De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Kamer in mei jl. per motie-Eijsink c.s. (26 488, nr. 236) de regering onder andere verzocht heeft, verder af te zien van de deelname aan de operationele testfase (IOT&E) van het
JSF-project;
tevens overwegende, dat sindsdien en ook sinds het tot stand komen van het nieuwe regeerakkoord er nieuwe grote structurele
financiële en materiële tegenslagen en vertragingen bij de ontwikkeling van de JSF aan het licht zijn gekomen;
tevens overwegende, dat de minister van Defensie grote bezuinigingen bij Defensie voor de komende jaren in het vooruitzicht
heeft gesteld die op z'n minst de operationele inzetbaarheid en geoefendheid van de gehele krijgsmacht onder grote druk zullen
plaatsen;
van mening, dat het zeker onder deze omstandigheden niet gewenst is nu op de rijksbegroting middelen te reserveren voor investeringen
in het JSF-project;
verzoekt de regering voorstellen voor te bereiden om de nu op de rijksbegroting 2011 gereserveerde middelen voor de «Vervanging
F-16» alsnog aan te wenden voor de verbetering van opleidingen, trainingen en oefeningen ter directe versterking van de operationele
inzetbaarheid van de krijgsmacht, daartoe uiterlijk bij de Voorjaarsnota 2011 met concrete wijzigingsvoorstellen te komen
op de begroting 2011, en in de tussentijd niet over te gaan tot het aangaan van verplichtingen ten laste van deze begrote
middelen,
en gaat over tot de orde van de dag.