Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2020
Door middel van een brief van 23 januari jl. heeft de vaste commissie voor Justitie
en Veiligheid mij verzocht uw Kamer te informeren over mijn inzet tijdens het gesprek
dat ik met Eurocommissaris Johansson zal hebben op 30 januari a.s.
Zoals gemeld tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer van 23 januari jl. (Kamerstuk
32 317, nr. 589), zijn de prioriteiten van dit kabinet ten aanzien van het Europees asiel- en migratiebeleid
verwoord in het met uw Kamer gedeelde non-paper «A Renewed European Agenda on Migration.»1 Deze prioriteiten zijn nog steeds actueel en zal ik dan ook onder de aandacht brengen
van commissaris Johansson opdat ze hun weerslag zouden kunnen vinden in het nieuwe
pact.
Verder zal ik de commissaris aanraden haar oor goed te luisteren te leggen en voldoende
tijd te nemen om te verkennen wat de problemen en prioriteiten van de diverse lidstaten
zijn. In het nieuwe pact zal een balans moeten worden gevonden tussen de verschillende
prioriteiten en zorgen van de lidstaten. Zo ervaart Nederland druk van secundaire
migratie en ervaren de lidstaten aan de Zuidelijke en Oostelijke buitengrenzen druk
van primaire migratie. De ambitie van de Commissie om tot een nieuw pact te komen
legt bij hen de plicht om tot een breed gedragen visie te komen. Bij gebrek aan een
gedeelde visie van de lidstaten lopen de Europese Commissie en de lidstaten het risico
om in eenzelfde impasse te raken als bij de onderhandelingen over het Gemeenschappelijk
Europees Asielstelsel (GEAS) onder de vorige Commissie.
Wat betreft de nieuwe EU-wetgeving in het kader van het pact, zet ik – zoals meerdere
malen toegelicht in overleggen met uw Kamer – in op stapsgewijze verbeteringen en
aanpassingen. Het verbinden van verschillende wetgevingsvoorstellen kan leiden tot
een alles-of-niets situatie, waarbij ook relatief snel realiseerbare verbeteringen
in gijzeling worden gehouden door meer fundamentele vraagstukken over stelselwijzigingen.
Tijdens de informele JBZ-Raad van 23 en 24 januari jl. constateerde de commissaris
dat verbetering nodig is op het gebied van implementatie en handhaving van de Europese
wet- en regelgeving inzake asiel en migratie. Daar zal ik me ook hard voor maken in
het gesprek met de commissaris, omdat hiermee aanzienlijke winst zou kunnen worden
geboekt op het gebied van registratie, identificatie, opvang, asielprocedures en terugkeer.
Ook om een nieuw pact te laten renderen moeten de commissie en lidstaten erop kunnen
vertrouwen dat alle partijen het asiel-acquis volledig implementeren.
Uiteraard zal tevens de externe component van het migratiebeleid worden besproken.
Uw Kamer is bekend met de inzet van het kabinet op het in EU-verband sluiten van partnerschappen
met landen van herkomst en transit om illegale migratie, mensenhandel en -smokkel
tegen te gaan, terugkeer-samenwerking te bevorderen en, waar relevant, bescherming
aan en opvang van vluchtelingen in de regio te versterken.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol