31 989 Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

M VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 juli 2011

Tijdens de vergadering van 14 september 2010. heeft de toenmalige vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid1 gesproken over de brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 31 augustus 20 101 met een reactie op de motie van het lid Dupuis c.s.

Naar aanleiding daarvan is op 16 september 2010 een brief gestuurd aan de minister.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 30 juni 2011 gereageerd.

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid brengt hierbij verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Den Haag, 16 september 2010

Tijdens de vergadering van 14 september jl. heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid gesproken over uw brief d.d. 31 augustus 20 101 met een reactie op de motie van het lid Dupuis c.s.

De commissie is erg benieuwd naar de gevolgen van het feit dat ouderparticipatiecrèches ook onder de werking van de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen vallen. Deze ouderparticipatiecrèches moeten daardoor op den duur ook voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn opgenomen in bovengenoemde wet en de commissie zou graag vóór het zomerreces van 2011 van de minister vernemen wat de gevolgen daarvan zijn voor de burgerinitiatieven op het gebied van kinderdagverblijven.

De commissie ziet uw reactie met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid, Prof. mr. A. H. M. Dupuis

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2011

In deze brief ontvangt u mijn reactie op uw brief van 16 september 2010 (met uw kenmerk 146998.01u), waarin u vraagt wat de gevolgen zijn van de werking van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) voor burgerinitiatieven op het gebied van kinderdagverblijven.

Ouderparticipatie in de kinderopvang

In de motie van het Kamerlid Dupuis (Kamerstukken I 2009/10, 31 989, H) heeft uw Kamer gevraagd of het niet mogelijk zou zijn om ouderparticipatiecrèches als burgerinitiatieven in stand te laten, zonder dat zij aan de kwaliteitseisen en dan met name de opleidingseisen, zouden hoeven voldoen. Uw commissie gaf als reactie op het antwoord van mijn ambtvoorganger (Kamerstukken I 2009/10, 31 989, I) aan, benieuwd te zijn naar de gevolgen van het feit dat de ouderparticipatiecrèches ook vallen onder de werking van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko).

De Wet OKE heeft niets gewijzigd aan de wettelijke positie van deze kinderdagverblijven. Het beeld bestaat echter in de praktijk, dat ouders die werkzaam zijn in deze crèches niet aan de beroepskwalificatie-eisen hoeven te voldoen. Dit is echter niet in overeenstemming met de tekst van de wet.

Rapportage stand van zaken ouderparticipatiecrèches

GGD Nederland is geraadpleegd over de stand van zaken in de ouderparticipatiecrèches. Er bestaan zes ouderparticipatiecrèches in Nederland. Zij voldoen over het algemeen goed aan de gestelde eisen waar de GGD de afgelopen jaren op heeft getoetst. De GGD heeft niet getoetst op de beroepskwalificatie-eis. Vermoedelijk voldoen de ouderparticipatiecrèches niet aan deze eis. Ouders zijn betrokken en dragen zelf ook één of meerdere dagdelen bij aan de opvang. De ouders betalen in de meeste gevallen een vergoeding die lager ligt dan de tarieven die gangbaar zijn in de kinderopvang. De huidige praktijk is dat ouders die gebruik maken van en participeren in ouderparticipatiecrèches in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als zij beide werken, mits de ouderparticipatiecrèche is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

Ik constateer dat er op dit moment een vorm van kinderopvang is die hoogstwaarschijnlijk niet aan de beroepskwalificatie-eis voldoet, maar waar ouders wel kinderopvangtoeslag voor ontvangen. Ouderparticipatiecrèches vallen onder de Wko en het recht op kinderopvangtoeslag moet voor iedereen gelijk zijn. Daar wil ik geen uitzonderingen op maken. Tegelijkertijd wil ik een burgerinitiatief als de ouderparticipatiecrèche niet verbieden.

Mijn voornemen is daarom om de wet te wijzigen zodat de ouderparticipatiecrèches die niet aan de opleidingseisen voldoen, kunnen blijven voortbestaan, echter zonder recht op kinderopvangtoeslag voor ouders. Het recht op kinderopvangtoeslag is er dan alleen als een ouder gebruik maakt van een kinderdagverblijf dat volledig aan de wettelijke eisen voldoet. Op dit moment is het nog zo dat kinderopvang die niet aan alle kwaliteitseisen van de Wko voldoet, volgens de wet niet in stand mag worden gehouden en dus moet worden gesloten. Ook als deze kinderopvang niet is ingeschreven bij het LRK en er om die reden geen aanspraak op kinderopvangtoeslag kan worden gemaakt. In feite worden de ouderparticipatiecrèches op dit moment dus gedoogd. Ik ben van plan om dat voort te zetten tot uiterlijk 31 december 2012. Dat betekent dat de huidige ouderparticipatiecrèches die niet voldoen aan de beroepskwalificatie-eisen niet worden gesloten. Om de desbetreffende ouders en andere betrokkenen voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de wijziging, blijven de ouders in aanmerking komen voor toeslag totdat de gedoogperiode afloopt. De GGD zal ook na de wetswijziging blijven controleren op de kwaliteit van de ouderparticipatiecrèches.

De Tweede Kamer ontvangt een afschrift van deze brief2 vanwege het tijdelijk gedogen van de ouderparticipatiecrèches.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Klever (PVV) (vice-voorzitter), Sörensen (PVV), Reynaers (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Van Rey (VVD) en Beckers (VVD).

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 146998.01.

Naar boven