32 317 JBZ-Raad

Nr. 311 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2015

Hierbij bieden wij u de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 9 en 10 juli 2015 in Luxemburg aan.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 9-10 juli 2015 te Luxemburg

I. Binnenlandse Zaken, Immigratie en Asiel

1. Mensensmokkel, herplaatsing en hervestiging

Op het moment van verzenden van deze geannoteerde agenda is de agenda van de informele JBZ-Raad nog niet bekend. Het inkomende Luxemburgse voorzitterschap kondigde op 16 juni jl. tijdens de JBZ-Raad aan het herplaatsingsvoorstel, de aanbeveling over hervestiging en het EU-actieplan inzake de aanpak van mensensmokkel te willen bespreken tijdens de informele JBZ-Raad.

De bespreking van het herplaatsingsvoorstel en de aanbeveling over hervestiging zal sterk worden bepaald door van de uitkomsten van de Europese Raad van 25 en 26 juni 2015. De inzet van Nederland zal conform de kabinetsappreciatie1 zijn die de Tweede Kamer en Eerste Kamer op 9 respectievelijk 22 juni jl. hebben ontvangen.

Het EU-actieplan voor mensensmokkel van 28 mei wordt op dit moment nader bestudeerd en het kabinetstandpunt zal via de gebruikelijke lijn van een BNC-fiche uiterlijk op 3 juli met uw Kamer worden gedeeld. In het algemeen is het kabinet verheugd met het EU actieplan mensensmokkel en over de integrale benadering van de Europese Commissie om mensensmokkel aan te pakken. Dit sluit aan bij de visie van het kabinet dat voor een effectieve aanpak van mensensmokkel een multidisciplinaire benadering noodzakelijk is. Wel zal het kabinet aandacht vragen voor de secundaire migratiestromen, die op dit moment onvoldoende worden geadresseerd in het EU-actieplan.

II. Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap

2. Ontbijtbespreking: toepassingsbereik van de richtlijn betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PiF-richtlijn)

Er is nog geen discussiedocument van het Voorzitterschap verschenen over dit onderwerp. Tijdens de JBZ-Raad van 15-16 juni jl. gaf het inkomend Luxemburgs Voorzitterschap aan dat discussie mogelijk zal gaan over de vraag of btw moet worden opgenomen in het toepassingsbereik van de PiF-richtlijn. De onderhandelingen bevinden zich op dit moment in de triloogfase. Het Europees parlement houdt vast aan opname van btw-fraude in die richtlijn. De JBZ-Raad heeft in de op 6 en 7 juni 2013 bereikte algemene benadering de btw-fraude bewust niet opgenomen en heeft in de triloog met instemming van Nederland dit standpunt gehandhaafd.

3. Europees Openbaar Ministerie

Het inkomend Luxemburgse Voorzitterschap heeft tijdens de JBZ-Raad van 15 en 16 juni jl. aangekondigd tijdens deze informele JBZ-Raad verder te willen spreken over het voorstel voor een Europees Openbaar Ministerie. Op het moment van aanbieding van deze geannoteerde agenda, is niet bekend over welke onderdelen van het voorstel de discussie zal moeten gaan. Conform vaste afspraak zal uw Kamer, zodra mogelijk, door het kabinet nader worden geïnformeerd. Voor de goede orde wordt hier nog eens benadrukt dat tijdens een informele JBZ-Raad geen besluiten worden genomen.

4. Herziening Brussel IIbis

De presentatie van een voorstel tot herziening van Brussel IIbis (Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000) wordt niet voor 2016 verwacht. Daarmee is op dit moment nog niet bekend hoe het herzieningsvoorstel van de Commissie eruit zal komen te zien. Evenmin is duidelijk welke posities de verschillende lidstaten en het Europees parlement zullen innemen. De bespreking in de informele JBZ-raad zal dan ook een oriënterend karakter hebben. Op het moment van verzenden is nog geen discussiedocument van het inkomende Luxemburgse Voorzitterschap beschikbaar.

Nederland heeft op een aantal punten wel reeds positie ingenomen middels een inbreng in de openbare raadpleging van de Europese Commissie over de werking van Brussel IIbis. Deze inbreng is destijds gedeeld met de Tweede Kamer (zie Kamerstuk 22 112, nr. 1891).

De inbreng van Nederland in de informele JBZ-Raad zal zich beperken tot de opmerking dat Nederland een voorstel tot herziening van Brussel IIbis verwelkomt en dat Nederland het wenselijk acht zich bij de herziening te richten op de verbetering van de praktische toepassing van de verordening. In het bijzonder ziet Nederland mogelijkheden voor de verbetering van de snelheid van procedures bij internationale kinderontvoeringen en de overdracht van kinderbeschermingsmaatregelen.

5. Terrorisme

Er is nog geen discussiedocument van het Voorzitterschap verschenen over dit onderwerp. Mogelijk zal het Luxemburgse Voorzitterschap kiezen voor het houden van een aantal presentaties van verschillende veiligheidsdiensten uit lidstaten over onderwerpen die betrekking kunnen hebben op lessen die getrokken kunnen worden uit recente terroristische aanslagen en aanslagen die zijn voorkomen, algemene dreigingsbeelden, de samenwerking op nationaal en internationaal niveau op het terrein van contra terrorisme en toekomstige uitdagingen en risico’s.

6. Interne Veiligheid

Tijdens de JBZ-Raad van 15 en 16 juni jl. zijn de raadsconclusies aangaande de herziening van de Interne Veiligheidsstrategie voor de periode 2015–2020 unaniem aangenomen. De raadsconclusies vormden een reactie op de Mededeling van de Europese Commissie aangaande de Europese Veiligheidsagenda die op 28 april jl. verscheen (COM 2015) 185). De raadsconclusies bouwen daarbij voort op de raadsconclusies die de JBZ-Raad op 4-5 december 2014 heeft aangenomen. De raadsconclusies en de Mededeling van de Europese Commissie vormen de basis van de Interne Veiligheidsstrategie 2015–2020. De implementatie van de Interne Veiligheidsstrategie 2015–2020 is daarbij een gezamenlijke inspanning. Tevens wordt de resolutie van het Europees parlement (2014/2918(RSP)) in acht genomen. Het Europees parlement zal naar verwachting begin juli 2015 een resolutie aannemen in reactie op de Mededeling van de Commissie aangaande de Europese Veiligheidsagenda.

Het kabinet heeft zijn standpunten aangaande de Europese Veiligheidsagenda uiteengezet in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1972).

Er is nog geen discussiedocument van het Voorzitterschap verschenen over dit onderwerp.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, 1975.

Naar boven