32 437 Verordening herziening Financieel Reglement – COM (2010) 260

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2011

Naar aanleiding van mijn toezeggingen tijdens het AO van 5 oktober 2010 (Kamerstuk 32 437, nr. 8), bericht ik u over de stand van zaken van de onderhandelingen over het Financieel Reglement van de EU begroting. Momenteel bevinden de onderhandelingen zich in de «triloog»-fase met het Europees Parlement (eerste lezing) nadat deze dit najaar amendementen had aangenomen op het Commissievoorstel.1

Het Europees Parlement zet naar mijn overtuiging een belangrijke stap naar verbeterde nationale verantwoording over EU fondsen, onder andere door een amendement aan te nemen voor verplichte «national declarations of assurance» (Nationale Verklaring) voor alle EU lidstaten met ingang van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (artikel 56 paragraaf 6b). Echter, het Voorzitterschap van de Raad heeft onlangs aangegeven noch een verplichte, noch een facultatieve Nationale Verklaring acceptabel te vinden. Nederland heeft zich met een paar andere lidstaten uitgesproken ten gunste van verplichte nationale verklaringen. Ik ben voornemens om het Europees Parlement te (blijven) steunen op dit punt, ongeacht het krachtenveld. Dat verbeterde verantwoording over EU middelen nodig is blijkt uit het Jaarverslag van de Europese Rekenkamer (ERK). Tijdens de Ecofin Raad van februari 2012 zal mede op basis van dit jaarverslag een Dechargeadvies opgesteld worden voor het Europees Parlement. Ik informeer u tijdig over de inzet van Nederland dienaangaande.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager


X Noot
1

De amendementen zijn via de website van het Europees Parlement te vinden via het kenmerk P7 TA(2011)0465.

Naar boven