Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2015
Hierbij bied ik u de quickscan geboortezorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
aan1. De NZa geeft in deze rapportage de huidige stand van zaken rondom samenwerking tussen
de eerste en tweede lijn in de geboortezorg weer.
In de quickscan gaat het om een feitelijke beschrijving. De analyses hebben betrekking
op de structuur van de sector, het gedrag van partijen en de ontwikkeling van de kosten
van geboortezorg. Tevens is een beleidsbrief bij de quickscan opgesteld2. In deze beleidsbrief geeft de NZa een interpretatie van de belangrijkste uitkomsten
van deze quickscan en de acties die hieruit voortvloeien voor het te maken beleid.
De quickscan laat ten opzichte van de marktscan uit 20123 zien dat de geboortezorg zich in een transitie bevindt naar een meer geïntegreerde
manier van zorgverlening. Dit komt overeen met het beeld uit de inspectierapporten4 uit 2014. De NZa wijst daarnaast op regio’s waar de samenwerking achterblijft en
die potentieel grote problemen gaan ondervinden op het moment dat integrale bekostiging
voor de gehele verloskundige keten als enige optie overblijft.
Zoals ik in mijn brief5 van 8 juli 2015 al heb aangegeven, heb ik vervolgstappen gezet op de weg naar integrale
bekostiging in de geboortezorg. Er wordt door een extern bureau in de komende maanden
gewerkt aan het opstellen van een advies over de invoering van integrale bekostiging
geboortezorg vanaf 1 januari 2017. Aan het bureau is gevraagd om de gevolgen van invoering
te beschrijven en een stappenplan te presenteren waarin is beschreven hoe invoering
op een verantwoorde wijze binnen de wettelijke kaders kan plaatsvinden. Ik verwacht
dit advies in januari 2016 te ontvangen.
De quickscan van de NZa bevat zeer relevante informatie voor het opstellen van dit
advies en komt daarmee op een goed moment beschikbaar.
Tevens bied ik u hierbij het plan van aanpak preventie van het College Perinatale
Zorg (CPZ) aan6. Tijdens het AO Zwangerschap en Geboorte van 13 november 2014 (Kamerstuk 32 279, nr. 67) heb ik met u afgesproken dat ik het CPZ zou vragen een dergelijk plan, samen met
alle betrokken partijen, op te stellen.
Het CPZ streeft naar een multidisciplinair gedragen preventiebeleid in alle verloskundig
samenwerkingsverbanden (VSV’s) door succesvolle regionaal of landelijk ontwikkelde
instrumenten te verbinden, de samenwerking met publieke gezondheid (jeugdgezondheidszorg,
gemeenten) te verstevigen en ervoor te zorgen dat kennis en expertise snel(ler) op
de werkvloer beschikbaar is. Het CPZ is inmiddels ook met de uitvoering van het plan
begonnen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers