de VN aangesproken.

Humanitaire hulp wordt verstrekt volgens de principes van neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat bepaalde groepen zoals (Aramees-)Christenen, Assyriërs, Turkmenen of Yezidi’s bij de verlening van humanitaire hulp zouden worden achtergesteld bij andere bevolkingsgroepen. Gezien het grote aantal ontheemden blijft de nood bij velen echter hoog.

Het huidige VN-noodhulpverzoek ad USD 312 miljoen is overgefinancierd door de Saoedische bijdrage van USD 0,5 miljard, maar zal eind september aanzienlijk worden opgehoogd. World Food Programme ondersteunt 838.000 hulpbehoevenden, waaronder ontheemden in de moeilijk toegankelijk provincie Anbar, en verwacht dat haar fondsen voor het einde van het jaar uitgeput zullen zijn. Daarom wordt, additioneel aan reeds eerdere hulp voor Noord-Irak ad euro 7,3 miljoen, een bijdrage aan WFP beschikbaar gesteld. In lijn met de motie-Voordewind van 18 september, zullen daarnaast fondsen worden vrijgemaakt voor financiering van een voorstel van Nederlandse NGO’s die reeds in (Noord-)Irak aanwezig zijn en waarmee regulier wordt samengewerkt2. Dit voorstel dienen de NGO’s met elkaar af te stemmen en qua prioriteit moet het zijn afgestemd met de Humanitarian Coordinator.

Ebola

Voor het ebola-virus, de vijfde L-3 crisis, is gezien de urgentie om dit grote delen van West-Afrika bedreigende virus aan te pakken aanzienlijke humanitaire hulp voorzien. Op 16 september is het noodhulpverzoek van de VN ontvangen, waarin naast financiële steun (987 miljoen USD) ook wordt gevraagd om inzet van mensen en materieel. Het Kabinet stelt een bedrag van 15 miljoen euro beschikbaar en bekijkt additionele mogelijkheden. Hierbij wordt aangesloten bij een gezamenlijke EU-inzet. Het is nog niet mogelijk aan te geven wat de kosten van een dergelijke inzet zullen zijn. Voorlopig is in de bijdrage van 15 miljoen euro hiervoor 1 miljoen gereserveerd. Als de kosten hoger uitvallen, zal een deel van de vrije ruimte 2014 (7 miljoen euro) worden gebruikt. In het gebied zijn de VN (o.a. UNICEF en WHO) actief, alsook Artsen Zonder Grenzen en het Rode Kruis. Van de bijdrage van 15 miljoen euro gaat, naast bovengenoemde bijdrage van 1 miljoen euro, 10 miljoen naar de VN (5 miljoen naar WHO en 5 miljoen naar UNICEF), 3 miljoen naar het Rode Kruis en 1 miljoen naar AZG.

ICRC

ICRC, de mondiaal meest vooraanstaande en gerespecteerde humanitaire hulporganisatie, heeft een dringende oproep gedaan aan donoren voor additionele fondsen voor 2014.

Vrije ruimte voor onverwachte calamiteit

Met het oog op ervaringen in het verleden, zoals in november 2013 de tyfoon Haiyan in de Filippijnen, is het noodzakelijk nog een vrije ruimte aan te houden. Deze zal worden aangewend voor een grote natuurramp of een nieuw conflict in de resterende maanden van 2014, waarvoor een Nederlandse noodhulpbijdrage wenselijk of noodzakelijk is.

Resterende middelen onder het reguliere humanitaire hulpbudget

Het totale reguliere humanitaire hulpbudget voor 2014 bedraagt euro 217,8 miljoen; dit bestaat uit het in de memorie van toelichting genoemde bedrag van euro 205,8 miljoen plus het amendement ad euro 7 miljoen voor activiteiten van NGO’s voor de Syrische crisis en euro 5 miljoen die is overgeheveld uit reguliere OS-middelen voor Zuid-Soedan.

Onder verwijzing naar brief DSH-2014.47255 van 6 februari 2014 waarin uw Kamer wordt geïnformeerd over besteding van het humanitaire hulpbudget in 2013 en de planning voor 2014, kan ik u berichten dat de daarin genoemde core bijdragen aan de VN en het ICRC zijn overgemaakt; hetzelfde geldt voor de bijdragen aan de VN voor langdurige chronische crises.

De vrije ruimte onder acute crises bedraagt op dit moment ruim 3 miljoen euro. De situatie in Gaza na het gewelddadige conflict met Israël in juli 2014 is zeer zorgwekkend. Als gevolg hiervan waren er 500.000 ontheemden op een bevolking van ruim 1,7 miljoen mensen in een bijzonder dichtbevolkt gebied waar de situatie al schrijnend was voor de gewelddadigheden door importbeperkingen, hoge werkeloosheid, etc. Daarom zal deze euro 3 miljoen aan UNRWA beschikbaar worden gesteld voor humanitaire hulp aan de meest kwetsbare slachtoffers in Gaza.

De reden dat het bedrag onder de vrije ruimte in het reguliere humanitaire hulpbudget hoger ligt dan eerder aangegeven vloeit voort uit het feit dat de bijdrage aan het Nederlandse Rode Kruis voor hulp in (Noord-)Irak onder een reeds bestaande faciliteit (blokallocatie NRK) kon worden gebracht, en dat de hulpvlucht naar Erbil aanzienlijk voordeliger bleek dan geraamd. Daarnaast komen vertragingen bij noodhulpprojecten regelmatig voor als gevolg van de omgeving waarin deze worden uitgevoerd. Hierdoor worden tranches later dan voorzien uitbetaald en soms doorgeschoven naar het volgende financiële jaar; ook kan een laatste tranche kleiner zijn dan gebudgetteerd. Het beeld van de vrije ruimte wordt dan ook steeds scherper naarmate het jaar vordert.

Ten slotte verwijs ik u naar een overzicht van de bestedingen uit het Relief fund in 2014 aan het einde van deze brief3.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Daarnaast is er een oude case load van 1,1 miljoen ontheemden, zij verblijven in geheel Irak en maken geen deel uit van het nieuwe noodhulpverzoek.

X Noot
2

Dit zijn Nederlandse NGO’s die door de European Commission Office for Humanitarian Aid (ECHO) na een uitgebreide procedure zijn goedgekeurd als implementerende partner voor humanitaire hulpactiviteiten, het zgn. Framework Partnership Agreement.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven