32 156 Monumentenzorg

Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2018

Met deze brief stuur ik u een reactie op uw verzoek van de vaste kamercommissie Defensie om informatie over de taakverdeling in het dossier over de verdwenen gezonken oorlogsschepen in de Javazee (ontvangen op 29 januari 2018).

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Verzoek van de Vaste Kamercommissie om informatie over de taakverdeling in het dossier over de verdwenen scheepswrakken in de Javazee tussen de Minister van Defensie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van OCW.

Algemeen

De omgang met Nederlandse historische scheepswrakken die zich buiten het Koninkrijk der Nederlanden bevinden, is een gedeelde verantwoordelijkheid van vier Ministeries: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Rijksvastgoedbedrijf), Buitenlandse Zaken, Defensie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarbij is het Ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de internationaalrechtelijke aspecten en de diplomatieke betrekkingen; het Rijksvastgoedbedrijf voor de eigendomspositie van de Nederlandse staat; het Ministerie van Defensie is nauw betrokken als het gaat om scheepswrakken die ook oorlogsgraven zijn en daarnaast verantwoordelijk voor de contacten met de nabestaanden daarvan; en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de cultuurhistorische betekenis van de wrakken. De vier Ministeries voeren regelmatig overleg over deze wrakken in de zogenaamde interdepartementale Wrakkencommissie. Beheersbeslissingen worden genomen overeenkomstig het Interdepartementaal beleidskader Nederlandse historische scheepsvondsten en scheepsvindplaatsen in den vreemde uit 2002.

Scheepswrakken in de Javazee

De Ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap trekken in het dossier over de scheepswrakken in de Javazee zeer nauw samen op. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt geïnformeerd via het reguliere overleg van de Wrakkencommissie.

In de wateren rondom Indonesië liggen diverse Nederlandse wrakken, zowel van oorlogsschepen als van koopvaardijschepen. Deze schepen komen uit verschillende perioden, zoals koopvaardijschepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en scheepswrakken uit de Tweede Wereldoorlog. Sommige scheepswrakken vormen zeemansgraven en oorlogsgraven. Deze scheepswrakken hebben naast een historisch belang ook een belangrijke emotionele waarde, zeker voor de nabestaanden. Voor het beheer van historische Nederlandse scheepswrakken in het buitenland is er een maritiem programma bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Het driesporenplan voor de scheepswrakken in de Javazee, waarover uw kamer bij de start werd geïnformeerd in de brief van 20 januari 2017 (Kamerstuk 34 550 X, nr. 80) en over de uitkomsten op 18 januari 2018, is onder drie Ministeries verdeeld. De Ministeries van Defensie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waren betrokken bij het eerste spoor, waarbij werd onderzocht of er tijdens de duikexpeditie van het Karel Doorman Fonds in november 2016 op de juiste plekken was gedoken. Dit bleek het geval.

Het Ministerie van Defensie heeft, gelet op de betekenis van de – verdwenen – oorlogsschepen in de Javazee als oorlogsgraf, aan Nederlandse kant het voortouw genomen in het tweede spoor: het onderzoek naar wat er gebeurd zou kunnen zijn met de drie Nederlandse oorlogswrakken. Alle drie de Ministeries hebben de expertbijeenkomst in augustus 2017 bijgewoond waar de resultaten van het onderzoek naar wat er met de Hr. Ms De Ruyter, Hr. Ms. Java en Hr. Ms. Kortnaer kan zijn werden besproken.

Wat het derde spoor over toekomstig beheer van het maritiem erfgoed in samenwerking met Indonesië betreft, ligt het voortouw bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal uw Kamer zodra hierover meer bekend is informeren. Over het toekomstig beheer van maritiem erfgoed hebben Nederland en Indonesië in februari 2017 een Memorandum of Understanding (MoU) gesloten. Ook hierbij zullen de drie Ministeries nauw blijven samenwerken.

Naar boven