Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2021
De vaste commissie van Justitie en Veiligheid van uw Kamer heeft mij op 24 juni verzocht
om te reageren op het speciale verslag van de Europese Rekenkamer (ERK) over Frontex,
getiteld «Ondersteuning van het beheer van de buitengrenzen door Frontex: tot nog toe onvoldoende
doeltreffend». Ik heb kennisgenomen van het speciale verslag en benadruk het belang van de aanbevelingen
van de ERK en de adequate opvolging hiervan.
Doeltreffend beheer van de buitengrenzen door middel van Europees geïntegreerd grensbeheer
is cruciaal voor het vrije verkeer van personen en goederen binnen het Schengengebied
waarbij interne veiligheid wordt gegarandeerd en potentiële bedreigingen aan de grenzen
worden voorkomen. Het is aldus van groot belang dat Frontex irreguliere migratie en
grensoverschrijdende criminaliteit aan de Europese buitengrenzen bestrijdt. Hiervoor
is nodig dat Frontex het versterkte mandaat implementeert. Vanzelfsprekend staat voorop
dat grensbewaking door de lidstaten en met ondersteuning van Frontex effectief moet
worden uitgevoerd conform de geldende Europese en internationale wet- en regelgeving.
In het speciale verslag stelt de Europese Rekenkamer dat Frontex de lidstaten onvoldoende
ondersteunt bij het bestrijden van irreguliere migratie en grensoverschrijdende criminaliteit.
Frontex heeft volgens de ERK het mandaat uit de Verordening (EU) 2016/1624 niet volledig
geïmplementeerd en de Rekenkamer wijst daarbij op de risico’s in verband met het (versterkte)
mandaat van Frontex in het kader van Verordening (EU) 2019/1869. Er worden in het
rapport vijf aanbevelingen gedaan aan Frontex en de Europese Commissie. Deze aanbevelingen
zijn: het verbeteren van informatie-uitwisseling en het Europese situatiebeeld; het
bijwerken en toepassen van het gemeenschappelijk geïntegreerd risicoanalysemodel;
het ontwikkelen van het potentieel van de kwetsbaarheidsanalyse; het verbeteren van
de effectiviteit van de operationele respons van Frontex; de implementatie van het
versterkte mandaat conform Verordening (EU) 2019/1896. Volgens de ERK vormen de geïdentificeerde
kwetsbaarheden een risico voor de effectiviteit van de operationele rol van Frontex.
Frontex en de Commissie stellen in reactie op het verslag dat de aanbevelingen worden
opgevolgd. De Verordening (EU) 2019/1896 vormt de basis voor de uitvoering van verschillende
aanbevelingen van de Europese Rekenkamer. De uitvoering van de aanbevelingen aan de
Commissie is reeds van start gegaan en de Commissie benadrukt in de reactie dat zij
de tenuitvoerlegging van de verordening inzake Frontex op de voet volgt.
Ook de Frontex Management Board van 16 en 17 juni jl. heeft bevestigd dat de aanbevelingen
uit het speciale verslag spoedig en serieus moeten worden opgevolgd, waarbij ook het
belang van ondersteuning van de lidstaten bij de implementatie van de aanbevelingen
is benadrukt. Ik onderschrijf deze inzet. Nederland zal als lid van de Management
Board de ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen. Tot slot is Nederland, samen met
enkele andere lidstaten, van mening dat ook de JBZ-Raad aangesloten dient te blijven
bij de uitkomsten van de verschillende rapporten en lopende onderzoeken naar Frontex.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol