32 317 JBZ-Raad

Nr. 529 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2018

Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het verslag aan van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 11 en 12 oktober 2018 in Luxemburg.

Minister Grapperhaus heeft zoals hem gevraagd tijdens het AO JBZ-Raad op 10 oktober jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 528) en marge van de JBZ-Raad met zijn Bulgaarse collega Tsacheva gesproken over de zaak van de vermoorde journaliste Marinova. Minister Tsacheva heeft hem ingelicht over de voortgang van het onderzoek. Minister Tsacheva heeft ook een verklaring afgelegd in de JBZ-Raad.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 11 en 12 oktober 2018 te Luxemburg

Belangrijkste resultaten

Immigratie en Asiel

Commissievoorstellen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK)

Het Voorzitterschap lichtte het kort voor de Raad verspreide voorzitterschapsdocument toe over de waarborging van de externe dimensie in de thematische faciliteit van de JBZ-fondsen voor asiel, migratie en grensbeheer en over synergie tussen de verschillende fondsen. Veel lidstaten waren positief over inzet van de thematische faciliteit om de externe dimensie te versterken, mits flexibiliteit blijft gewaarborgd en er voldoende middelen beschikbaar zijn.

Voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening

De lidstaten waren door het Voorzitterschap uitgenodigd om in te gaan op de omvang, samenstelling en taken van de Europese Grens- en Kustwacht.

Het voorzitterschap constateerde verder een brede steun voor terugkeer, samenwerking met derde landen en afstemming en synergie met de andere Agentschappen. Ook constateerde het voorzitterschap dat lidstaten het er over eens zijn dat het voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening onderdeel is en moet zijn van een integrale aanpak. Het voorzitterschap concludeerde dat de JBZ-Raad het eens is over het «wat», maar dat de discussie over het «hoe» en «wanneer» nog gevoerd moet worden.

Terugkeerrichtlijn

De lidstaten verwelkomden verschillende aspecten van het voorstel van de Commissie, waaronder het nieuwe artikel inzake risico op onttrekking aan het toezicht, uitbreiding van de mogelijkheden voor vreemdelingenbewaring en de verplichting van vreemdelingen om mee te werken aan terugkeer. In de Raad bestaat nog een verschil van inzicht over het verplichte karakter van een grensprocedure.

Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap

Insolventie

Tijdens de JBZ-Raad is een algemene oriëntatie op het gehele voorstel bereikt. De triloog met het Europees Parlement kan daarom beginnen.

Elektronisch bewijs

Het Voorzitterschap concludeerde dat er draagvlak lijkt te zijn voor een vorm van notificatie. Dit wordt in de raadswerkgroep verder bestudeerd. Daarbij moet worden gekeken van de zwaarte van de categorieën gegevens. Op expertniveau moet verder gesproken worden over de lidstaat waaraan genotificeerd moet worden. Daarnaast concludeerde het voorzitterschap dat real time interceptie geen onderdeel zal uitmaken van het voorstel. De Commissie deelde verder mee dat het op korte termijn onderhandelingsmandaten voor een EU-VS overeenkomst en de onderhandelingen over het Tweede Aanvullende protocol bij de Boedapest conventie zal presenteren.

Europees Openbaar Ministerie

De Commissie hoopt in maart 2019 de Europees Hoofdaanklager te benoemen. Zij hoopt ook op korte termijn meer informatie te verstrekken over de benoeming van de interim-administratief directeur. Het Voorzitterschap nam kennis van de voortgang van de oprichting van het EOM. Over het voorstel van de Commissie tot uitbreiding van het mandaat van het EOM heeft geen discussie plaatsgehad.

Raadsconclusies over de toepassing van het Europees Handvest van de grondrechten in 2017

Het Voorzitterschap heeft, omdat geen compromis bereikt kon worden, voorzitterschapsconclusies aangenomen op basis van het compromisvoorstel, inclusief de paragrafen over LHBTI. Een grote meerderheid van de lidstaten steunden het initiatief van het voorzitterschap en Nederland.

III. Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap

Raad wetgevende besprekingen

1. Insolventie

Richtlijn betreffende preventieve herstructureringsstelsels, een tweede kans en maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van herstructurerings-, insolventie- en kwijtingsprocedures, en tot wijziging van Richtlijn 2012/30/EU.

= Algemene oriëntatie

Het Voorzitterschap lichtte toe dat thans wordt beoogd om een algemene oriëntatie te bereiken over de richtlijn. Deze richtlijn heeft prioriteit en het Voorzitterschap hoopt dat een politiek akkoord bereikt kan worden voor de EP verkiezingen. Deze ambitie wordt gedeeld door de Commissie. De Commissie verwelkomt ook de ambitie van het compromis: het debtor in possession principe en de cross class cram down geven een mogelijkheid van herstructurering waarmee faillissement voorkomen kan worden.

Alle lidstaten steunden het bereikte compromis en benadrukten het belang van voldoende flexibiliteit voor de lidstaten alsmede de balans die is gevonden tussen de belangen van debiteuren en crediteuren. Nederland dankte het Voorzitterschap voor het harde werk en gaf aan dat het bereikte akkoord over de cross class cram down essentieel is voor een efficiënte herstructurering van ondernemingen in financiële nood. Nederland wees op de uitdagende onderhandelingen die in het verschiet liggen voor de triloog omdat de standpunten van de Raad en van het Europees Parlement op onderdelen uiteenlopen.

Het Voorzitterschap concludeerde dat de lidstaten het eens zijn over de bereikte algemene oriëntatie.

2. Verbetering van grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijs

  • a) Verordening inzake Europese bevelen tot overlegging en bewaring van elektronisch bewijs in strafzaken

  • b) Richtlijn wettelijke vertegenwoordigers voor bewijsvergaring

= Beleidsdebat

Het Voorzitterschap heeft de vraag voorgelegd of een notificatiesysteem geïntroduceerd moet worden waarbij de handhavende lidstaat of de lidstaat waarin de betrokken persoon verblijft over de uitvaardiging van een verstrekkingsbevel of bewaringsbevel geïnformeerd moet worden. Op basis van het voorstel van de Commissie kan een Europees verstrekkingsbevel rechtstreeks worden uitgevaardigd aan ISP’s (elektronische dienstverleners) in andere lidstaten, in beginsel zonder tussenkomst van een andere lidstaat.

Het Voorzitterschap gaf aan een algemene oriëntatie te willen bereiken tijdens de JBZ-Raad van 6–7 december 2018. Derhalve verzocht de voorzitter te overwegen om als compromis te aanvaarden dat er een plicht tot notificatie komt die (slechts) dient voor het informeren van de andere lidstaat.

Daarnaast wees het voorzitterschap op het non-paper van de Commissie over real time interceptie (tappen). Opname daarvan zou betekenen dat handhavingsautoriteiten rechtstreeks communicatie kunnen aftappen buiten de grenzen van de eigen lidstaat, zonder tussenkomst van de autoriteiten van de lidstaat waar de dienstaanbieder is gevestigd of waar de onderzochte persoon verblijft. Het Voorzitterschap achtte het niet wenselijk om real time interceptie onder de reikwijdte van de verordening te brengen. Zij vroeg de Commissie om hierop in te gaan en om de Raad tevens te informeren over de onderhandelingsmandaten voor een EU-VS overeenkomst en voor het Tweede Aanvullende protocol bij de Boedapest Conventie.

De Commissie wil graag dat de efficiëntie van het verkrijgen van elektronisch bewijsmateriaal wordt verhoogd. In haar optiek zijn in het voorstel al sterke waarborgen voor procedurele en fundamentele rechten in de uitvaardigende lidstaat opgenomen. Daarom zag zij niet in waarom andere lidstaten systematisch moeten worden betrokken. De Commissie is bang voor veel extra administratieve lasten voor lidstaten die veel elektronische dienstverleners huisvesten. De Commissie steunde de conclusie van het Voorzitterschap dat real time interceptie niet wordt opgenomen in het voorstel.

De mogelijkheid van notificatie werd ingeleid door het Voorzitterschap en lidstaten werden uitgenodigd om zich uit te laten over nut en noodzaak van notificatie. Daarnaast werd aan de lidstaten gevraagd – als notificatie zou moeten worden opgenomen – aan welke lidstaat dan moet worden genotificeerd; de lidstaat waar de elektronische dienstverlener zijn wettelijk vertegenwoordiger heeft gevestigd of de lidstaat waar de persoon wiens gegevens worden gevorderd verblijft. De lidstaten verschilden van mening over de noodzaak en vorm van notificatie. Een groep lidstaten heeft gepleit voor notificatie. Deze lidstaten maken onderscheid tussen notificatie aan de handhavende lidstaat of de lidstaat waarin de betrokken persoon verblijft. Een andere groep lidstaten, met een groter stemgewicht, was zeer terughoudend t.a.v. notificatie. Desondanks toonden enkele van deze lidstaten beperkte openheid voor een vorm van notificatie zonder zich uit te laten over de gevolgen van notificatie.

Nederland gaf aan het doel van het voorstel te steunen en te hechten aan een systeem voor notificatie bij bevelen die zien op transactie gegevens of inhoudelijke gegevens met een optie van interventie voor de handhavende lidstaat. Nederland is van mening dat de handhavende lidstaat goed in staat is een beoordeling van fundamentele rechten of andere belangen te maken. Een dergelijke rol moet niet belegd worden bij elektronische dienstverleners.Nederland staat een snelle procedure voor met een duidelijke afbakening zodat gegevens snel kunnen worden uitgewisseld, waarbij mogelijk een rol voor Europol of Eurojust is. Nederland heeft het Voorzitterschap, net als vele lidstaten, gesteund om real time interceptie niet op te nemen in de reikwijdte van het voorstel.

De Commissie hield vast aan haar eigen voorstel, maar deelde mee bereid te zijn te werken aan een compromis, mits dat niet het doel van de verordening ondermijnt. De Commissie deelde verder mee dat het op korte termijn onderhandelingsmandaten voor een EU-VS overeenkomst en de onderhandelingen over het Tweede Aanvullende protocol bij de Boedapest conventie zal presenteren.

Het Voorzitterschap concludeerde dat verder zal worden gewerkt aan het vinden van een vorm van notificatie met voldoende draagvlak. Daarbij moet worden gekeken van de zwaarte van de categorieën gegevens. Op expertniveau moet verder gesproken worden over de lidstaat waaraan genotificeerd moet worden. Daarnaast concludeerde het voorzitterschap dat real time interceptie geen onderdeel zal uitmaken van het voorstel.

Raad niet-wetgevende besprekingen

3. Grondrechten

  • a) Uitwisseling van standpunten met directeur van het Grondrechtenagentschap (FRA)

  • b) Conclusies van de implementatie van de EU Grondrechtenverdrag in 2017

= Adoptie

Het voorzitterschap heeft een compromisvoorstel voorgelegd t.a.v. Raadsconclusies over de toepassing van het Europees Handvest van de grondrechten in 2017. Belangrijkste onderwerpen die daarin genoemd worden zijn de verdere bewustwording van en toepassing van het Handvest dat volgend jaar 10 jaar in werking is, de rol van het EU Grondrechtenagentschap, het belang van de democratische rechtsstaat, de coherentie van intern en extern EU beleid op het vlak van de grondrechten, de rechten van vrouwen, kinderen, ouderen, Roma en LHBTI, het tegengaan van racisme en xenofobie, de invloed van nieuwe technologieën op grondrechten en gegevensbescherming en de toetreding van de EU tot het Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Istanbul Conventie), en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

Eén lidstaat ging niet akkoord met het voorliggende compromisvoorstel voor Raadsconclusies over de toepassing van het EU Handvest voor de Grondrechten in 2017 vanwege de constatering daarin dat LHBTI vaak slachtoffer worden van discriminatie en geweld binnen de EU, alsmede vanwege een verwijzing naar Raadsconclusies uit 2016 over de gelijkheid van LHBTI. Daarnaast wenste deze lidstaat een specifieke verwijzing naar de discriminatie van Christenen en Joden opgenomen te zien in plaats van religieuze groepen in algemene zin.

De Juridische Dient van de Raad lichtte toe dat bij gebrek aan consensus, voorzitterschapsconclusies een alternatief konden zijn. Het Voorzitterschap stelde daarop voor na onderhandelingen met Nederland als aanjager, voorzitterschapsconclusies aan te nemen op basis van het compromisvoorstel, inclusief de paragrafen over LHBTI. Nederland riep alle lidstaten op dit initiatief te steunen. Vervolgens hebben 27 lidstaten deze voorzitterschapsconclusies gesteund (of zich er niet tegen uitgesproken).

4. Europees Openbaar Ministerie: implementatie

= Stand van zaken

De Commissie presenteerde de stand van zaken van de oprichting van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) langs de lijnen van de brief die door de Commissarissen Oettinger en Jourová is gestuurd aan de Raad. De Commissie hoopt in maart 2019 de Europees Hoofdaanklager te benoemen. Zij hoopt ook op korte termijn meer informatie te verstrekken over de benoeming van de interim-administratief directeur. Het Voorzitterschap nam kennis van de voortgang van de oprichting van het EOM. Over het voorstel van de Commissie tot uitbreiding van het mandaat van het EOM heeft geen discussie plaatsgevonden. Zie hiervoor ook het verslag van de Europese Raad van 17–18 oktober 2018 dat op 25 oktober aan uw Kamer verstuurd is (Kamerstuk 21 501–20, nr. 1378).

5. Wederzijdse erkenning in strafzaken – versterken van wederzijds vertrouwen – de weg vooruit

= Uitwisseling van standpunten

Het Voorzitterschap beoogde met dit agendapunt de discussie in de Raad over de noodzaak van het versterken van het wederzijdse vertrouwen na de informele JBZ-Raad van juli jl. voort te zetten aan de hand van een aantal vragen over de dagelijkse praktijk. De Commissie benadrukte het belang van wederzijds vertrouwen en gaf aan dat het ingebrekestellingsprocedures zal lanceren als lidstaten de instrumenten op het terrein van wederzijdse erkenning niet goed implementeren. De lidstaten die het woord namen onderstreepten het belang van wederzijds vertrouwen voor de strafrechtelijke samenwerking. Zij wezen daarbij op het belang van onafhankelijke rechtspraak en waren voorstander van een dialoog tussen de lidstaten, maar ook van het nemen van praktische maatregelen zoals het uitwisselen van kennis en ervaring. Een stabiele rechtstaat is de basis voor het wederzijdse vertrouwen, zo werd gesteld. Het Voorzitterschap gaf aan dat het de opmerkingen van de lidstaten zal betrekken bij de opstelling van Raadsconclusies die het op dit terrein voorbereidt voor de JBZ-Raad van 6–7 december 2018.

6. Eerlijke en vrije verkiezingen, ook van misbruik van persoonlijke data en cyber incidenten

= Informatie van de Commissie

De Commissie presenteerde haar voorstellen en benadrukte de urgentie van het snel aannemen van regelgeving met het oog op de aanstaande verkiezingen voor het Europees Parlement. Zij riep daarbij de lidstaten op nationaal deskundigen bij elkaar te brengen in een netwerk zodat praktijkvoorbeelden onderling uitgewisseld kunnen worden. Het voorzitterschap onderstreepte het belang van het instellen van een netwerk.

7. Werklunch dag 1 met als thema EU Financing for Justice

Tijdens deze lunch vond een eerste gedachtewisseling plaats over het voorstel voor de verordening van het Justitie Programma voor de periode 2021–20171, en het voorstel voor de verordening Rechten en Waarden programma2 waarvan de BNC-fiches de Tweede Kamer in juli zijn toegezonden3. De Commissie benadrukte dat beide programma’s moeten voorzien in een concrete behoefte aan opleiding en kennisuitwisseling, maar ook dienen ter ondersteuning van digitalisering en e-justice en andere specifieke behoeften binnen de verschillende rechtsgebieden zoals geïdentificeerd in de verordeningen. Deze benadering kon in algemene zin op instemming rekenen van de lidstaten, waaronder Nederland.

8. Diversen: EU-Westelijke Balkan Ministerieel Forum voor Justitie en Binnenlandse Zaken in Tirana op 4–5 oktober 2018

= Informatie van het voorzitterschap

Het Voorzitterschap deed kort verslag van de jaarlijkse bijeenkomst van het Voorzitterschap (en van haar voorganger en opvolger), de Europese Commissie en de vertegenwoordigers (Ministers van Justitie en/of Binnenlandse Zaken) van de kandidaat lidstaten en potentiële kandidaat lidstaten van de Westelijke Balkan waarin zij inzicht geven in hervormingen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken in het kader van het EU-toetredingsproces.

9. A.O.B. – Ter tafel liggende wetsvoorstellen

Het Voorzitterschap kondigde alvast aan dat tijdens de JBZ-Raad van 6–7 december 2018 zal worden gesproken over de herziening van Verordening Brussel IIa. Daarnaast zal de Richtlijn betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud geagendeerd worden met het oog op het vaststellen van een algemene oriëntatie, net als de Mededeling en Richtlijn versterking van de bescherming van klokkenluiders op EU-niveau.

I. Gemengd Comité

Gemengd Comité

1. Voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening

= Beleidsdebat

2. Terugkeer richtlijn (herziening)

= beleidsdebat

3. Commissievoorstellen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader

  • a) Verordening tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa (BMVI)

= Beleidsdebat

II. Immigratie en Asiel

Raad wetgevende besprekingen

4. Commissievoorstellen in het kader van het Meerjarig Financieel Kader (MFK)

  • a) Verordening tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMF)

  • b) Verordening tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visa (BMVI)

  • c) Verordening tot oprichting van het Fonds voor interne veiligheid (ISF)

= Beleidsdebat

Het Voorzitterschap lichtte het kort voor de Raad verspreide voorzitterschapsdocument toe over de waarborging van de externe dimensie in de thematische faciliteit van de JBZ-fondsen voor asiel, migratie en grensbeheer en over synergie tussen de verschillende fondsen. Deze bespreking vond plaats naar aanleiding van de passage hierover in de ER-conclusies van juni jl.

De Commissie lichtte toe dat de externe fondsen onder hoofdstuk V primair zullen zijn aangewezen voor afspraken met derde landen. Ook de JBZ-fondsen kunnen voor dit doel worden aangewend, maar daarbij zal de focus blijven te liggen op interne beleidsdoeleinden, zoals re-integratie en hervestiging. Het externe beleid moet rekening houden met deze doeleinden, en een goede coördinatiestructuur is hiervoor van belang.

Veel lidstaten waren positief over inzet van de thematische faciliteit om de externe dimensie te versterken, mits flexibiliteit blijft gewaarborgd en er voldoende middelen beschikbaar zijn. Nederland stelde dat inzet vanuit de thematische faciliteit niet ten koste moet gaan van andere doelen, zoals de noodmaatregelen. Ook moet worden beoordeeld of alle benodigde componenten zijn gedekt in het geval van externe acties ter bestrijding van illegale migratie. Verder gaf Nederland aan dat er in het MFK meer prikkels moeten zijn voor lidstaten om gelijkwaardige inspanningen te leveren op het terrein van migratie, en dat het uitblijven van deze inspanningen financiële gevolgen moet hebben door ontvangsten uit de cohesiefondsen hieraan te koppelen. Dit kreeg bijval van enkele lidstaten. Verder noemden enkele lidstaten de administratieve lasten en benadrukte een aantal lidstaten het belang van een goede coördinatie van de inzet van de verschillende fondsen op de externe dimensie. Het Voorzitterschap zal hier op technisch niveau uitwerking aan geven.

5. Voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening

= Beleidsdebat

Het Voorzitterschap lichtte kort het voorstel toe over de herziening van de Europese Grens- en Kustwacht Verordening en verwees hierbij naar de bijeenkomst van de Europese Raad (ER) van 28 juni 2018, waarin de regeringsleiders van de EU-lidstaten hebben gewezen op het belang van een effectieve controle van de buitengrenzen van de EU. Het voorstel ter herziening van de Europese Grens- en Kustwacht Verordening is hiervan de uitwerking. Vervolgens lichtte het Voorzitterschap het kort voor de Raad verspreidde discussiedocument toe, waarin lidstaten worden uitgenodigd om in te gaan op de omvang, samenstelling en taken van het permanente korps. Het streven van 10.000 grenswachters per 2020 werd door een groot aantal lidstaten erg ambitieus genoemd. Diverse lidstaten waaronder Nederland gaven aan voorstander te zijn van een vraag gestuurde aanpak; de omvang van het korps en de het tempo waarin dat wordt opgebouwd moet daarvan afhankelijk zijn. De Commissie is uitgenodigd om een nadere onderbouwing van de vraag te maken.

De Commissie voegde hieraan toe dat de EU vier jaar geleden nog niet gereed was voor de migratiecrisis. Sindsdien is er veel verbeterd, maar er kunnen nog stappen gezet worden. De Commissie refereerde hierbij aan de opdracht vanuit de Europese Raad van juni 2018 om passende maatregelen te treffen. Volgens de Commissie is er consensus over de doelstelling, namelijk het versterken van de Europese buitengrenzen, maar ligt er een discussie over de wijze waarop dit gerealiseerd dient te worden. Ook het voorzitterschap constateerde dat er overeenstemming is over het te bereiken doel en dat het nu zaak is om pragmatische oplossingen te vinden zodat het Europese Grens- en Kustwacht Agentschap een geschikt mandaat krijgt. Het Voorzitterschap constateerde verder een brede steun voor terugkeer, samenwerking met derde landen en afstemming en synergie met de andere Agentschappen. Ook constateerde het Voorzitterschap dat lidstaten het er over eens zijn dat het voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening onderdeel is en moet zijn van een integrale aanpak. Het Voorzitterschap concludeerde dat de JBZ-Raad het eens is over het «wat», maar dat de discussie over het «hoe» en «wanneer» nog gevoerd moet worden.

6. Terugkeerrichtlijn (herziening)

= Beleidsdebat

De Commissie lichtte het voorstel voor de herziening van de Terugkeerrichtlijn toe. Het voorstel moet worden gezien in de context van de achterblijvende resultaten op terugkeer. De Commissie wil met de herziening de efficiëntie van het terugkeerbeleid verbeteren.

De lidstaten verwelkomden de voorstellen van de Commissie, waaronder het nieuwe artikel inzake risico op onttrekking aan het toezicht, uitbreiding van de mogelijkheden voor vreemdelingenbewaring en de verplichting van vreemdelingen om mee te werken aan terugkeer. In de Raad bestaat nog een verschil van inzicht over het verplichte karakter van een grensprocedure. Nederland kent reeds een dergelijke procedure voor behandeling van asielaanvragen én terugkeer aan de grens. Een dergelijke procedure wordt echter nog niet door alle lidstaten toegepast. Een verplichte grensprocedure zal bijdragen aan het voorkomen van secundaire migratie. Het Voorzitterschap concludeerde dat er steun is voor de richting van de voorstellen van de Commissie. De onderhavige herziening van de terugkeerrichtlijn blijft ook verbetering van de terugkeersamenwerking met derde landen aandacht behoeven.

7. Werklunch dag 2 met als thema Migratie – stand van zaken

Er bleek tijdens de lunch brede steun te bestaan voor een integrale aanpak, inclusief de versterking van de samenwerking met derde landen, de bescherming van de buitengrenzen en de interne dimensie. Er was algemene steun voor het concept van verplichte solidariteit, maar de Ministers verschilden van mening over herplaatsing. Verschillende Ministers benadrukten de noodzaak om de onderhandelingen over het pakket van voorstellen van het Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem af te ronden. Er is een niet conclusieve discussie gevoerd over het concept van regionale ontschepingsplatforms en gecontroleerde centra. Verschillende lidstaten hebben ertoe opgeroepen om de samenwerking met Egypte en Marokko te versterken. Meerdere lidstaten, waaronder NL, deden een beroep op het Voorzitterschap en de Commissie om meer vaart te maken met de uitwerking van de conclusies van de Europese Raad in juni, waaronder de besprekingen met derde landen. Tot slot is de situatie op de Griekse eilanden besproken. Griekenland heeft de lidstaten uitgenodigd om meer experts ter ondersteuning te leveren, een oproep die Nederland, dat zelf de nodige experts levert, heeft ondersteund.

8. Voorstel Herziening Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel

  • a) Dublin Verordening

  • b) Richtlijn opvangvoorzieningen

  • c) Kwalificatie verordening

  • d) Asielprocedure verordening

  • e) Eurodac verordening

  • f) Verordening Asielagentschap

  • g) Verordening Hervestigingskader

= Voortgangsrapportages

Het Voorzitterschap noemde de stand van zaken op de verschillende voorstellen en kondigde aan een voortgangsrapport te presenteren voorafgaand aan de Europese Raad op 18 oktober 2018. De Commissie benadrukte dat er op vijf van zeven voorstellen een akkoord binnen bereik is. Geen van de aanwezige Ministers intervenieerde.

9. Diversen

a) Wenen proces: stand van zaken

Hier zijn geen mededelingen over gedaan.

b) Conferentie Veiligheid en Migratie (Wenen, 13–14 september)

Het Voorzitterschap gaf een terugkoppeling van de conferentie op 13 en 14 september 2018 over veiligheid en migratie. Tijdens deze tweedaagse bijeenkomst lag de focus op de eerste dag op samenwerking met de Westelijke Balkanlanden en op de tweede dag op samenwerking met Noord-Afrikaanse landen.

c) EU-Westelijke Balkan Ministerieel Forum voor Justitie en Binnenlandse Zaken (Tirana, 4–5 oktober 2018)

= Informatie van het voorzitterschap

Het Oostenrijkse Voorzitterschap gaf een terugkoppeling van het Ministerieel Forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken op 4 en 5 oktober. Zo werd onder meer een brede overeenkomst met Albanië getekend over veiligheid, politiesamenwerking, strijd tegen terrorisme en bescherming van Europese waarden.

10. Diversen: Legale migratie

= Informatie van de Commissie

De Commissie lichtte de mededeling van 12 september jl4 toe. De Commissie is van mening dat het voor een evenwichtig en alomvattend migratiebeleid het noodzakelijk is dat ordelijke legale migratiemogelijkheden worden ontwikkeld voor personen die bescherming behoeven, en dat interessante kanalen voor op behoeften gebaseerde arbeidsmigratie worden opgezet. De Commissie verwijst daarbij naar drie initiatieven en voorstellen die op tafel liggen (proefprojecten voor samenwerking met derde landen, Blauwe Kaartrichtlijn en hervestiging) en verzoekt de lidstaten hier zonder vertraging uitvoering aan te geven. Geen van de aanwezige Ministers intervenieerde.


X Noot
1

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling voor de periode 2021–2027 van het programma Justitie, 30 mei 2018 (COM(2018)384)

X Noot
2

Voorstel voor een verordening van het Europes Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Rechten en waarden, 30 mei 2018 (COM (2018)383)

X Noot
3

Kamerstuk 22 112, nr. 2643/2642

X Noot
4

COM(2018) 635

Naar boven