32 156 Monumentenzorg

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2018

Tijdens het Algemeen Overleg over de Javazee van 21 februari 2018 (Kamerstuk 32 156, nr. 90) hebben wij toegezegd uw Kamer te informeren over een eventuele actualisering van het Interdepartementaal beleidskader Nederlandse historische scheepsvondsten en scheepsvindplaatsen in den vreemde. Ook zegden wij toe uw Kamer te informeren over de voortgang van het gezamenlijk toekomstig beheer van maritiem erfgoed in Indonesië binnen het zogeheten «spoor drie» en over het aantal scheepswrakken wereldwijd die Nederlands eigendom zijn. Met deze brief geven wij, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, invulling aan deze toezeggingen. Tot slot gaan wij in op enkele recente ontwikkelingen.

Beleidskader

In de afgelopen periode is het Interdepartementaal beleidskader Nederlandse historische scheepsvondsten en scheepsvindplaatsen in den vreemde (hierna: beleidskader) tegen het licht gehouden. Hieruit kwam naar voren dat het om meerdere redenen wenselijk is om het in 2002 opgestelde beleidskader te actualiseren. Sinds 2002 is de wetgeving op diverse punten veranderd. Zo is in 2016 de Erfgoedwet van kracht geworden en heeft het kabinet aangegeven het UNESCO-verdrag ter bescherming van cultureel erfgoed onder water te gaan ratificeren. Verder hebben er sinds 2002 verschuivingen plaats gevonden in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de betrokken departementen.

Een andere belangrijke reden om het beleidskader te actualiseren is dat in de afgelopen jaren de technieken om scheepswrakken op te sporen en te bereiken steeds geavanceerder en steeds breder beschikbaar zijn geworden. Ook speelt de toegenomen vraag naar grondstoffen, zoals ijzer met een lage achtergrondstraling, een rol. De dreiging van aantasting van scheepswrakken is daarmee veel groter dan in 2002. Dit blijkt onder andere uit de ervaringen met de verdwenen wrakken van gezonken oorlogsschepen in de Javazee, maar ook uit incidenten met wrakken van gezonken Engelse en Duitse oorlogsschepen in de Noordzee.

De reacties vanuit de samenleving op de aantasting van wraklocaties in de afgelopen jaren maken ook duidelijk hoezeer onze samenleving nog altijd emotioneel verbonden is met deze locaties en het verleden dat zij vertegenwoordigen. Het gaat vaak om relatief recente oorlogswrakken die ook oorlogsgraven zijn en een grote emotionele waarde hebben voor nabestaanden. Deze waarde zou in het beleidskader meer aandacht moeten krijgen. Hiermee komt de cultuurhistorische waarde van de wrakken in hun volle breedte tot zijn recht. Dit zal bij de actualisatie van het beleidskader verder worden ingevuld. Om het belang van deze wraklocaties voor nabestaanden te onderstrepen, zal de Minister van Defensie het geactualiseerde beleidskader mede ondertekenen.1

De Kamer zal het geactualiseerde beleidskader voor 1 november 2018 ontvangen.

Voortgang spoor drie

Spoor drie van de samenwerking tussen Nederland en Indonesië naar aanleiding van de verdwenen gezonken oorlogsschepen in de Javazee is gericht op het gezamenlijk beheer van het maritiem erfgoed. Nederland en Indonesië hebben in februari 2017 een Memorandum of Understanding (MoU) over culturele samenwerking gesloten dat hiervoor als kapstok dient.

Op 3 juli zijn tijdens het bezoek van Minister Blok aan Indonesië afspraken gemaakt over de nadere invulling van deze samenwerking. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en zijn zusterorganisatie Arkenas zullen uitvoering geven aan deze afspraken. De belangrijkste gezamenlijke intenties zijn om:

  • vervolgonderzoek in te stellen naar de locaties van de verdwenen wrakken van de oorlogsschepen Hr. Ms. De Ruyter, Hr. Ms. Java en Hr. Ms. Kortenaer; dit onderzoek kan worden gebruikt om een beheerplan op te stellen voor de locaties om zo te beschermen wat nog aanwezig is;

  • te gaan samenwerken ten aanzien van het onderzoek en beheer van erfgoed onder water, en ten aanzien van educatie en training;

  • een expert meeting tussen Nederlandse en Indonesische experts te organiseren om de samenwerking binnen spoor drie nader uit te werken; de inzet is om deze expert meeting nog voor het einde van 2018 te laten plaats vinden.

Overzicht scheepswrakken

Tijdens het Algemeen Overleg over de Javazee op 21 februari 2018 heeft uw Kamer de wens geuit meer inzicht te krijgen in het aantal scheepswrakken die Nederlands eigendom zijn. Door het Maritiem Programma Buitenland van de RCE is in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), de Universiteit Leiden en de Werkgroep Onderzeeboten van de Koninklijke Marine een eerste verkenning uitgevoerd.

Op dit moment kunnen we nog geen exact cijfer geven voor het aantal scheepswrakken wereldwijd die Nederlands eigendom zijn. Het compleet krijgen van de lijsten met scheepswrakken is een zaak van de lange adem, maar het beeld zal in samenwerking met alle partners in de komende jaren steeds scherper worden. Het opstellen van een afgebakend overzicht van alle gezonken schepen die ook oorlogsgraf zijn, heeft de hoogste prioriteit en zal naar verwachting eind 2018 gereed zijn.

Recente ontwikkelingen

In de beantwoording van vragen van het Kamerlid Van Haga (VVD) van 12 april jl. is aangekondigd dat wij de bestaande afspraken en regels ten aanzien van de omgang met erfgoed onder water in een brief aan «Sportduikend Nederland» nog eens uiteen zetten. Deze brief is zeer onlangs via diverse online en offline duikmedia verspreid. U treft de brief in de bijlage aan2.

Met de Maleisische autoriteiten wordt momenteel verkend wanneer de door Nederland voorgestelde onderzoeksmissie kan worden uitgevoerd om de wrakken van de K-XVI, de K-XVII, de O16 en de O20 (allen onderzeeboten) in de Maleisische exclusieve economische zone (EEZ) op mogelijke aantasting te onderzoeken.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Het beleidskader uit 2002 is ondertekend door de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Financiën.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven