32 252 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds)

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2021

Met deze brief bieden wij u de verslagen over de naleving van de geluidproductieplafonds langs wegen en spoorwegen in het jaar 2019 aan1, als ook een corrigendum bij het nalevingsverslag spoor 20182.

De nalevingsverslagen weg en spoor zullen ook op de websites van Rijkswaterstaat en van het Geluidsregister spoor worden geplaatst3. Op deze websites zijn ook de bijlagen, met daarin de geluidproductie op alle referentiepunten in het jaar 2019 te vinden. Deze bijlagen zijn zeer omvangrijk en worden om die reden niet meegestuurd. Ook zijn op deze websites de nalevingsverslagen van voorgaande jaren te vinden.

Tevens bieden wij u een nota van bevindingen aan; deze nota geeft een nadere duiding van de nalevingsverslagen4. Uit de nota komt het volgende beeld naar voren:

Uit al de ingediende nalevingsverslagen blijkt dat met de systematiek van geluidproductieplafonds de geluidproductie op een groot deel van het wegennet en spoorwegennet wordt beheerst. Al de beheerders geven daarmee actief invulling aan de in de wet gedefinieerde zorgplicht tot naleving van geluidproductieplafonds. Alle locaties van overschrijdingen en dreigende overschrijdingen worden in de nalevingsverslagen transparant in kaart gebracht en ook is aangegeven welke vervolgstappen nodig zijn. Locaties waar het geluid toeneemt worden aangepakt. De nalevingsverslagen beschrijven welke stappen de beheerders hebben gezet om overschrijdingen aan te pakken en om te voorkomen dat op trajecten met dreigende overschrijdingen in de toekomst overschrijdingen zullen ontstaan.

Uit het nalevingsverslag wegen van Rijkswaterstaat blijkt verder dat de aanleg van geluidbeperkende maatregelen ten opzichte van voorgaande jaren is geïntensiveerd5. In 2019 is op circa 240 km rijbaan een stil wegdek voor de naleving van de geluidproductieplafonds aangelegd. Dit is ruim 2 maal zo veel als in 2018 en ruim 8 maal zo veel als in 2017. Dit heeft ervoor gezorgd dat het percentage overschrijdingen in 2019 lager is dan in het nalevingsverslag over 2018 (4,1% ten opzichte van 4,5%). RWS is hiermee goed op weg om alle toekomstige overschrijdingen te voorkomen of weg te nemen.

Het nalevingsverslag spoorwegen van ProRail6 laat zien dat het percentage overschrijdingen van de plafonds in 2019 gering is, namelijk 1,1 procent van het aantal referentiepunten (in 2018 was dit 0,9 procent). Alle locaties van overschrijdingen en dreigende overschrijdingen zijn transparant in kaart gebracht. Deze locaties worden aangepakt door ProRail om zo de overschrijdingen weg te nemen of te voorkomen. Uit het verslag blijkt verder dat in 2019 (evenals in voorafgaande jaren) door ProRail méér gebruik is gemaakt van zgn. «stille technieken», zoals geluidschermen, raildempers, voegloze wissels en betonnen dwarsliggers.

Het nalevingsverslag hoofdspoorwegen 2018 bevatte voor een relatief klein deel onjuistheden met betrekking tot de berekende geluidproducties en de beoordelingen van de naleving van de geluidproductieplafonds. Dit is rechtgezet middels het uitbrengen van een zgn. Corrigendum waarmee de genoemde onjuistheden worden hersteld. Omdat de berekende geluidproducties betrouwbaar dienen te zijn voor het oordeel over de naleving van de geluidproductieplafonds, verricht de Inspectie Leefomgeving en Transport een audit naar het ontstaan van deze onjuistheden. De Inspectie maakt verbeterafspraken met ProRail met als doel herhaling te voorkomen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven