32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 267 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2015

In het Algemeen Overleg over pensioenonderwerpen van 3 september jl. heb ik aangekondigd dat er onderzoek wordt gedaan naar de gevolgen van de huidige lage rente en het besluit van De Nederlandsche Bank om de ultimate forward rate (ufr) aan te passen. Op verzoek van uw Kamer meld ik in deze brief wanneer ik de resultaten van het onderzoek naar de Tweede Kamer kan verzenden en welke aspecten het onderzoek in kaart zal brengen.

De afgelopen dagen heb ik overlegd met de verschillende betrokkenen bij het onderzoek, te weten de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie, de Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau. Alle betrokkenen streven naar een zo vroeg mogelijke afronding van het onderzoek. Ik streef ernaar om de resultaten van het onderzoek op 7 oktober naar uw Kamer te zenden.

Het onderzoek geeft inzicht in de gevolgen van de aanpassing van het financieel toetsingskader, de veranderde marktomstandigheden en het besluit over de ufr, voor de dekkingsgraad, de premie en de pensioenrechten en – aanspraken. Daarbij is sprake van zowel een kwalitatieve als kwantitatieve duiding van de feiten. Er wordt gekeken naar de periode t/m 2020 met als startdatum 1 januari 2015, inclusief de premievaststelling voor 2021. Deze periode is gekozen vanuit enerzijds de ingangsdatum van het nieuwe ftk en anderzijds de effecten die zich voordoen in 2021 voor pensioenfondsen die de premie in 2015 voor vijf jaar vastgezet hebben.

Het doel van het onderzoek is in beeld te brengen wat de effecten zijn van de lage rente en wat de rol van de aangepaste ufr daarin is. De resultaten van het onderzoek geven een zo feitelijk mogelijke weergave van de hierboven geschetste gevolgen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven