nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wettelijke
regels over de sectorvakken bij het onderwijs in de leerwegen bij scholen
voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend beroepsonderwijs
te vereenvoudigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 10 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Het zesde lid wordt vervangen door:
6. Het sectordeel van de theoretische leerweg omvat wat betreft:
a. de sector techniek: wiskunde,
b. de sector zorg en welzijn: biologie,
c. de sector economie: economie,
d. de sector landbouw: biologie, en
e. alle sectoren: ter keuze van de leerling, voor zover het vak niet
onder a tot en met d als verplicht vak voor de desbetreffende sector is genoemd,
Franse taal, Duitse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting,
aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde I of biologie.
2. In het achtste lid wordt «welke keuzetaal, genoemd in het
zesde lid, onderdeel c» vervangen door: welke vakken, genoemd in het
zesde lid, onderdeel e.
B
In artikel 10b worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Het zesde lid wordt vervangen door:
6. Het sectordeel van de basisberoepsgerichte leerweg omvat wat betreft:
a. de sector techniek: wiskunde,
b. de sector zorg en welzijn: biologie,
c. de sector economie: economie,
d. de sector landbouw: biologie, en
e. alle sectoren: ter keuze van de leerling, voor zover het vak niet
onder a tot en met d als verplicht vak voor de desbetreffende sector is genoemd,
Franse taal, Duitse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting,
aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde I of biologie.
2. Na het zesde lid wordt een lid 6a ingevoegd, luidend:
6a. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing op de kaderberoepsgerichte
leerweg. Het zesde lid, onderdelen a tot en met d, is niet van toepassing
in geval van een intersectoraal programma als bedoeld in het vierde lid, onderdeel
c. Voor een intersectoraal programma wordt bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur bepaald welk verplicht vak het sectordeel omvat.
3. In het achtste lid wordt «welke keuzetaal, genoemd in het
zesde lid, onderdeel c» vervangen door: welke vakken, genoemd in het
zesde lid, onderdeel e.
C
In artikel 10d worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In het vierde lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «afdelingsvak
(...) te kiezen programma-onderdelen.» vervangen door: afdelingsvak,
intrasectorale programma’s of intersectorale programma’s.
2. Het zesde lid wordt vervangen door:
6. Het sectordeel van de gemengde leerweg omvat wat betreft:
a. de sector techniek: wiskunde,
b. de sector zorg en welzijn: biologie,
c. de sector economie: economie,
d. de sector landbouw: biologie, en
e. alle sectoren: ter keuze van de leerling, voor zover het vak niet
onder a tot en met d als verplicht vak voor de desbetreffende sector is genoemd,
Franse taal, Duitse taal, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting,
aardrijkskunde, economie, wiskunde, natuur- en scheikunde I of biologie.
3. Na het zesde lid wordt een lid 6a ingevoegd, luidend:
6a. Het zesde lid, onderdelen a tot en met d, is niet van toepassing in
geval van een intersectoraal programma als bedoeld in het vierde lid, onderdeel
c. Voor een intersectoraal programma wordt bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur bepaald welk verplicht vak het sectordeel omvat.
4. In het achtste lid wordt «welke keuzetaal, genoemd in het
zesde lid, onderdeel c» vervangen door: welke vakken, genoemd in het
zesde lid, onderdeel e.
ARTIKEL II. INVOERINGS- EN OVERGANGSRECHT
1. De artikelen 10, 10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs
zoals luidend ingevolge deze wet zijn voor alle scholen, bedoeld in de artikelen
9 en 10a van de Wet op het voortgezet onderwijs, van toepassing:
a. met ingang van de inwerkingtreding van deze wet op het derde leerjaar,
en
b. met ingang van het schooljaar dat start in het jaar na de inwerkingtreding
van deze wet op het vierde leerjaar.
2. Met betrekking tot het vierde leerjaar waarop de artikelen 10,
10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals luidend ingevolge
deze wet nog niet van toepassing zijn, blijven van toepassing de bij en krachtens
de Wet op het voortgezet onderwijs gegeven voorschriften zoals luidend op
de dag voor de inwerkingtreding van deze wet.
3. In het schooljaar volgend op (aansluitend op) het tijdstip van
inwerkingtreding van deze wet wordt voor de laatste maal gelegenheid gegeven
tot het afleggen van het eindexamen theoretische leerweg, basisberoepsgerichte
leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde leerweg volgens de op de
dag voor de inwerkingtreding van deze wet bij of krachtens de Wet op het voortgezet
onderwijs vastgestelde voorschriften, voor de leerlingen die voor de inwerkingtreding
van deze wet zijn toegelaten tot het vierde leerjaar, met dien verstande dat
het bevoegd gezag in het schooljaar volgend op dit schooljaar een eerder afgewezen
leerling nogmaals in de gelegenheid kan stellen het examen af te leggen volgens
die voorschriften.
ARTIKEL III. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,