32 500 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2011

Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2010

Hierbij treft u, conform uw verzoek van 08 november, 2010Z16124/2010D43410, een overzicht aan van de onderwerpen en begrotingsartikelen die nu, door de departementale herverkaveling van onderwerpen, vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Daarmee zijn deze artikelen ook onderdeel van de begrotingsbehandeling van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Ook stuur ik u de verdeling in artikelen tussen de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en mijzelf. Deze brief ontvangt u dan ook mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

1. Herverkaveling van artikelen

Van de begroting van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (kamerstuk 32 500 XI, nr. 2) komen de volgende onderwerpen omtrent energie over naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, voor zover geen betrekking hebbende op de handhaving en uitvoering van de Wet Milieubeheer en het activiteitenbesluit:

  • artikel 3, waar het CO2-afvang en -opslag betreft;

  • artikel 3, waar het duurzame energie of energietransitie betreft;

  • artikel 3, waar het energiebesparing betreft, niet zijnde energiebesparing in de gebouwde omgeving of energiebesparing voor de transportsector betreft;

  • artikel 6, waar het kernenergie en straling betreft.

Van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (kamerstuk 32 500 VIII, nr. 2) komen de taken inzake het innovatiebeleid over naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Hierbij zijn in elk geval inbegrepen:

  • artikel 16, waar het TNO, MARIN, NLR en Deltares betreft.

Ten aanzien van de medeverantwoordelijkheid van de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor het beleid met betrekking tot de KNAW en de NWO geldt dat de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het algemeen innovatiebeleid coördineert en doorzettingsmacht heeft.

Van de begroting van het voormalige ministerie van Verkeer en Waterstaat (kamerstuk 32 500 XII, nr. 2) komen de middelen inzake het innovatiebeleid over naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Hierbij zijn in elk geval inbegrepen:

  • artikel 35.03, waar het «t Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium betreft;

  • artikel 41.01, waar het Deltares betreft.

Over de implementatie van het Koninklijk Besluit (d.d. 14 oktober, kenmerk 3096356), houdende de departementale herindeling met betrekking tot innovatie, ben ik nog in overleg met de betrokken ministers.

Ik sluit niet uit dat er, naast bovenstaande middelen, ook nog andere middelen van bovenstaande of andere departementen over komen. De budgettaire gevolgen hiervan zullen in een incidentele suppletoire begroting verwerkt worden, die rond het kerstreces bij uw Kamer zal worden ingediend.

Van de begroting van het ministerie van Financiën (kamerstuk 32 500 IXB, nr. 2) komt het volgende over naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie:

  • artikel 2.2.8, waar het regeldruk betreft.

2. Portefeuilleverdeling minister en staatssecretaris

De portefeuilleverdeling tussen de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en mijzelf is als volgt:

in de begroting van het voormalige ministerie van Economische Zaken (kamerstuk 32 500 XIII, nr. 2) is de staatssecretaris verantwoordelijk voor:

  • artikel 3, operationele doelstelling 2, waar het maatschappelijk verantwoord ondernemen betreft;

  • artikel 3, operationele doelstelling 3, geheel;

  • artikel 5, geheel;

  • artikel 10, operationele doelstellingen 1 en 2, waar het de post betreft.

De overige artikelen zijn de verantwoordelijkheid van de minister.

In de begroting van het voormalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Kamerstuk 32 500 XIV, nr. 2) is de staatssecretaris verantwoordelijk voor:

  • artikel 21, geheel;

  • artikel 22, geheel;

  • artikel 23, geheel;

  • artikel 24, geheel;

  • artikel 25, geheel;

  • artikel 27, geheel.

Artikel 26 is de verantwoordelijkheid van de minister.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,M. J. M.Verhagen

Naar boven