32 500 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2011

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2010

Inleiding

De ontwikkeling van innovatieve militaire producten door het Nederlandse midden- en kleinbedrijf (mkb) die aansluiten bij de operationele behoefte van Defensie, verloopt moeizaam. Bij de behandeling van de defensiebegroting 2010 heeft de Tweede Kamer op 8 december 2009 een motie aangenomen van de leden Eijsink, Knops en Voordewind waarin de regering wordt verzocht een fonds in te stellen voor de ontwikkeling van dergelijke militaire producten (Kamerstuk 32 123 X, nr. 76). Met de brief van 21 december 2009 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 89) is toegezegd dat de Kamer hierover in het najaar van 2010 zou worden geïnformeerd. Hierbij voldoe ik aan deze toezegging.

Defensie als Launching Customer

De Defensie Industrie Strategie (DIS), waarin de operationele behoefte van Defensie per definitie leidend is, beschrijft de mogelijkheden van de overheid voor de versterking van de positie van Nederlandse defensiebedrijven, inclusief het mkb, in nationale en internationale netwerken voor de ontwikkeling, productie en instandhouding van materieel. Het optreden door Defensie als Launching Customer is een van deze mogelijkheden. Met het begrip Launching Customer wordt bedoeld dat de overheid als belangrijke eerste afnemer een stimulerende rol speelt bij de toepassing van nieuwe technieken en de ontwikkeling van producten. Als Launching Customer kan de overheid onder meer de prioritaire technologiegebieden uit de DIS verder versterken en het vertrouwen in Nederlandse producten verder vergroten. Daarnaast wordt een basis gecreëerd voor de verdere productie en verkoop op de nationale en internationale defensie- en veiligheidsmarkt.

Voor het optreden als Launching Customer is een gebrek aan financiering voor een productontwikkelfase vaak een struikelblok. Het in de motie-Eijsink c.s. voorgestelde financieringsinstrument kan daarom een belangrijke rol vervullen om kansrijke producten tot een succes te maken. In lijn met de motie-Eijsink c.s. heeft Defensie daarom besloten een instrument in het leven te roepen waarmee in een vroeg stadium kansrijke projecten worden gefinancierd met het oog op latere verwervingscontracten.

Uitwerking van het instrument

Defensie heeft bij de uitwerking van het instrument de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) betrokken. Dit heeft geresulteerd in een werkwijze ter beoordeling van projectvoorstellen, een standaard modelovereenkomst en een regeling voor de royalty’s. Onderdeel van de afgesproken werkwijze is dat Defensie een interne commissie instelt die de projectvoorstellen zal beoordelen. Deze commissie bestaat uit enkele functionarissen van de Defensie Materieel Organisatie, een functionaris van de Hoofddirectie Financiën en Control van Defensie alsmede een vertegenwoordiger van de Commandant der Strijdkrachten. De commissie houdt verder toezicht op de voortgang van goedgekeurde ontwikkeltrajecten en is verantwoordelijk voor het beheer van het budget. In beginsel komt de commissie twee maal per jaar bijeen.

Zowel Defensie als het Nederlandse MKB kan voorstellen indienen voor de ontwikkeling van militaire producten. Zoals verzocht in de motie-Eijsink c.s. zullen bij goedkeuring van een project de kosten voor de ontwikkeling evenredig worden verdeeld tussen Defensie en de betrokken bedrijven. Het budget dat Defensie hiervoor beschikbaar heeft, bedraagt in totaal € 5 miljoen voor de jaren 2010 tot en met 2012. Dit bedrag komt ten laste van de defensiebegroting. Indien een ontwikkeld prototype voldoet aan de door Defensie gestelde operationele, technische en financiële eisen, kan Defensie als Launching Customer besluiten tot de aanschaf van het ontwikkelde product. Bij de levering van producten aan derden zullen door het desbetreffende bedrijf royalty’s worden afgedragen aan Defensie. Deze royalty’s zullen beschikbaar komen voor nieuwe ontwikkelingsprojecten.

Een projectvoorstel moet ingaan op de doelstelling van het project, de te verrichten werkzaamheden, de voorziene planning, de financiële aspecten en de verwachtingen op de markt. Een voorwaarde voor goedkeuring van het ontwikkelingsvoorstel is dat het product voldoet aan een door Defensie gestelde behoefte. Andere toetsingscriteria hebben betrekking op beheersbaarheid van de risico’s tijdens het ontwikkeltraject, het innovatieve karakter van het product en de mogelijke duplicatie met andere ontwikkeltrajecten. Ook wordt het ontwikkeltraject getoetst aan de versterking van de in de DIS benoemde prioritaire technologiegebieden en de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse defensiebedrijven. De opdracht tot de ontwikkeling en de eventuele aanschaf van het product moeten vanzelfsprekend passen binnen de ruimte die de wet- en regelgeving hiervoor biedt.

Pilot

Defensie heeft behoefte aan een mortiersimulator voor een beter en veiliger opleidings- en trainingstraject voor het personeel. Onder toezicht van de commissie zijn de voorbereidingen voor een pilot in de vorm van de ontwikkeling van een prototype voor een mortiersimulator begonnen.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven