32 317 JBZ-Raad

Nr. 570 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 oktober 2019

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 27 september 2019 over de geannoteerde agenda van de bijeenkomstv an de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,7 en 8 oktober 2019 te Luxemburg (Kamerstuk 32 317, nr. 569), de brief van 22 augustus 2019 over het verslag van de informele JBZ-Raad op 18-19 juli 2019 te Helsinki (Kamerstuk 32 317, nr. 568) en over de brief van 11 juli 2019 over de reactie op verzoek commissie inzake fitness check legale migratie en enkele implementatieverslagen (Kamerstuk 30 573, nr. 175).

De vragen en opmerkingen zijn op 1 oktober 2019 aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 2 oktober 2019 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

Adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

Hoewel de leden van de VVD-fractie tevreden zijn dat Nederland heeft aangegeven dat het zich niet wenst te binden aan het tijdelijke ontschepingsmechanisme in de Europese Unie (EU), missen zij in de discussie zoals die in Europa gevoerd wordt nog altijd de ontscheping van migranten in de regio. Nederland noemt wel voorwaarden waar een tijdelijk ontschepingsmechanisme in de EU aan zou moeten voldoen, maar zou primair moeten inzetten op de uitvoering van het ontschepen van migranten in de regio. Gaat u ervoor zorgen dat dit onderwerp expliciet aan bod komt tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad). Deze leden vragen of er in het licht van terrorismebestrijding voldoende en blijvend aandacht binnen de EU is voor het tegengaan van het gevaar dat uitgereisde Syriëgangers, al dan niet met vervalste paspoorten, via de asielprocedure proberen terug te keren naar Europa?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie benadrukt dat de inzet van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire en politieke instrumenten in derde landen goed moet worden gecoördineerd. Goed coördineren zet echter nog geen zoden aan de dijk. Hoe benadrukt en bevordert Nederland dat de Europese Commissie deze instrumenten nu daadwerkelijk gaat inzetten teneinde vermindering van irreguliere migratie en terugkeer en overname te realiseren? Voornoemde leden constateren dat de politieke beleidslijnen van de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen zich vooral lijken toe te spitsen op automatische herverdeling, meer hervestiging, op het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS) en de verdeling van migranten. De aan het woord zijnde leden vragen hoe

Nederland ervoor gaat zorgen dat met name het beperken van irreguliere migratie, opvang in de regio en bovenal het sluiten van migratiedeals daartoe, speerpunten worden van het migratiebeleid onder de nieuwe Europese Commissie.

2. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben in de media kennisgenomen van een plan uit de koker van Frankrijk en Duitsland de door NGO’s naar Europa gebrachte migranten te verdelen over de lidstaten van de EU. Klopt het dat in het plan zelfs geen onderscheid wordt gemaakt tussen gestelde vluchtelingen en andere illegale migranten? Deelt u de mening dat dit de toestroom van illegale migranten alleen maar versterkt nu zij wederom het signaal krijgen dat, wanneer zij de oversteek naar Europa maken, zij niet worden tegengehouden c.q. teruggestuurd maar juist welkom worden geheten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, dan deelt u toch ook de mening dat dit plan gekkenwerk is?

Staat dit plan op de agenda van de formele JBZ-Raad van 7 en 8 oktober a.s.? Kunt u garanderen dat Nederland niet instemt met dit destructieve plan, ook niet als sprake is van een vrijwillige opname van migranten? Voornoemde leden zullen u in ieder geval houden aan de belofte nimmer meer migranten over te nemen van schepen als SeaWatch zoals uitgesproken door uw voorganger Harbers. Steun aan voornoemd plan is hiermee vanzelfsprekend in strijd. Kunt u toezeggen dat, nu Nederland door deze belofte niet mee kan doen aan het plan, u er ook fel stelling tegen zal nemen aangezien het -zoals gezegd- zal zorgen voor een toename van het aantal migranten dat naar Europa komt waarvan een groot deel de weg naar Nederland ook altijd weet te vinden? Kunt u voorts de toezegging doen dat als Nederland niet meedoet aan dit plan, u ook onder geen beding migranten die door bijvoorbeeld Frankrijk en/of Duitsland hierheen zijn gehaald, opvang zult bieden, toegang zult verlenen tot onze sociale zekerheid of in het geval van illegaliteit, bed bad en brood regelingen?

Deelt u voorts de mening dat ook de passage uit het regeerakkoord, dat het overbrengen van migranten naar het Europees grondgebied terwijl de dichtstbijzijnde veilige haven in Afrika dan wel het Midden-Oosten ligt, mensensmokkel faciliteert en moet worden tegengegaan, in strijd is met genoemd plan? Hoe beoordeelt u in dit licht de beweging van twee coalitiepartijen om hiervan af te wijken? Zult u de positie innemen dat dit niet kan?

Hoe beoordeelt u de tragische omstandigheid dat de EU niet in staat is om illegale migranten tegen te houden en er zelfs op gericht is om ze binnen te halen? Erkent u dat het daarom niet verstandig was alle zeggenschap over het vreemdelingenbeleid uit handen te geven en dat het cruciaal is dit terug te krijgen?

De leden van de PVV-fractie vragen of u erkent dat de Turkije-deal een flop is nu het aantal migranten vanuit Turkije naar Griekenland steeds meer toeneemt en de afgelopen jaren tegen de beloftes van het kabinet in nog nooit naar nul is teruggebracht, getuige de instroomcijfers in Nederland alleen al. Hoe beoordeelt u de berichten dat agenten op Lesbos door migranten met stenen zijn bekogeld, dat het opvangkamp in de fik is gezet en dat als gevolg daarvan meerdere mensen zijn overleden? Zijn deze migranten opgepakt en uitgezet?

Bent u voorts op de hoogte van de chantage van Turkije om een deel van de deal met Europa op te schorten, namelijk het niet meer terugnemen van migranten die illegaal de grens oversteken naar Griekenland, in ruil voor de versoepeling van de visumplicht voor de Turken, zo vragen voornoemde leden. Zo ja, draait de EU per direct de geldkraan dicht voor Turkije? Hoeveel Syriërs heeft Turkije teruggenomen sinds de start van de Turkije-deal? Hoeveel daarvan hebben in Griekenland of elders in de EU een asielaanvraag ingediend? Wat is de verhouding van het aantal van Turkije overgenomen Syriërs en het aantal naar dat land teruggestuurde Syriërs gelet op de afspraak dat dit een op een zou zijn?

Bent u op de hoogte van de resultaten van een zes weken durende operatie van Interpol waarbij meer dan een dozijn «foreign terrorist fighters» zijn ontdekt die de Middellandse Zee overstaken?. Waar bevinden deze potentiele terroristen zich nu en zijn zij vastgezet? Kunt u garanderen dat deze terroristen uit Europa verdwijnen en bent u bereid het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) op te zeggen als blijkt dat uitzetten niet mogelijk is in verband met artikel 3 van het EVRM? Kunt u een reactie geven op een artikel uit The Jerusalam Post d.d. 16 september j.l. waarin staat dat Merkel met het toelaten van 300.000 ongedocumenteerde migranten een enorm veiligheidsrisico heeft veroorzaakt? Erkent u dat met de veiligheid van burgers wordt gespeeld? Volgens deze leden is het, mede gelet op deze berichten, van groot belang dat Nederland weer grenscontroles invoert. Bent u bereid hier gehoor aan te geven en te zorgen dat de beperkingen die hierbij door het Schengenakkoord gelden niet langer op Nederland van toepassing zijn? Zo nee, beseft u dat het kabinet totaal onverantwoord bezig is?

Bent u bereid deze vragen vóór donderdag 3 oktober 10 uur te beantwoorden zodat voornoemde leden de mogelijkheid hebben nog vóór de JBZ raad een VSO aan te vragen teneinde moties in te dienen?

3. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de JBZ-Raad, 7 en 8 oktober 2019 te Luxemburg. Zij hebben nog enkele vragen.

Deze leden brengen graag de interparlementaire conferentie over asiel en migratie in Helsinki van afgelopen zomer in herinnering. Daar bleek een grote gedeelde behoefte te bestaan tussen vele verschillende Europese parlementen, dat herkomstlanden van migranten uitgeprocedeerde asielzoekers vaker en makkelijker dienen terug te nemen en dat daar momenteel te weinig aan gedaan wordt. Kunt u aangeven hoe het kan dat vrijwel alle Europese parlementen deze wens delen, maar er vanuit de Europese Commissie weinig aandacht voor lijkt te zijn? Kunt u aangeven hoe u voornemens bent hier verandering in aan te brengen?

De aan het woord zijnde leden hebben vernomen dat Oostenrijk voornemens is Syrische vluchtelingen terug te gaan sturen naar Syrië. Zij vragen of Nederland ook voornemens is (delen van) Syrië als veilig te bestempelen. Zo nee, wat gaat u eraan doen teneinde te voorkomen dat Syriërs uit Oostenrijk naar Nederland – en andere landen die niet uitzetten- komen om hier alsnog asiel aan te vragen? Erkent u het probleem van secundaire migratie?

Bent u bereid daar bij de aankomende JBZ-Raad tevens aandacht voor te vragen?

Voornoemde leden lezen dat u enkel voornemens bent zich bij de uitkomsten van de bijeenkomst, inzake ontscheping op Malta 23 september jl, aan te sluiten indien er zicht is op een structurele oplossing. Kunt u nogmaals aangeven hoe u een structurele oplossing voor zich ziet? Is dat een brede oplossing, die naast ontscheping nog aandacht heeft voor andere zaken zoals de verdeling van vluchtelingen over de EU en de terugkeer? Of ziet de structurele oplossing volgens u enkel op een structurele oplossing voor ontscheping en verdeling?

De leden van de CDA-fractie lezen dat u voornemens bent aandacht te vragen voor de erbarmelijke omstandigheden waar de vluchtelingen op de Griekse eilanden zich in bevinden.

U bent voornemens een oproep te doen Griekenland bij te staan teneinde structurele verbeteringen in de opvang en het versnellen van de asiel- en terugkeerprocedures. Over welke structurele verbeteringen heeft u het dan? Wordt daarbij tevens aandacht geschonken aan bijvoorbeeld de sanitaire voorzieningen in de kampen op de Griekse eilanden?

4. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de impasse in de discussie over het Europese asielbeleid en het ontbreken van fatsoenlijke en duurzame ontschepingsoplossingen. Zij zijn van mening dat het noodzakelijk is dat Nederland op Europees niveau actief meepraat teneinde tot een goede aanpak te komen. Migratie is een vraagstuk dat om een Europese oplossing vraagt. Voornoemde leden constateren dat vooral de instroom via de oostelijke Mediterrane route een zorgelijke toename laat zien, waardoor de Griekse vluchtelingenkampen overvol zitten en er een enorm gebrek is aan verschillende basisbehoeftes. Vooropgesteld betreuren de aan het woord zijnde leden de gebeurtenissen van deze week in het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos zeer.

Bent u bereid de erbarmelijke staat van de Griekse vluchtelingenkampen wederom aan de orde te stellen en de Europese Commissie, andere lidstaten en de Griekse regering op te roepen snel verbetering te bewerkstelligen in deze kampen? Deelt u de mening van voornoemde leden dat een oplossing voor ontscheping van migranten en vluchtelingen die via zee komen zich ook moet richten op de situatie in Griekenland en de westelijke route via Spanje, naast de aandacht voor Italië en de centrale route? Klopt het dat Griekenland voornemens is duizenden mensen te evacueren van de eilanden naar het vasteland? De aan het woord zijnde leden delen uw mening dat het van het grootste belang is dat de Griekse asielprocedures worden versneld. Kunt u een verslag van de stand van zaken geven op dit punt?

De leden van de D66-fractie hebben voorts vernomen dat op een minitop in Malta een overeenkomst is gesloten tussen een aantal lidstaten over de ontscheping van drenkelingen die gered zijn op de Middellandse zee. Zij zijn verbaasd over het feit dat Nederland niet deelnam aan deze bijeenkomst. Voornoemde leden vernamen in een kabinetsreactie dat Nederland niet was uitgenodigd en zij vragen u toe te lichten waarom niet, en op welke manier Nederland inspanningen levert om tot oplossingen te komen voor het Europese migratievraagstuk. Kunt u daarbij toelichten welke gesprekken u heeft gevoerd met welke lidstaten en wanneer, wat daarvan de uitkomsten zijn geweest, en welk vervolgen daaraan wordt gegeven?

Voorts vragen de aan het woord zijnde leden of u kennis heeft genomen van de inhoud van de overeenkomst die is gepresenteerd op de minitop in Malta, en zo ja, of u kunt toelichten wat uw appreciatie is van de overeenkomst? Kunt u tevens toelichten wat de inzet van Nederland zal zijn bij de aankomende JBZ-Raad betreffende de voorliggende overeenkomst en hoe u de opvolging ziet? Hoe schat u het Europese speelveld in, welke positie neemt Nederland daarbij in en welke lidstaten heeft u daarbij aan uw zijde? Voornoemde leden willen benadrukken dat een Europees vraagstuk zoals migratie uitsluitend Europees aangepakt kan worden, en deze leden hechten er zeer veel waarde aan dat Nederland zich proactief opstelt in de totstandkoming van oplossingen voor dit complexe vraagstuk.

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat Nederlandse reders zich zorgen maken wanneer er geen oplossing komt voor de ontscheping van drenkelingen, gered op de Middellandse Zee1. De reders vrezen dat onveilige situaties ontstaan als zij drenkelingen oppikken, zoals verplicht volgens het zeerechtverdrag, maar de drenkelingen vervolgens nergens veilig van boord kunnen zetten. Bent u bekend met de toename van het aantal reddingen gedaan op de Middellandse Zee door koopvaardijschepen in 2019? Erkent u dat door het beperken van het aantal NGO’s dat mag varen op de Middellands Zee dit problemen kan veroorzaken voor de koopvaardijschepen die in hetzelfde gebied varen? Wat doet u teneinde de zorgen van de reders weg te nemen en de veiligheid van de bemanningen te borgen? In hoeverre leven deze zorgen ook bij reders van andere lidstaten en in hoeverre is dit een onderwerp van gesprek bij het vinden van oplossingen? Welke oplossingen ziet u teneinde de zorgen van de Nederlandse reders te adresseren? Deelt u de mening dat het niet zo mag zijn dat door het gebrek aan een fatsoenlijke Europese oplossing voor de ontscheping van drenkelingen, de veiligheid van bemanningsleden van koopvaardijschepen in het geding komt?

De aan het woord zijnde leden constateren dat de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie binnen 100 dagen na het aantreden van de nieuwe commissie een voorstel voor een nieuw «migratiepact» wil doen. Deze leden vragen of u al een inschatting kunt maken van de inhoud van de voorstellen die onderdeel zullen zijn van dit migratiepact, hoe u daartegenover staat en hoe de rest van het krachtenveld eruit ziet. Voorts vragen voornoemde leden hoe u zich zal inspannen teneinde betrokken te zijn en blijven bij de totstandkoming van dit migratiepact. Deelt u de mening dat alleen door uw actieve deelname een migratiepact tot stand kan komen dat ook aan de Nederlandse wensen tegemoet komt? De aan het woord zijnde lezen dat de nieuwe commissievoorzitter meer wil inzetten op legale migratie, zowel hervestiging van vluchtelingen als werkgelegenheid voor hoogopgeleide werknemers. De bovengenoemde leden ondersteunen deze prioriteiten van harte en zijn van mening dat door inzet op en prioriteit aan legale migratie te geven, druk op irreguliere migratieroutes verlicht kan worden. Hoe beoordeelt u deze inzet op legale migratie en welke concrete stappen kunt u en zult u zetten teneinde de voorzitter van de Europese Commissie te ondersteunen bij deze prioriteit?

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat Operatie Sophia een verlengd mandaat heeft gekregen tot en met 31 maart 2020, waarbij wederom het maritieme deel van de missie tijdelijk is opgeschort2. Welke positie heeft Nederland ingenomen bij de verlenging van dit mandaat en hoe zag de rest van het krachtenveld eruit? Waarom is gekozen het maritieme deel van de missie niet te hervatten? Wat zijn de resultaten die Operatie Sophia sinds de opschorting van het maritieme deel heeft bereikt zowel kwalitatief als kwantitatief? Kunt u een update geven hoe de samenwerking met en monitoring van de Libische kustwacht verloopt?

Kan voorts een update worden gegeven van de stappen die zijn gezet na aanleiding van de aangenomen motie van de leden Groothuizen c.s.3, om in de JBZ-Raad te pleiten voor de inzet van robuuste politieke en diplomatieke middelen voor de evacuatie van vluchtelingen en migranten uit de Libische detentiecentra?

5. Vragen en opmerkingen vanuit de GL-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Zij zijn verheugd dat het enkele grote EU-lidstaten is gelukt afspraken te maken over het opnemen van migranten in het Europese deel van de kust van de Middellandse Zee. In de geannoteerde agenda schrijft u: «Daarnaast zullen Frankrijk, Duitsland, Italië en Malta de Raad informeren over de uitkomsten van hun bijeenkomst inzake ontscheping op Malta 23 september jl. Het kabinet heeft de gezamenlijke intentieverklaring van de vier onlangs ontvangen en zal dit op zijn merites beoordelen.» Deze leden vragen waarom het u nog niet is gelukt de merites van het voorstel inmiddels te beoordelen. Zij vragen u of het deelnemen aan de betreffende afspraken niet overeenkomstig zou zijn met het regeringsbeleid, gelet op de ambitie van de regering te komen tot een solidaire en humane opvang van migranten in de EU. Bent u bereid namens Nederland op de JBZ-Raad aan te geven bereid te zijn deel te nemen aan de afspraken, en zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het niet, gelet op de al jaren voortdurende impasse bij de onderhandelingen over de totstandkoming van het GEAS, juist goed is om met (een) coalitie(s) van welwillende landen afspraken te maken en zo een doorbraak te forceren. Waarom stelt u dat het voor de beoordeling door Nederland van het voorstel van doorslaggevende betekenis is of het voorstel perspectief biedt op een structurele oplossing? Waarom is het in uw ogen niet mogelijk door middel van trial en error uiteindelijk bij een structurele oplossing te komen?

De aan het woord zijnde leden vragen waarom u in het verslag van de voorgaande JBZ-Raad aangeeft dat u het als criterium voor herverdeling ziet dat een lidstaat onder een aanhoudende, disproportionele druk staat. Deze leden vragen u, of dit streven niet juist strijdig is met uw wens voor een structurele oplossing, en zo nee, hoe u dit dan wel ziet.

Hoe ziet u de aanhoudende, disproportionele druk? Om hoeveel binnenkomende migranten in welk tijdsbestek gaat het dan?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat u voornemens bent de situatie van migranten op de Griekse eilanden en in Libische detentiecentra aan te kaarten. Voornoemde leden vragen of u ook concrete voorstellen zult doen op de JBZ-Raad teneinde de situatie van deze migranten te verbeteren, en zo nee, waarom niet? Deze leden hebben vernomen dat de kampleiding op de Griekse eilanden hulp van NGO’s soms actief tegenwerken. Zo zou de kampleiding op Samos toiletten hebben verwijderd die door NGO’s waren geplaatst. Voornoemde leden vragen of u soortgelijke berichten heeft ontvangen, en of u bereid bent uw Griekse ambtsgenoot aan te spreken op deze praktijken?

6. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de JBZ-Raad. Zij vinden het onbegrijpelijk dat de coalitiepartijen het algemeen overleg hebben omgezet in een schriftelijk overleg. Deze leden hadden graag een debat gevoerd over de ingrijpende agendapunten. Zij wijzen op de erbarmelijke omstandigheden van duizenden migranten die vastzitten op de Griekse eilanden. Wanneer treden lidstaten eindelijk een keer op tegen dit humanitaire drama? Wat doet Nederland om de nood te ledigen? Voornoemde leden vragen een reactie op het verschrikkelijke nieuws dat een moeder en twee kinderen zijn omgekomen bij een brand op het Griekse eiland Lesbos (RTL nieuws, 29 sept 2019). Wat onderneemt u tegen de enorme overbevolking op kamp Moria? De aan het woord zijnde leden vragen of het bericht klopt dat er 13.000 migranten verblijven, terwijl er plaats is voor slechts 3.000 migranten. Zij vragen tevens of het klopt dat in totaal circa 30.000 migranten verblijven op de eilanden. Bent u het eens dat eerst en vooral de kwetsbare vluchtelingen in veiligheid gebracht moeten worden? Deelt u de mening dat deze schandvlek een verantwoordelijkheid is van de EU in zijn geheel en niet alleen van Griekenland?

Hoe verklaart u de toename van het aantal migranten richting Europa via de oostelijke route, waaronder de route Turkije-Griekenland? Is dit een gevolg van de slechte omstandigheden van vluchtelingen in Turkije? Wat onderneemt u met de EU om te zorgen dat de situatie voor vluchtelingen in Turkije verbetert? Wat onderneemt de EU als mensenrechten jegens vluchtelingen in Turkije worden geschonden? Bent u bereid de financiële steun aan Turkije conditioneel te maken? Voornoemde leden ontvangen graag de intentieverklaring van onder andere Frankrijk en Duitsland inzake ontscheping. Wat behelst het plan in hoofdlijnen? Welke landen gaven steun aan het plan? Waarom heeft Nederland zich niet aangesloten? In hoeverre worden de parlementariërs bij de besluitvorming betrokken? Waarom bent u er niet in geslaagd Frankrijk, Duitsland, Italië en Malta te overtuigen van uw eigen voorstel – de zogeheten «structurele oplossing»? Welke bezwaren brachten landen daartegen in? Waarom is het niet mogelijk kordaat maar ook zorgvuldig aan de buitengrenzen te bepalen wie wel en wie niet in aanmerking komt voor asiel in Europa? Indien het voorstel van Frankrijk en Duitsland niet wordt overgenomen, welke maatregelen zijn dan wat u betreft nodig om te voorkomen dat boten met migranten wekenlang op zee dobberen?

Wat onderneemt de nieuwe Europese Commissie om de grondoorzaken van onvrijwillige migratie weg te nemen, zoals een gebrek aan perspectief, economische uitzichtloosheid, oorlog en klimaatverandering? Wat zijn de exacte voornemens op het gebied van legale migratie en wat is hierover uw oordeel? Kunt u daarbij ingaan op de gevolgen voor de lokale gemeenschap? Deelt u de mening dat arbeidsmigratie ontwrichtende gevolgen kan hebben, zoals het beroven van ontwikkelingslanden van hun jonge en gezonde werknemers omdat Europese werkgevers graag een overschot aan gewillige werknemers hebben, zodat zij de lonen laag kunnen houden en de winsten hoog?

Wat waren de uitkomsten van het ambtelijk overleg over Afghanistan en Libië op 17 september en wat is de opstelling van Nederland geweest? Kunt u een overzicht geven van het erkenningspercentage van Afghaanse asielzoekers in de verschillende Europese landen en kunt u een verklaring geven voor de verschillen? Hoe staat het met de sluiting van detentiecentra, zoals verzocht door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking? Hoeveel migranten worden opgesloten in detentiecentra?

Hoeveel migranten zijn overgebracht naar Niger en hoeveel daarvan komen in aanmerking voor hervestiging? Bent u bereid in te brengen dat zowel invoering als intrekking van het besluit om over te gaan tot visumliberalisatie, aan individuele lidstaten wordt overgelaten?

7. Vragen en opmerkingen vanuit de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve van de JBZ-Raad. Zij hebben daarbij de volgende vragen. De aan het woord zijnde leden zijn van mening dat ook Nederland een constructieve bijdrage moet leveren aan het initiatief dat Frankrijk, Duitsland, Italië en Malta hebben genomen. Naar de mening van deze leden moet de regering zich bij dit initiatief scharen; deelt u die mening? Zo nee, waarom niet en hoe wilt u dan wel zorgen voor concrete vooruitgang ten aanzien van het urgente probleem van herverdeling van migranten over de lidstaten van de EU in het algemeen en Nederland in het bijzonder?

8. Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het tijdelijke relocatiemechanisme dat Frankrijk, Duitsland, Italië, Malta en EU-voorzitter Finland overeengekomen zijn. Deze leden begrijpen niet dat Nederland niet in elk geval bij de besprekingen hierover betrokken is geweest. De overeenkomst kan namelijk het begin van een doorbraak betekenen. Het zou goed zijn als Nederland in elk geval meegepraat zou hebben. Kunt u uitleggen waarom u niet actief geprobeerd heeft aan dit overleg deel te nemen? Bent u van plan aan de zijlijn te blijven staan als straks mogelijk andere landen zich bij dit initiatief aansluiten? Het principe om automatisch een deel van de instroom uit een grensland als Italië over te nemen is volgens deze leden heel logisch als wij streven naar een Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel. Bent u dat met deze leden eens, zo nee, waarom niet?

Waarom wilt u alleen in tijden van buitenproportionele druk, asielzoekers overnemen? Wanneer is sprake van buitenproportionele druk? Hoe denkt u erover dat landen van eerste aankomst dan per definitie met een onevenredig groot aantal asielzoekers te maken blijven krijgen? Hoe rijmt u dit met het uitgangspunt van Europese solidariteit? Deze leden horen daar graag uw reactie op.

Wat de leden van de ChristenUnie-fractie betreft zouden afspraken over herverdeling binnen een «coalition of the willing» gepaard moeten gaan met afspraken over striktere uitvoering en handhaving van het huidige Dublin-systeem of nieuwe afspraken binnen deze coalitie over asielzoekers die doorreizen binnen de EU. Deelt u de mening dat op die manier het tijdelijke mechanisme meer structureel zou kunnen worden?

Volgens voornoemde leden laat de huidige situatie op de Griekse eilanden zien dat afspraken zoals de genoemde landen hebben gemaakt nodig zijn en uitgebreid dienen te worden tot alle landen die met de eerste aankomst van asielzoekers te maken hebben. Bent u dat met de aan het woord zijnde leden eens? Is op de Griekse eilanden sprake van een buitenproportionele druk? Wat verklaart volgens u de stijging van het aantal asielzoekers via de oostelijke route, wat is de rol van Turkije hierin en hoe gaat Nederland dit aan de orde stellen bij de Raad?

II Reactie van de bewindspersoon

Met belangstelling heeft het kabinet kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van VVD, CDA, D66, PVV, GroenLinks, PvdA en SP in relatie tot de JBZ-Raad 7-8 oktober 2019. Hieronder treft u de beantwoording aan per thema op het gebied van asiel en migratie.

Ontscheping

In reactie op de vragen van de leden van de PvdA, CU, GroenLinks, SP, D66, CDA, PVV en VVD met betrekking tot een tijdelijk ontschepingsmechanisme, meldt het kabinet het volgende. De bijeenkomst op Malta van 23 september jl. was een voortzetting van eerder gevoerde discussies in achtereenvolgens Helsinki en Parijs n.a.v. een Frans/Duits initiatief voor een voorspelbaar ontschepingsmechanisme in de EU. Nederland was bij de discussies in Helsinki en Parijs aanwezig. Een appreciatie van de uitkomsten van deze discussies is u toegekomen via de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele JBZ-Raad van 18 – 19 juli jl. Ook na de bespreking in Parijs bleek het aantal lidstaten dat daadwerkelijk overwoog om deel te nemen aan het mechanisme beperkt. De bijeenkomst in Malta betrof een besloten bijeenkomst, enkel Frankrijk, Duitsland, Italië, Malta, Finland (voorzitterschap) en de Europese Commissie waren aanwezig. Deze lidstaten zochten eerst naar onderlinge afstemming voordat er naar steun van andere lidstaten zou worden gezocht.

Het kabinet heeft de gezamenlijke intentieverklaring van de vier lidstaten ontvangen en beoordeelt deze op haar merites. Het kabinet loopt niet vooruit op de inhoudelijke bespreking van de gezamenlijke intentieverklaring die tijdens de JBZ-Raad zal plaatsvinden. Wel meldt het kabinet dat de intentieverklaring op dit moment onvoldoende tegemoet komt aan de voorwaarden die het kabinet stelt. Zoals toegelicht in de kamerbrief van 14 januari jl., pleit Nederland voor een structurele oplossing voor ontscheping in de EU. Cruciaal is dat ontscheping aan de buitengrenzen in een gecontroleerde setting plaatsvindt. Bij aankomst moeten kansrijke asielzoekers z.s.m. worden gescheiden van kansarme asielzoekers en irreguliere migranten via een grensprocedure die doorreizen voorkomt. Voor de eerste groep kan eventueel sprake zijn van herplaatsing naar andere EU lidstaten mits er sprake is van een aanhoudende, disproportionele druk in de lidstaat van aankomst, een voldoende groot aantal lidstaten deelneemt en de lidstaat van ontscheping óók zijn «fair share» en verantwoordelijkheid neemt. Daarnaast is het voor Nederland van groot belang dat er wordt gewerkt aan spoedige terugkeer van niet-kansrijke asielzoekers. Tot slot dienen de lidstaten van aankomst gepaste steun van de Commissie en EU Agentschappen te krijgen. Onder deze voorwaarden zou Nederland kunnen overwegen deel te nemen aan een dergelijk mechanisme.

Tijdens de lunchbespreking van dit onderwerp zal het kabinet de toelichting op de gezamenlijke intentieverklaring aanhoren en in haar reactie benadrukken welke voorwaarden Nederland stelt aan het vinden van een structurele oplossing voor ontscheping in de EU. De contouren van een tijdelijk mechanisme zijn van belang voor het vormen van een structureel mechanisme. Daarom moeten vanaf het begin duidelijke en werkbare afspraken worden gemaakt. Het krachtenveld is nog onduidelijk. Net als Nederland, ziet een substantieel aantal lidstaten nog bezwaren. Het is mogelijk dat de groep lidstaten die eerder regelmatig deelnam aan ad hoc ontschepingen, welwillender tegenover de gezamenlijke intentieverklaring zal staan.

Het standpunt van het kabinet ten aanzien van ontscheping van drenkelingen in zowel de EU als daarbuiten is in het schriftelijk overleg met uw kamer ter voorbereiding op de iJBZ Raad van 18 en 19 juli jl. toegelicht. Hierbij is benadrukt dat de conclusies van de Europese Raad van juni 2018 het uitgangspunt vormen. Tevens is benadrukt dat de inzet op een structurele oplossing voor ontscheping aan EU-zijde niets af doet aan de ambitie van de EU om met andere landen te komen tot bredere migratiesamenwerking, inclusief afspraken over ontscheping van drenkelingen in veilige havens buiten de EU.

Ten aanzien van de opmerking van de PVV-fractie over de belofte dat Nederland nimmer meer migranten over zal nemen van schepen als de Sea-Watch 3, verwijst het kabinet u naar de kamerbrief van 14 januari jl. Hierin wordt gesteld dat Nederland, zonder een concreet perspectief op een structurele oplossing, niet meer zal deelnemen aan ad hoc maatregelen in het kader van ontscheping. Dit betreft geen belofte om nimmer meer migranten meer over te nemen van dergelijke schepen. Voor wat betreft het overnemen van asielzoekers van Frankrijk en Duitsland als gevolg van een tijdelijk mechanisme zij opgemerkt dat, na mogelijke herplaatsing van ontscheepte migranten naar lidstaten die deelnemen aan een tijdelijk mechanisme, deze landen zelf verantwoordelijk zullen zijn voor de asielprocedure. Er is geen sprake van dat Nederland zeggenschap over het vreemdelingenbeleid uit handen heeft gegeven.

Ten aanzien van de vragen van de D66-fractie betreffende de zorgen van reders over onveilige situaties op zee wordt verwezen naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het kabinet erkent de zorgen van de reders. Het kabinet beschikt niet over cijfers over het aantal reddingen uitgevoerd op de Middellandse Zee door koopvaardijschepen in 2019.

Voor wat betreft de vragen van de leden van GroenLinks over de aanhoudende, disproportionele druk zij het volgende opgemerkt. Een voorwaarde voor het overnemen van asielzoekers uit een andere lidstaat is voor het kabinet dat die andere lidstaat onder disproportionele druk staat, omdat herplaatsing een ultimum remedium is dat alleen in uitzonderlijke gevallen toegepast moet worden. Dit is onderdeel van onze inzet in het GEAS en in discussies over een structurele oplossing voor ontscheping. De in uw vraag geconstateerde tegenstrijdigheid, zie ik dan ook niet. Of in een lidstaat sprake is van een disproportionele druk dient aan de hand van objectieve elementen te worden vastgesteld. Daarbij valt te denken aan elementen als BNP en bevolkingsaantal, afgezet tegen het aantal in dat land ingediende asielverzoeken. Op Europees niveau is hier nog geen definitieve invulling aan gegeven. Wat Nederland betreft dienen afspraken terzake in het kader van de onderhandelingen over het GEAS te worden overeengekomen.

Griekse eilanden

Het kabinet deelt uw zorgen en ongeduld. De laatste berichtgeving van de brand in Moria bevestigt eens te meer dat de situatie op de Griekse eilanden uiterst zorgwekkend is. Wat het kabinet betreft is er duidelijk sprake van een dringende noodzaak om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Nederland dringt daar voortdurend op aan, op ambtelijk en politiek niveau, en in bilateraal en EU-verband.

Griekenland moet zelf verantwoordelijkheid nemen voor de benodigde structurele verbeteringen. In dat licht verwelkomt het kabinet de prioriteiten van de nieuwe Griekse regering op het terrein van migratie, waaronder het verbeteren van de opvang, het versnellen van asielprocedures, het versterken van grensbewaking en het opschalen van terugkeer en het ontlasten van de eilanden en het creëren van meer opvangcapaciteit. Wat het kabinet betreft verdient Griekenland daar alle steun bij van de Commissie en andere EU lidstaten. Deze is Griekenland ook vaak aangeboden en wordt ook daadwerkelijk verleend. Nederland heeft de Griekse autoriteiten steun aangeboden bij het doorvoeren van deze beoogde structurele verbeteringen, zoals bijvoorbeeld door het delen van kennis, expertise en ervaring.

Vanwege de toename van de instroom via de oostelijke Mediterrane route heeft de Griekse regering op 31 augustus een aantal maatregelen genomen om de situatie in de opvangkampen op de Griekse eilanden te verlichten. In dat kader zijn vanaf 2 september meer migranten overgeplaatst van Lesbos naar het vasteland om de druk op de opvang te verlichten. Volgens de Commissie zijn in september meer dan 5.000 migranten overgeplaatst naar het vasteland.

Op 29 september ontstond een brand in hotspot Moria op Lesbos, waarbij volgens de Griekse autoriteiten een persoon is overleden. De oorzaak van de brand is nog niet officieel bevestigd, volgens de brandweer ontstond de brand door kortsluiting. Ook in het algemeen zijn de spanningen in de kampen als gevolg van overbevolking en slechte opvangcondities opgelopen. Hierdoor komt het voor dat de politie moet optreden om escalaties te voorkomen. Indien er sprake is van overtredingen van de wet, dan is het aan de Griekse autoriteiten om passende maatregelen te nemen.

Naar aanleiding van de brand in Moria kwam de Griekse ministerraad op 30 september bijeen om de migratieproblematiek te bespreken. Na afloop van het overleg kondigde de Griekse regering een aantal maatregelen aan, waaronder snellere procedures, versterkte grensbewaking, verbetering terugkeer, ontlasting van de eilanden en meer opvangcapaciteit. Wat betreft de snellere procedures beoogt Griekenland een nieuwe asielwet en minder beroepsmogelijkheden. Hierbij is Griekenland voornemens de mogelijkheden voor beroepsprocedures aan te passen van vier naar drie beroepsprocedures, waarbij de internationale en Europese wet en regelgeving gewaarborgd blijft. Daarnaast wil de Griekse regering een versterkte grensbewaking door meer patrouilles op zee en extra ondersteuning van Frontex. Terugkeer zal worden bevorderd door de uitbreiding van gesloten centra voor mensen die geen recht hebben op asiel, het vaststellen van een veilige landenlijst en striktere kwetsbaarheidscriteria. Ook is de Griekse regering van plan de eilanden te ontlasten door meer transfers naar het vasteland te bewerkstelligen en meer opvangcapaciteit te creëren.

Ten aanzien van de vragen van de leden van de CDA-fractie over structurele verbeteringen, meldt het kabinet dat zij hieronder alle verbeteringen verstaat die bijdragen aan een duurzamere opvang en aan een versnelling van de asiel- en terugkeerprocedure. Dit omvat ook de sanitaire voorzieningen in de opvangkampen. Andere voorbeelden van structurele verbeteringen zijn het vaststellen van meer zorgvuldige kwetsbaarheidscriteria, het beperken van de (vele) beroepsmogelijkheden, het bewerkstelligen van een effectiever terugkeerbeleid naar zowel transit- als herkomstlanden en het leveren van adequate medische zorg.

Voor wat betreft de vragen van het D66-fractie over een oplossing voor ontscheping van migranten via zee, spreekt de verklaring zoals overeengekomen op Malta op 23 september momenteel niet over een specifieke route, maar van een «pilot project» van zes maanden tussen betrokken partijen (thans Frankrijk, Duitsland, Malta en Italië). Daaruit kan worden geconcludeerd dat het vooralsnog vooral de Centraal Mediterrane route betreft. Indien een dergelijk tijdelijk mechanisme zich zou ontwikkelen tot een meer structureel mechanisme, zouden elementen hiervan wellicht op andere routes via de Middellandse zee kunnen worden toegepast. Wel zij daarbij aangetekend dat het intensieve verkeer van NGO-schepen typisch is voor de langere afstanden op de Centraal Mediterrane Route. Voorts is op de Oostelijke Mediterrane route reeds de EU-Turkije Verklaring van toepassing en gelden voor de Westelijke Mediterrane route een aantal bilaterale afspraken tussen Spanje en Marokko.

De leden van de D66-fractie vragen aan het kabinet een verslag omtrent de stand van zaken van de Griekse asielprocedures. Hierover zal informatie op worden genomen in de brief die op korte termijn aan uw kamer zal worden verzonden met een update van de drie voorstellen uit het verslag werkbezoek Griekenland van februari jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 544)

De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar het verwijderen van de door NGO’s geplaatste toiletten op Samos. Het kabinet roept doorlopend op tot verbetering en adequaat management van de opvang in Griekenland, waarbij het tevens de belangrijke rol van NGO’s onderstreept. In geval van tekortkomingen spreekt het kabinet de Griekse autoriteiten hierop consequent aan, zowel politiek als ambtelijk.

De leden van de SP-fractie vragen naar de aantallen migranten die op de Griekse eilanden verblijven. Volgens de Europese Commissie verblijven momenteel circa 29.000 migranten op de Griekse eilanden. Volgens officiële berichten zijn er rond de 12.500 migranten op Moria, terwijl er capaciteit is voorzien voor 3.000 migranten. Griekenland brengt kwetsbare migranten in beginsel naar het vasteland.

Turkije

De leden van de PVV-fractie stellen diverse vragen over de EU-Turkije Verklaring. Turkije biedt inmiddels langere tijd opvang aan circa 4 miljoen geregistreerde vluchtelingen, waaronder ruim 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen, en is daarmee uniek in de wereld. Relatief gezien is de kwaliteit van de opvang hoog in Turkije. Het kabinet blijft zich samen met de EU en de andere EU-lidstaten inspannen om Turkije hierbij te ondersteunen.

De EU en haar lidstaten zijn voortdurend in gesprek met de Turkse autoriteiten, waarbij nadrukkelijk ook aandacht wordt gevraagd voor de mensenrechtensituatie en het principe van non-refoulement. Turkije bevestigt steeds volledig gecommitteerd te zijn aan de EU-Turkije Verklaring. Nederland blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen.

Met de EU-Turkije Verklaring van maart 2016 is het aantal aankomsten in de EU vanuit Turkije sterk gedaald. Recent nemen de aankomsten op de Griekse eilanden substantieel toe, doch de aantallen zijn nog steeds beduidend lager dan ten tijde van de migratiecrisis in 2015/2016. Volgens de Europese Commissie is in 2019 sprake van een stijging van 16 procent van de aankomsten in de EU vanuit Turkije in vergelijking met dezelfde periode in 2018. Er zijn diverse verklaringen voor deze stijging, waarbij zowel «pull-« als «push»-factoren een rol lijken te spelen. Afghanen vormen verreweg de grootste groep van aankomst in Griekenland; een kleiner aandeel betreft Syriërs. Daarom kan op dit moment niet worden geconcludeerd dat er een rechtstreeks verband is tussen toegenomen publiek debat over Syriërs in Turkije en de toename van het aantal aankomsten op de Griekse eilanden.

In de EU-Turkije Verklaring is afgesproken dat asielzoekers wiens aanvraag wordt afgewezen of niet-ontvankelijk wordt verklaard, maar ook alle irreguliere migranten die vanuit Turkije op de Griekse eilanden aankomen en geen asielaanvraag indienen, door Turkije worden overgenomen. Daarvoor worden individuele procedures gehanteerd. Voor elke Syriër die op grond hiervan door Turkije wordt overgenomen, zal de EU ook één Syriër hervestigen. Dit staat ook bekend als het zogenoemde 1:1-mechanisme. Sinds maart 2016, na de inwerkingtreding van de EU-Turkije Verklaring, vinden met regelmaat terugkeeroperaties plaats vanuit Griekenland naar Turkije. Volgens de Europese Commissie zijn in totaal sinds maart 2016 meer dan 1.900 migranten teruggekeerd naar Turkije en meer dan 600 op basis van de bilaterale afspraken tussen Griekenland en Turkije. Tevens zijn sinds juni 2016 via IOM circa 17.000 migranten vrijwillig teruggekeerd uit Griekenland naar hun land van herkomst. Daarnaast stelt de Europese Commissie dat in totaal sinds april 2016 rond de 24.650 Syriërs zijn hervestigd in de EU. In de afgelopen weken hebben zowel terugkeeroperaties vanuit Griekenland naar Turkije als hervestiging vanuit Turkije naar de EU plaatsgevonden conform de EU-Turkije Verklaring.

Nieuwe Commissie

De leden van de VVD-fractie merken op dat de politieke beleidslijnen van Ursula von der Leyen zich vooral toe lijken te spitsen op automatische herverdeling, op meer hervestiging, op GEAS en de verdeling van migranten en hoe het kabinet ervoor gaat zorgen dat met name het beperken van irreguliere migratie, opvang in de regio en bovenal het sluiten van migratiedeals daartoe, speerpunt worden van het migratiebeleid onder de nieuwe Europese Commissie. Deze inschatting van de leden van de VVD-fractie over de focus van de beleidslijnen van de nieuwe Voorzitter van de Europese Commissie deelt het kabinet niet. In haar openingsstatement voor het Europees Parlement benoemde Von der Leyen al dat de EU illegale migratie moet verminderen en mensensmokkel en handel moet bestrijden. Ook benadrukte zij daarin het belang van het komen tot afspraken met landen van herkomst en transit. De ambities op deze onderwerpen komen ook terug in de zogenaamde missie brieven die zij verstuurde aan beoogd Vicepresident Schinas, en beoogd Commissaris Johansson, evenals in de nieuwe Strategische Agenda van de EU voor 2019–2014.4 Zoals uw kamer bekend zijn het beperken van illegale migratie, opvang in de regio en het komen tot afspraken met landen van herkomst, in het bijzonder inzake terugkeer, prioriteiten die onderdeel zijn van de integrale migratieagenda van dit kabinet. Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat deze onderwerpen hoog op de agenda van de nieuwe Commissie prijken.

De leden van de D66-fractie vragen naar het migratiepact van de nieuwe Commissie. De voorstellen die onderdeel zullen zijn van het migratiepact zijn niet bekend bij het kabinet en het is daarom ook niet bekend wat het krachtenveld zal zijn ten aanzien van de voorstellen. Het kabinet is het eens met de leden van de D66-fractie dat het van belang is dat zij actief deelneemt aan de discussies omtrent het migratiepact. Het kabinet zet zich hier reeds voor in door haar ideeën, langs de lijnen van het met uw kamer gedeelde Staat van de Unie paper, actief te delen met de Commissie en met lidstaten, o.a. in JBZ-Raad verband.

In reactie op de vragen van de leden van de SP over wat de nieuwe Europese Commissie doet om de grondoorzaken van onvrijwillige migratie weg te nemen, zoals een gebrek aan perspectief, economische uitzichtloosheid, oorlog en klimaatverandering, meldt het kabinet het volgende. De nieuwe Europese Commissie zal op 1 november a.s. de taken overnemen van de huidige Commissie. De nieuwe Commissie heeft in die zin dus nog niets ondernomen op dit terrein. Wel heeft Von der Leyen aangegeven dat binnen de afspraken die gemaakt worden met landen van herkomst en transit, elementen zoals economische ontwikkeling, investeringen, stabiliteit en veiligheid van belang zijn om perspectief te bieden aan de mensen daar.

Terugkeer

Naar aanleiding van de vragen van de CDA-fractie over de aandacht die vanuit de Europese Commissie uitgaat naar terugkeer en de inzet van het Nederland hierbij, meldt het kabinet het volgende. Het kabinet deelt de wens van de leden van de CDA-fractie dat terugkeer beter gaat verlopen. In tegenstelling tot de leden van het CDA meent het kabinet echter dat de terugkeer wel degelijk een van de prioriteiten van de Europese Commissie is. Het kabinet werkt samen met de Commissie en lidstaten om terugkeer van vertrekplichtige vreemdelingen te bevorderen. Bijvoorbeeld door inzet van nieuw visumbeleid om derde landen tot terugkeer van hun onderdanen bewegen, onderhandelingen over terug- en overname overeenkomsten tussen de EU en derde landen en concrete projecten in het kader van ERRIN, het door de Commissie gefinancierde samenwerkingsprogramma voor terugkeer en re-integratie. Nederland is mede-initiatiefnemer en trekker van dit ERRIN-programma. Dat neemt onder meer 50% van de Europese terugkeer naar Afghanistan voor zijn rekening. Het kabinet wijst ook op het belang van het nieuwe mandaat van het Europees Grens- en Kustwacht Agentschap (EGKWA ofwel Frontex) dat naast grensbewaking tevens extra capaciteit en verantwoordelijkheden voor terugkeer krijgt. Op korte termijn gaat de Kamer mijn brief toe over de inzet op het terugkeerbeleid.

De leden van de CDA-fractie vragen voorts naar het standpunt van het kabinet over terugkeer naar Syrië. Het kabinet zal uw Kamer op zeer korte termijn per brief informeren over het beleidsstandpunt inzake het landgebondenbeleid Syrië. Het kabinet baseert haar beleidsstandpunt op de feiten die volgen uit de objectieve bronnen over de situatie in Syrië waaronder het deze zomer verschenen ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De inhoud van het beleidsstandpunt staat los van de toepassing van de Dublinverordening ten aanzien van bijvoorbeeld Syrische asielzoekers die eerder in een andere lidstaat een asielprocedure hebben doorlopen. Indien op basis van de Dublincriteria een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de afhandeling van een in Nederland ingediend asielverzoek, zal die lidstaat conform de gebruikelijke Dublinprocedure worden verzocht de betreffende asielzoeker terug te nemen.

Legale migratie

De leden van de D66-fractie vragen naar de plannen van de nieuwe Europese Commissie op het gebied van legale migratie en hoe het kabinet deze inzet beoordeelt. De leden van SP-fractie vragen tevens naar de voorstellen van de nieuwe Commissie op legale migratie. Het is duidelijk dat legale migratie een van de speerpunten van de nieuwe Commissie is. Daarbij gaat het om hervestiging, maar ook om het creëren van legale paden voor kennismigranten, passend bij de Europese economie en arbeidsmarkt.5 De Commissie zal deze algemene uitgangspunten nader gaan concretiseren in voorstellen. Die voorstellen zal het kabinet te zijner tijd op de eigen merites beoordelen.

Wat betreft hervestiging (legale route voor kwetsbare vluchtelingen) is Nederland op dit moment nog bezig met de uitvoering van het lopende hervestigingsprogramma («EU 50.000») in welk kader Nederland in 2018 en 2019 maximaal 3.000 vluchtelingen zou hervestigen. Onlangs heeft de huidige Europese Commissie een nieuw hervestigingsprogramma afgekondigd voor het jaar 2020. In dit verband heeft Nederland toegezegd om maximaal 1.500 vluchtelingen te hervestigen: 500 op grond van het nationale quotum, en 1.000 op grond van (EU) migratiesamenwerking met derde landen – te weten de EU-Turkije Verklaring.

Libië

De leden van de D66-fractie vragen naar de verlenging van het mandaat van operatie Sophia. Het mandaat van de Operatie Sophia is op 26 september jl. verlengd. Het betreft de verlenging van de «technical roll-over», waarbij de maritieme component van de Operatie blijft opgeschort. Deze «technical roll-over» is voor het eerst eind december 2018 afgesproken als oplossing voor de crisis die ontstaan is nadat Italië had aangegeven het mandaat van Sophia niet te kunnen verlengen zolang Italië standaard als aanlandingsplaats voor de door Sophia opgepikte migranten wordt beschouwd. Het kabinet is voorstander van verlenging van de operatie en heeft in de onderhandelingen over de verlenging van het mandaat een constructieve houding ingenomen. Het mandaat is met unanimiteit verlengd. Tevens is het afgesproken om in de komende zes maanden opties voor de toekomst van Sophia te analyseren. Discussie over de toekomst Sophia (inclusief de maritieme component) hoeft echter niet te wachten tot einde van deze periode, maar kan plaatsvinden op elk eerder moment indien er nieuwe ontwikkelingen zijn.

Over de resultaten van operatie Sophia sinds de opschorting van de maritieme component is uw Kamer geïnformeerd op 16 juli jl. toen u de halfjaarlijkse voortgangsrapportage van de EU-missie EUNAVFOR MED Sophia (periode 1/12/2018–31/5/2019) vertrouwelijk ter inzage is toegestuurd.6

Door de opschorting van de inzet van schepen wordt de uitvoering van de taak m.b.t. VN-wapenembargo (VNVR-resolutie 2420) en het verzamelen van informatie over oliesmokkel bemoeilijkt. Om deze taak adequaat te kunnen uitvoeren is terugkeer van een maritieme component van het mandaat van Sophia noodzakelijk.

Als gevolg van het aandringen van het kabinet op intensievere monitoring bij de Libische kustwacht is hiertoe binnen de missie een monitoringsmechanisme opgericht. Deze houdt toezicht op het functioneren van de Libische kustwacht in het algemeen en het onderhoud van het door de EU geleverde materiaal. Op basis van deze monitoring worden bijvoorbeeld de opleidingsprogramma’s en instroom van nieuwe rekruten aangepast. Ook wordt de Libische kustwacht ondersteund via trainingen om mensenrechten om te gaan.7

De leden van de D66-fractie vragen of het kabinet een update kan geven van de stappen die zijn gezet na aanleiding van de aangenomen motie van de leden Groothuizen c.s.8, om in de JBZ-Raad te pleiten voor de inzet van robuuste politieke en diplomatieke middelen voor de evacuatie van vluchtelingen en migranten uit de Libische detentiecentra. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Staatssecretaris ook concrete voorstellen zal doen op de JBZ-raad om de situatie van deze migranten in Libië te verbeteren. De leden van de SP-fractie vragen naar de stand van zaken omtrent sluiting van de detentiecentra en het Emergency Transit Mechanism in Niger.

Het kabinet vraagt al geruime tijd, zowel in gesprekken met de Libische autoriteiten als in multilaterale fora, om sluiting van detentiecentra waar migranten en vluchtelingen onder zorgwekkende omstandigheden vastzitten en zal dit blijven doen. Dankzij internationale druk heeft de Libische regering aangekondigd in augustus drie centra te sluiten. Nederland participeert actief in internationale werkgroepen om dit te monitoren en te bezien waar Nederland kan bijdragen aan alternatieve opvang in de regio. Ook is het belangrijk dat het werk van IOM en UNCHR voluit wordt gesteund en zij goede toegang tot Libië hebben. Dankzij steun van IOM zijn duizenden migranten uit centra teruggekeerd naar landen van herkomst. UNHCR schat dat op dit moment zich ca. 5.300 vluchtelingen en migranten bevinden in detentiecentra in Libië. Het UNHCR Gathering and Departure Facility (GDF) herbergt op dit moment circa 920 personen. Nederland draagt zowel aan IOM als UNCHR financieel bij. Daarnaast heeft NL zowel in 2018 als in 2019 een hervestigingsmissie naar Niger uitgevoerd waarbij respectievelijk 26 en 49 vluchtelingen zijn geselecteerd voor hervestiging. Het kabinet verwelkomt de evacuatie vanuit Libië van de eerste groep van 66 vluchtelingen naar het ETM in Rwanda.

Diverse onderwerpen

De leden van de PVV-fractie vragen of de beantwoording vóór donderdag 10 uur naar de kamer kan worden verzonden in verband met de aanvraag van een VSO. Het antwoord op die vraag is ja.

De leden van de SP-fractie vragen naar visumliberalisatie en de mogelijkheid om individuele lidstaten te laten besluiten over visumliberalisatie. Visumliberalisatie ligt op het terrein van de Minister van Buitenlandse Zaken. Besluiten tot visumliberalisatie worden op Europees niveau genomen, aan de hand van een voorstel van de Europese Commissie. Het kabinet ziet geen aanleiding om wat dit betreft een voorstel tot verandering te doen.

De leden fractie-leden van de SP vragen naar de uitkomsten van het ambtelijk overleg over Afghanistan en Libië op 17 september en of het kabinet een overzicht kan geven van het erkenningspercentage van Afghaanse asielzoekers in de verschillende Europese landen. Het overleg waaraan de fractie-leden van de SP refereren is het Hoogambtelijke werkgroep over Asiel en Migratie (HLWG) die periodiek plaatsvindt. In dit gremium vindt geen besluitvorming plaats. De inwilligingspercentages per lidstaat zijn beschikbaar in Eurostat en laten zien dat deze met name voor wat betreft Afghanen uiteen lopen. Deze percentages zijn echter niet één op één met elkaar te vergelijken. Zo kan het feit dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de afdoening van de asielaanvraag onder de Dublin verordening in nationaal verband geregistreerd worden als afwijzing. In Eurostat wordt dit vervolgens niet geregistreerd als afwijzing. Dit heeft te maken met verschillen in definities. Een dergelijke afwijking kan de percentages beïnvloeden. Verder is het zo dat het asielbeleid ten aanzien van derde landen kan verschillen tussen lidstaten.

De leden van de VVD-fractie vragen naar de het inzetten van verschillende beleidsterreinen, bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking, humanitaire en politieke instrumenten, om terugkeer te bevorderen en illegale migratie tegen te gaan. Zoals uw Kamer bekend pleit het kabinet voor het inzetten van verschillende beleidsterreinen om de migratiedoelstellingen van de EU en van Nederland te behalen.9 Het kabinet vraagt aandacht en zal dit blijven vragen voor het zo effectief mogelijk combineren van de invloed die de EU heeft als grootste economie en donor in de wereld om de migratiedoelstellingen te realiseren. Verbeterde coördinatie daarop, zoals de Commissie ambieert, is wel degelijk van belang om verschillende instrumenten te kunnen mobiliseren en doelgericht te kunnen toepassen. Het kabinet heeft goede hoop dat de Commissie in haar nieuwe samenstelling terzake succesvol zal optreden.

De leden van de VVD-fractie vragen of er voldoende en blijvende aandacht is binnen de EU voor het (tegengaan van) het gevaar dat uitgereisde Syriëgangers, al dan niet met vervalste paspoorten, via de asielprocedure proberen terug te keren naar Europa. Binnen de EU is aandacht voor uitreizigers die terugkeren naar Europa, eventueel via de asielprocedure. Hierover meldt het kabinet het volgende. Onderscheid moet worden gemaakt tussen Europese Syriëgangers die weer terugreizen naar Europa aan de ene kant en (voormalig) IS strijders uit Irak en Syrië die naar Europa reizen en hier asiel aanvragen aan de andere kant. Voor Nederland geldt dat de Nederlandse uitreizigers internationaal staan geregistreerd ter fine van aanhouding en uitlevering aan Nederland. Daarnaast is een paspoortmaatregel op hen van toepassing op grond van de Paspoortwet. Dit draagt bij aan het voorkomen van ongemerkte terugkeer naar Nederland. Bij de tweede groep poseert een IS-strijder als asielzoeker. Ook dan is de identificatie en registratie van de vreemdeling zeer belangrijk. Dat is de eerste stap om de identiteit van de persoon vast te stellen. Ook dan worden relevante databases zoals het Schengen Informatie Systeem (SIS) en Stolen en Lost Travel Documents (SLTD) bevraagd. Ten aanzien van Nederland geldt dat de Nederlandse overheid (inclusief de uitvoeringsorganisaties) alert is op signalen van misbruik van de migratiestroom en de asielprocedure door jihadisten. Indien daartoe aanleiding is, wordt onderzoek verricht. Voor aanwijzingen dat een vreemdeling een gevaar is voor de nationale veiligheid, bestaat ook een meldstructuur binnen de vreemdelingenketen.

De leden van de PVV-fractie stellen het kabinet een aantal vragen over een operatie van Interpol waarbij «foreign terrorist fighters» zouden zijn aangetroffen die de Middellandse Zee overstaken en over veiligheidsrisico’s. Het kabinet is bekend met de operatie van Interpol, waarnaar verwezen wordt in de vragen, maar kan op dit moment geen uitspraken doen over de verdere resultaten daarvan. Ten aanzien van de identificatie van asielzoekers en derdelanders die worden aangetroffen zonder geldig verblijfsrecht, geldt dat Lidstaten deze personen dienen te identificeren en registreren. Hiervoor zet ook Duitsland zich in. Het kabinet is niet voornemens grenscontroles in te voeren aan de Schengen-binnengrenzen. Deze zijn niet toegestaan. Tijdelijke invoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen is onder specifieke omstandigheden mogelijk als er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare orde of binnenlandse veiligheid. Criteria hiervoor zijn vastgesteld in de Schengengrenscode. In de binnengrenszone met België en Duitsland voert de KMar in het kader van Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) wel binnenlands vreemdelingentoezicht uit. Het MTV betreft niet-systematische politiecontroles die als doel hebben illegaal verblijf, mensensmokkel en documentfraude in een zo vroeg mogelijk stadium tegen te gaan.

Naar boven