Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 32317 nr. EJ |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 32317 nr. EJ |
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2015
Hierbij bieden wij u het verslag aan van de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, gehouden in Riga op 29 en 30 januari 2015. Het verslag verwijst bij het onderwerp terrorisme naar de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 januari 2015 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met het onderwerp «Verslag aanpak terrorisme op informele JBZ-Raad te Riga». Afschrift van die brief1 treft u bijgevoegd aan.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
Samenvatting belangrijkste discussies
Aanpak terrorisme
Hier wordt verwezen naar de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 februari 2015, aan de Tweede Kamer, met daarin het verslag van de discussie die tijdens de informele JBZ-Raad over terrorisme is gevoerd.
Oostelijk Partnerschap
Op het gebied van resultaten, uitdagingen en leerpunten inzake de rechtshandhaving, de onafhankelijkheid en de accountability van de rechterlijke macht en de strijd tegen de corruptie in de landen van het Oostelijk Partnerschap werd geconcludeerd dat veel tot stand gebracht is, maar dat er ook nog veel te doen is om de rechtsstaat op peil te brengen.
Reikwijdte algemene verordening gegevensbescherming en richtlijn gegevensbescherming voor de opsporing en vervolging
Nederland nam het standpunt in dat dat de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de handhaving van de openbare orde, de hulpverlening en de uitvoering van bestuursrechtelijke wetgeving door de politie (incl. Wet wapens en munitie én de Vreemdelingenwet) zoveel mogelijk onder de richtlijn worden gebracht. De meeste lidstaten waren net als Nederland voor een brede reikwijdte van de richtlijn.
Digitale oplossingen en instrumenten voor de justitiële samenwerking
De Commissie gaf aan een behoefte te zien aan een regelkader voor e-commerce. De Commissie maakte duidelijk dat zij daarbij voorzichtig en zorgvuldig te werk wil gaan. In de zomer van 2015 wil de Commissie een voorstel gereed hebben op basis waarvan een impact assessment gemaakt kan worden waaruit onder andere de toegevoegde waarde voor de praktijk moet blijken.
Verslag
Aanpak van terrorisme (29 januari 2015)
Justitiële aspecten van de aanpak van terrorisme (30 januari 2015)
Hier wordt verwezen naar de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 februari 2015, aan de Tweede Kamer, met daarin het verslag van de discussie die tijdens de informele JBZ-Raad over terrorisme is gevoerd.
Oostelijk Partnerschap
Het Oostelijk Partnerschap is het kader voor de dialoog en de samenwerking met de landen die in het oosten grenzen aan de EU, met uitzondering van Rusland waarmee eigen arrangementen met de EU bestaan, en Wit-Rusland. De bespreking tijdens deze informele JBZ-Raad diende als input voor de Europees Partnerschap Top op 21–22 mei 2015 in Riga.
Tijdens de bespreking zijn standpunten en informatie uitgewisseld over resultaten, uitdagingen en leerpunten inzake de rechtshandhaving, de onafhankelijkheid en de accountability van de rechterlijke macht en de strijd tegen de corruptie. Nederland heeft hierbij onder andere benadrukt dat een goed functionerende rechtsstaat ook voor economische ontwikkeling van groot belang is. Het Voorzitterschap concludeerde dat er in de landen van het Oostelijk Partnerschap veel tot stand gebracht is, maar dat er ook nog veel te doen is om de rechtsstaat op peil te brengen. Daarvóór had Commissaris Jourová al opgemerkt dat ook de EU-lidstaten steeds moeten blijven werken aan de kwaliteit van hun systemen.
Reikwijdte algemene verordening gegevensbescherming en richtlijn gegevensbescherming voor de opsporing en vervolging
Op deze informele JBZ-Raad werd de onderlinge verhouding tussen de algemene verordening gegevensbescherming en de richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging besproken. Het Voorzitterschap schetste voor de discussie twee opties voor de lidstaten: (optie 1) zijn de lidstaten voor het voorstel van de Commissie voor een zo breed mogelijke reikwijdte voor de verordening en dan de reikwijdte van de richtlijn beperkt tot de opsporingstaken van de handhavingsdiensten of (optie 2) wensen de lidstaten juist dat de richtlijn zich ook strekt over de aspecten van openbare orde naast die van opsporing en vervolging?
Commissaris Jourová begon de discussie door te benadrukken dat de Commissie geen enkele ruimte ziet voor het oprekken van de richtlijn, en deze alleen ziet op aspecten van opsporing en vervolging.
De Staatssecretaris van veiligheid en justitie reageerde daarop sterk afwijzend. In directe bewoordingen benadrukte de Staatssecretaris dat voor Nederland de strafrechtelijke handhaving rechtsorde, de handhaving van de openbare orde, de hulpverlening en de uitvoering van bestuursrechtelijke wetgeving door de politie (incl. Wet wapens en munitie én de Vreemdelingenwet) zoveel mogelijk onder de richtlijn dient te worden gebracht. De onderlinge afstemming van de verordening en de richtlijn moeten wat Nederland betreft zoveel mogelijk parallel lopen aan de nationale politietaken, zo vervolgde de Staatssecretaris, omdat de politie – juist in deze tijd waar veel geëist wordt van onze handhavingsdiensten – zo effectief mogelijk moet kunnen werken. De waarborgen van de Richtlijn zijn ook overigens van ruim voldoende kwaliteit om de balans te houden.
De meeste lidstaten reageerden langs dezelfde lijn als Nederland, en er waren slechts enkele lidstaten die de voorkeur gaven aan optie 1 dan wel aangaven nog bezig te zijn met het bepalen van een standpunt. Namens het Europees parlement (EP) werd benadrukt dat het EP altijd in meerderheid is geweest voor een richtlijn met beperkte reikwijdte. Het Voorzitterschap besloot met de vaststelling dat een meerderheid van lidstaten kiest voor optie 2, dus een brede reikwijdte van de richtlijn.
Digitale oplossingen en instrumenten voor de justitiële samenwerking (e-commerce en e-justice)
Tijdens de bespreking van dit onderwerp was Nederland niet op ministerieel niveau vertegenwoordigd.
E-commerce houdt rechtstreeks verband met de ambitie van de Commissie, zoals opgenomen in haar Werkprogramma, de digitale economie te bevorderen als een belangrijke bron van economische groei. Het slechten van juridische obstakels is daarvoor een belangrijke voorwaarde, zo betoogde commissaris Jourová. MKB en consumentenorganisaties spreken zich volgens de Commissaris uit vóór een Europees regelkader voor e-commerce. Dat zou de nodige rechtszekerheid verschaffen bij grensoverschrijdende internettransacties. Op dit moment zijn zaken als garantie en klachtrecht bij internetaankopen vaak wel nationaal geregeld, maar niet als een koopovereenkomst plaatsvindt in een andere lidstaat. Ook moeten bedrijven rekening houden met 28 verschillende regimes. Dat belemmert de handel en de groei in de EU.
Commissaris Jourová had al op 12 januari 2015 kenbaar gemaakt dat het voorstel van de Commissie voor een optioneel gemeenschappelijk Europees kooprecht wordt ingetrokken. Volgens veel lidstaten was de meerwaarde van een dergelijk optioneel instrument onvoldoende en dat heeft de nieuwe Commissie ter harte genomen. De Commissie gaf aan wel een behoefte te zien aan een regelkader voor e-commerce. De Commissie maakte duidelijk dat zij daarbij voorzichtig en zorgvuldig te werk wil gaan. In de zomer van 2015 wil de Commissie een voorstel gereed hebben op basis waarvan een impact assessment gemaakt kan worden waaruit onder andere de toegevoegde waarde voor de praktijk moet blijken.
E-justice is de digitalisering van het rechtsverkeer. Die krijgt in Nederland gestalte in de programma’s Kwaliteit en innovatie rechtspraak (KEI) en Versterking prestaties in de strafrechtsketen (VPS). Binnen de EU vinden deze activiteiten plaats in het kader van het programma E-justice waarvan het E-justice portal de kern is.
Verschillende lidstaten wezen, in lijn met de Nederlandse visie, op het belang van E-Codex, het beveiligde platform elektronische platform voor uitwisseling van gegevens inzake het rechtsverkeer tussen de lidstaten.
De voorzitter van de juridische commissie (JURI) van het Europees parlement, Pavel Svoboda, memoreerde dat het EP voorstander was van het door de Commissie ingetrokken voorstel voor een Europees kooprecht. Wat e-commerce betreft, streeft het EP naar volledige harmonisatie (dus niet minimum-harmonisatie), aldus Svoboda.
Door een lidstaat werd gesteld dat eenvormige EU-regels nodig zijn voor e-commerce en er werd gewezen op het belang van de digitale handtekening, veilig internet en e-authenticatie. Over de voorziene reikwijdte van de komende richtlijn bestonden wel zorgen bij enkele lidstaten, en sommige lidstaten gaven aan voorkeur te hebben gegeven aan het ingetrokken voorstel voor een gemeenschappelijk Europees kooprecht.
E by default werd als een best-practice gedeeld: in de ontwerpfase van een product of proces al de elektronische toegang en het elektronische gebruik inbouwen.
Het Voorzitterschap besloot met de opmerking dat de discussie een goede basis was voor de verdere werkzaamheden op expertniveau.
Lunchbespreking: beheer van migratiestromen
Tijdens de lunch is gesproken over de Europese Agenda voor Migratie, een nieuwe samenhangende benadering van migratie die de Europese Commissie in 2015 zal presenteren. De Commissie gaf onder andere aan de externe dimensie hierin te willen verwerken. De lunchdiscussie was mede bedoeld als input voor de Europese Agenda voor Migratie. Bespreking vond plaats vanuit de invalshoek van de mensensmokkelproblematiek onder meer naar aanleiding van de twee «spookschepen» die recentelijk op de Middellandse Zee zijn aangetroffen met aan boord veel migranten met de EU als bestemming. De beide spookschepen waren vertrokken uit Turkse havens. De huidige benadering van de Raad werd onderstreept. Deze bestaat uit samenwerking met derde landen, implementatie van het Europees asielsysteem en versterking van de slagkracht van Frontex.
Diversen
Een tweetal lidstaten pleitte voor oprichting van Europese fondsen voor de bouw van gevangenissen die voldoen aan de standaarden van de Raad van Europa. Deze lidstaten lichtten toe dat de kwaliteit van gevangenissen van belang is voor het vertrouwen tussen lidstaten in de EU ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, bijvoorbeeld bij toepassing van het Europese aanhoudingsbevel, overleveringen en de overbrenging van gevangenen. Ook is er volgens deze lidstaten een relatie met recidive en radicalisering. Er is dus een duidelijk gemeenschappelijk EU-belang, hetgeen de instelling van EU-fondsen rechtvaardigt. Dit onderwerp werd niet besproken in de Raad, vanwege tijdgebrek. Het onderwerp zal worden besproken op expertniveau.
Daarnaast kondigde Spanje een conferentie aan op 25 en 26 maart 2015 in Santiago de Compostela, over de strijd tegen de handel in menselijke organen. In Spanje is wetgeving aangenomen tegen dit fenomeen. Tijdens de conferentie zal een conventie getekend worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-EJ.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.