32 440 Nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..)

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2014

Met de brief van de Minister van Economische Zaken van 3 oktober 2013, mede namens ondergetekende, betreffende de Circulaire grensbedragen voor opdrachten onder de drempelwaarde, is uw Kamer toegezegd dat de kaderstelling voor de rijksoverheid wordt uitgebreid met een nadere onderbouwing en dat in de circulaire naar deze onderbouwing wordt verwezen (Kamerstuk 32 440, nr. 86). Daarbij heb ik ook toegezegd te inventariseren of de eerste ervaringen met de circulaire aanleiding geven tot aanpassing.

Wat het eerste betreft, het uitbreiden van de kaderstelling met een nadere onderbouwing en daar in de circulaire naar verwijzen, deel ik u mede dat ik de nadere onderbouwing integraal in (de toelichting bij) de circulaire heb opgenomen. Voor het opnemen van alleen een verwijzing naar een onderbouwing is al aanpassing van de circulaire vereist. In dat licht heb ik ervoor gekozen de onderbouwing direct in (de toelichting bij) de circulaire op te nemen. Voor de inhoud hiervan verwijs ik de Kamer naar de nieuwe circulaire1.

Wat het tweede betreft, het inventariseren of de eerste ervaringen aanleiding geven de circulaire aan te passen, deel ik u mede dat deze inventarisatie is uitgevoerd door middel van een kwalitatief onderzoek naar de beleving van inkopers en marktpartijen met de circulaire. Hierbij is tevens op verzoek van de Algemene Rekenkamer nagegaan of de circulaire de kansen voor het MKB verminderen en of het toepassen van de onderhandse gunning van opdrachten tot € 50.000,– een prijsopdrijvend effect heeft. Uit het kwalitatieve onderzoek komt naar voren dat er noch sprake is van een vermindering van de kansen voor het MKB, noch van een prijsopdrijvend effect door de één op één gunning van opdrachten. Eerder wordt bij de één op één gunning een lagere prijs in rekening gebracht, omdat de leverancier hiervoor minder inspanning hoeft te verrichten en minder kosten maakt.

De uitkomsten uit het kwalitatief onderzoek geven mij dan ook geen aanleiding voor het aanpassen van de circulaire, anders dan de uitbreiding van de motivering.

Voorts leidde de toepassing van de circulaire van 14 augustus 2013 tot een inconsistentie voor opdrachten van B-diensten (diensten die niet grensoverschrijdend zijn) onder en boven de Europese drempelwaarde. Volgens de circulaire geldt namelijk voor B-diensten vanaf het grensbedrag van € 50.000,– de toepassing van de meervoudig onderhandse procedure. Voor opdrachten van B-diensten boven de Europese drempelwaarde geldt die verplichting niet. Voor B-diensten boven de Europese drempelwaarde geldt artikel 2.38, lid 1 Aanbestedingswet en kan de procedure voor B-diensten worden gevolgd op basis van artikel 2.39 Aanbestedingswet 2012. Dit is in de circulaire gecorrigeerd.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven