Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2023
Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn voornemen om specifieke informatie
uit het Europese Common Entry-Gate Systeem (hierna: het EU-CEG) openbaar te maken.
EU-CEG is een IT-instrument dat is ontworpen om de uniforme verstrekking van informatie
over tabaksproducten en elektronische sigaretten en navulverpakkingen te verzekeren.
De Europese Tabaksproductenrichtlijn1 (hierna: richtlijn) schrijft voor dat producenten en importeurs van tabaksproducten
en aanverwante producten, waaronder elektronische sigaretten en navulverpakkingen,
essentiële informatie over hun producten meedelen aan de bevoegde instanties van de
lidstaten waarin zij die producten in de handel willen brengen. Deze verplichting
is in artikel 4.1, 4.3, 4.6, en 4.8 van het Tabaks-en rookwarenbesluit (hierna: het
besluit) geïmplementeerd.
Met het publiceren van de informatie uit het EU-CEG voldoe ik aan mijn wettelijke
verplichting zoals opgenomen in artikel 4.9 van het besluit om de informatie uit het
EU-CEG in de lidstaten openbaar te maken op een voor het publiek toegankelijke website.
Aangezien deze verplichting voortvloeit uit de richtlijn en de producenten hiervan
op de hoogte zijn – zij leveren immers zelf de gegevens aan – wordt hierbij afgezien
van de formele verplichting uit artikel 3.1 Woo om voorafgaand aan publicatie zienswijze
te vragen.
Gelet op de bovengenoemde artikelen van het besluit dien ik daarbij rekening te houden
met de noodzaak om bedrijfsgeheimen te beschermen. Bij de precieze invulling van de
gegevens van het EU-CEG die ik openbaar zal maken, zal ik daarom rekening houden met
overweging 10 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2186 van de Commissie (tot vaststelling
van het gemeenschappelijke format voor het indienen van informatie over tabaksproducten)
en overweging 11 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2183 van de Commissie (tot vaststelling
van het gemeenschappelijke format voor de kennisgeving van elektronische sigaretten
en navulverpakkingen) dat «de legitieme verwachting van consumenten om toegang te
hebben tot adequate informatie over de inhoud van de producten die zij willen consumeren,
moet worden afgewogen tegen het belang van producenten om de recepten van hun producten
te beschermen. Gegevens die kunnen onthullen welke ingrediënten in kleine hoeveelheden
in specifieke producten worden gebruikt, moeten gezien deze tegenstrijdige belangen
in beginsel vertrouwelijk worden behandeld.» Ook houd ik rekening met artikel 6, lid 2,
van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2186 van de Commissie en van Uitvoeringsbesluit (EU)
2015/2183 van de Commissie waar is bepaald welke gegevens in beginsel niet als vertrouwelijke
gegevens of als bedrijfsgeheim zullen worden beschouwd door de Commissie.
In de bijlage vindt u een uitwerking van de specifieke gegevens uit het EU-CEG die
ik, rekening houdend met bovenstaande overwegingen, openbaar zal maken. Het format
van deze gegevens is gebaseerd op het rapport van de Europese werkgroep «Joint Action
on Tobacco Control 1» (JATC 1)2 hierover. Het JATC 1 is onder andere gericht op het faciliteren van toegang tot het
EU-CEG systeem voor Europese burgers.3 Ook Nederland is vertegenwoordigd in deze werkgroep.
Het is mijn intentie om deze gegevens vanaf 1 mei 2023 (online) openbaar te maken.
Het RIVM zal de taak op zich nemen de gegevens inzichtelijk en raadpleegbaar online
te publiceren. Jaarlijks zal deze informatie worden vernieuwd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen