nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Met de bekendmaking van de wet van 25 februari 2009, houdende verklaring
dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in
de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid tot toetsing van
wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de rechter (Stb. 120)
is de eerste lezing van dit grondwetsvoorstel afgerond.
De Grondwet schrijft voor dat na de bekendmaking van een dergelijke verklaringswet –
en ontbinding van de Tweede Kamer – een tweede lezing van het grondwetsvoorstel
plaatsvindt. Als de eerste lezing als initiatiefwetsvoorstel aanhangig is
gemaakt – zoals in dit geval – is het sinds de jaren ’70
van de vorige eeuw gebruikelijk dat ook het wetsvoorstel in tweede lezing
door één of meer leden van de Tweede Kamer in procedure wordt
gebracht.1 Per geval worden afspraken gemaakt
tussen de initiatiefnemer(s) en regering over de wijze van indiening, zodat
het wetsvoorstel tijdig aanhangig wordt gemaakt.2
Ten aanzien van het onderhavige voorstel is afgesproken dat ten behoeve van
de tweede lezing daarvan zo spoedig mogelijk na het besluit tot ontbinding
van de huidige Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel bij de Tweede Kamer
aanhangig wordt gemaakt.3 Onlangs is besloten
tot ontbinding van de Tweede Kamer. Met het oog hierop wordt het onderhavige
wetsvoorstel thans aanhangig gemaakt.
Voor de toelichting verwijs ik naar de met betrekking tot het voorstel
van wet, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van de bevoegdheid
tot toetsing van wetten aan een aantal bepalingen van de Grondwet door de
rechter tussen de regering en de Staten-Generaal gewisselde stukken en de
daarover in de beide kamers gevoerde beraadslagingen (Kamerstukken II 2001/02,
2002/03, 2003/04 en 2004/05, 28 331; Handelingen II, 2003/04, nr. 96,
blz. 6161–6188, nr. 97, blz. 6227–6249 en nr. 99,
blz. 6318–6342, Handelingen II 2004/05, nr. 10, blz. 472
en nr. 12, blz. 643; Kamerstukken I 2004/05, 2006/07, 2007/08 en
2008/09, 28 331; Handelingen I, 2008/09, nr. 9, blz. 427–454,
nr. 10, blz. 478–494 en 507–525 en nr. 11, blz. 541–543).
Halsema
XNoot
1Zie Bijl. Handelingen I 1971/72, 11 302, nr. 7a en Kamerstukken
II 1976/77, 14 213, nr. 3, blz. 7.
XNoot
2Zie in dit verband Kamerstukken I 2008/09, 28 331, I, blz. 5.
XNoot
3Kamerstukken II 2008/09, 28 331, nr. 21.