Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3 van het voorstel van wet komt te luiden:
Artikel 3
De Wet advies en overleg verkeer en waterstaat wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van hoofdstuk 1 vervalt.
B
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
overlegorgaan: Overlegorgaan verkeer en waterstaat bedoeld in artikel 4.
C
Hoofdstuk 2 vervalt.
D
De opschriften van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 vervallen.
E
Artikel 19 komt te luiden:
Artikel 19
Deze wet wordt aangehaald als: Wet overleg verkeer en waterstaat.
Toelichting
In het kader van de instelling van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI) worden de VROM-raad, de raad voor
het landelijk gebied en de raad voor verkeer en waterstaat opgeheven. Hiertoe worden door middel van het wetsvoorstel tot
instelling van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur de Wet op de VROM-raad en de Wet op de raad voor het landelijk
gebied ingetrokken. De bepalingen met betrekking tot de Raad voor verkeer en waterstaat zijn opgenomen in de Wet advies en
overleg verkeer en waterstaat. Omdat deze wet naast bepalingen over de raad voor verkeer en waterstaat ook bepalingen bevat
over de overlegorganen verkeer en waterstaat, is deze wet niet ingetrokken maar gewijzigd. Hierbij is uitgegaan van de tekst
van die wet zoals die luidde ten tijde van het opstellen van het wetsvoorstel tot instelling van de RLI. Deze wet wordt echter
ook aangepast door artikel VI van het wetsvoorstel Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010 (Kamerstukken II 2009–2010, 32 403, nr. 2). Deze wijzingen houden verband met een vereenvoudiging van de organisatie van de overlegorganen en hebben met name betrekking
op de artikelen 4 tot en met 17 van die wet waarin de samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van het Overlegorgaan
verkeer en waterstaat worden geregeld. Om te voorkomen dat deze wijziging van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat
de wijzigingen die betrekking hebben op het opheffen van de Raad voor verkeer en waterstaat elkaar in de weg zitten, wordt
in onderhavige nota van wijziging artikel 3 van het voorstel van wet zodanig aangepast dat beide wijzigingsvoorstellen niet
op elkaar van invloed zijn.
In de nota van wijziging is ook de doorwerking opgenomen van de samenvoeging van de ministeries van Verkeer en Waterstaat
en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in het ministerie van Infrastructuur en Milieu in de definitiebepaling
van «Onze Minister» in artikel 1 van de Wet instelling RLI.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus