Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2014
Met de motie Van Meenen (Kamerstuk 32 463, nr. 17) is de regering verzocht om in kaart te laten brengen welke invloed het gebruik van
lesmethoden taal en rekenen kan hebben op de ontwikkeling en diagnostiek van kinderen
met dyslexie en/of dyscalculie. Ik heb de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) gevraagd
een verkenning uit te voeren. Hierbij bied ik u de resultaten van deze verkenning
aan1.
Om een antwoord te krijgen op de vraag wat er bekend is over onderwijsfactoren in
het primair onderwijs die mogelijk van invloed zijn op het (schijnbaar) voorkomen
van ernstige lees- en spellingsproblemen en dyslexie en ernstige reken-wiskundeproblemen
en dyscalculie heeft de SLO een literatuuronderzoek en een expertbevraging uitgevoerd.
De SLO concludeert dat er geen bewijs is dat inadequate lesmethoden leiden tot dyslexie
of dyscalculie. De belangrijkste onderwijsfactoren bij het voorkomen van ernstige
lees-, spelling- en reken-wiskundeproblemen zijn de leraar en de aanpak die hij hanteert.
Bij de aanpak is het belangrijk om vroegtijdig te signaleren, te differentiëren en
in te spelen op de onderwijsbehoefte van leerlingen. Er is uit onderzoek redelijk
veel bekend over wat effectieve aanpakken zijn om het leren lezen en spellen vorm
te geven. Met het succesvol toepassen van een effectieve aanpak, zo geeft de SLO aan,
blijkt dat het percentage leerlingen dat het onderwijs verlaat en niet functioneel
geletterd is, wordt teruggedrongen tot een lager percentage dan nu het geval is. Bij
rekenen en wiskunde lopen volgens de SLO de meningen over wat effectieve aanpakken
zijn meer uiteen. Alle experts wijzen hier op het belang van een goede instructie.
De SLO vraagt in dit verband dan ook aandacht voor de professionalisering van de leraar
als het gaat om het toepassen van kennis over leerprocessen bij lezen, spelling en
rekenen-wiskunde, het hanteren van een effectieve aanpak bij het signaleren, differentiëren
en inspelen op de onderwijsbehoeften van leraren en het geven van adequate instructie.
Dit vraagt van de leraar complexe vaardigheden in het omgaan met verschillen. In het
kader van passend onderwijs is hier veel aandacht voor. De professionalisering van
leerkrachten op dit punt staat hoog op de agenda. Onder meer in de sectorakkoorden
zal hier ook ruimschoots aandacht voor zijn. Daarnaast zal ik in het kader van het
Masterplan Dyslexie en het Masterplan Dyscalculie door onder meer voorlichting op de websites www.masterplandyslexie.nl en www.masterplandyscalculie.nl en workshops op regionale en landelijke bijeenkomsten extra aandacht schenken aan
het vergroten van de deskundigheid van leraren in het aanpakken van lees-, spelling-
en reken/wiskundeproblemen. Leraren zijn daardoor beter in staat om de meest effectieve
aanpak en de juiste wijze van instructie te kiezen. Daardoor is het onderwijs beter
afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van leerlingen, en kan in bepaalde gevallen
een diagnose dyslexie of dyscalculie voorkomen worden.
De conclusie van de SLO is dat er meer aandacht moet zijn voor de kwaliteitsbewaking
van de diagnostisering van dyslexie en dyscalculie. Dit sluit aan bij het traject
dat ik met de beroepsgroep heb ingezet om te komen tot gezamenlijk gedragen kwaliteitseisen
met betrekking tot de deskundigheid om dyslexie of dyscalculie vast te stellen. Daarbij
is ook aandacht voor de eisen waaraan een deskundigenverklaring moet voldoen op basis
waarvan aanpassingen in het onderwijs en bij examens worden toegestaan.
De aanbeveling van de SLO over het loskoppelen van de diagnostisering en het na de
diagnostisering bieden van vergoede hulpverlening ligt niet op mijn beleidsterrein,
maar op dat van mijn collega van VWS. Het betreft een heel klein deel van de groep
leerlingen, namelijk alleen die leerlingen tussen de 7 en de 13 jaar, waarbij sprake
is van ernstige enkelvoudige dyslexie. Zij maken nu nog op grond van de Zorgverzekeringswet
aanspraak op vergoeding van diagnose en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie.
Met ingang van 1 januari 2015 vervalt deze aanspraak en wordt de gemeente in het kader
van de Jeugdwet verantwoordelijk voor de behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie.
Gemeenten kunnen er dan voor kiezen om diagnose en behandeling los te koppelen.
In de voortgangsrapportage Taal en Rekenen zal ik nader ingaan op de verschillende
activiteiten die ik op het terrein van dyslexie en dyscalculie heb ingezet.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker