Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel J, komt te luiden:
J
Artikel 2:59 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van artikel 2:55, eerste lid, met dien verstande dat in ieder
geval zijn vrijgesteld de aanbieders van beleggingsobjecten voorzover die beleggingsobjecten worden aangeboden voor een nominaal
bedrag per beleggingsobject van ten minste € 100 000.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien aan een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid het voorschrift wordt verbonden dat bij een aanbod, en in reclame-uitingen
en documenten waarin een aanbod in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt vermeld dat de vrijgestelde activiteit niet vergunningplichtig
is ingevolge deze wet, wordt deze vermelding gedaan op door de Autoriteit Financiële Markten vast te stellen wijze.
B
Artikel I, onderdeel M, komt te luiden:
M
Artikel 2:74 komt te luiden:
Artikel 2:74
1. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van artikel 2:65, eerste lid, met dien verstande dat in ieder
geval zijn vrijgesteld degenen die rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aanbieden:
a. voor zover die rechten slechts kunnen worden verworven tegen een tegenwaarde van ten minste € 100 000 per deelnemer; of
b. voor zover die rechten een nominale waarde per recht hebben van ten minste € 100 000.
2. Indien aan een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid het voorschrift wordt verbonden dat bij een aanbod, en in reclame-uitingen
en documenten waarin een aanbod in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt vermeld dat de vrijgestelde activiteit niet vergunningplichtig
is ingevolge deze wet, wordt deze vermelding gedaan op door de Autoriteit Financiële Markten vast te stellen wijze.
C
In artikel I wordt na onderdeel VV een onderdeel ingevoegd, luidende:
VVa
Artikel 5:3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt «ten minste € 50 000» vervangen door: ten minste € 100 000.
2. In onderdeel d wordt «ten minste € 50 000» vervangen door: ten minste € 100 000.
Toelichting
De afgelopen jaren zijn talrijke voorbeelden geweest van malafide beleggingsproducten, zoals Palm Invest, Golden Sun Resorts
en Easy Life. Onder meer door gebruik te maken van de € 50 000 grens voor de vergunningplicht hebben zij vele consumenten
weten te duperen. Beleggingsobjecten die worden aangeboden voor een nominaal bedrag per beleggingsobject van ten minste € 50 000
zijn namelijk vrijgesteld van de vergunningplicht voor het aanbieden van beleggingsobjecten en vallen derhalve buiten het
toezicht. Hetzelfde geldt voor degenen die rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aanbieden voor zover die rechten
van deelneming slechts kunnen worden verworven tegen een tegenwaarde van ten minste € 50 000 per deelnemer of voor zover die
rechten een nominale waarde per recht hebben van ten minste € 50 000.
De € 50 000 grens is afkomstig uit de Prospectusrichtlijn (2003/71/EG) die de grens voorschrijft voor het aanbieden van effecten
aan het publiek. Ten behoeve van een gelijk speelveld is in Nederland gekozen om de grens ook toe te passen bij het aanbieden
van beleggingsobjecten en rechten van deelneming in beleggingsinstellingen.
Deze grens van € 50 000 wordt te laag geacht om te voorkomen dat niet-professionele beleggers toch in van toezicht vrijgestelde
producten beleggen. Het is derhalve wenselijk dat deze grens wordt verhoogd tot € 100 000, voor beleggingsobjecten, beleggingsinstellingen
en effecten..Deze wijziging voorziet daarin en zal niet in werking treden voordat de herziene Prospectusrichtlijn, die de
€ 100 000 grens voor het aanbieden van effecten aan het publiek zal bevatten, is gepubliceerd.
De artikelen zullen bij koninklijk besluit in werking treden. De beoogde inwerkingtreding van deze artikelen is uiterlijk
1 januari 2012. Mocht deze datum niet worden gehaald, dan zal ik de Tweede Kamer hier uiterlijk 1 maand van te voren per brief
over informeren.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager