31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 853 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2021

Zoals aangegeven in onze brief bij de publicatie van de Ontwerp-Voorkeursbeslissing op 13 januari 2021 (Kamerstuk 31 936, nr. 832) hebben wij, naast de zienswijzeprocedure, de Commissie voor de milieueffectrapportage gevraagd te reflecteren op de Ontwerp-Voorkeursbeslissing, het bijbehorende plan-MER en de Passende Beoordeling op Hoofdlijnen.

Wij hebben de Commissie m.e.r. gevraagd om te beoordelen of het plan-MER en de Passende Beoordeling de benodigde en juiste milieu-informatie bevatten. Met deze brief willen wij u graag informeren dat het toetsingsadvies is afgerond. Het is als bijlage bij deze brief gevoegd1.

Wij danken de Commissie voor het uitgebrachte advies en zullen de aanbevelingen zorgvuldig bestuderen. De Commissie stelt dat het milieurapport goed laat zien dat de nieuwe hoofdstructuur in combinatie met het voorgestelde operationele concept zorgt voor kortere vliegroutes waardoor de CO2-emissies afnemen, en voor milieuvriendelijker continu dalen. Tegelijk signaleert de Commissie dat op een aantal punten essentiële informatie ontbreekt om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen. Zo vindt de Commissie dat de samenhang tussen de luchtruimherziening en de landzijdige opgaven zoals woningbouw niet is beschreven. Daarnaast vindt de Commissie de onderbouwing van de hoofdstructuur onvoldoende. Ook stelt zij dat de regionale verdeling van milieugevolgen nog niet voldoende in beeld is gebracht. De Commissie adviseert verder een aanvulling op de beschrijving en beoordeling van de milieugevolgen voor geluidhinder, natuur en veiligheid.

Een aantal van de door de Commissie gegeven adviezen worden verwerkt in de Voorkeursbeslissing of in een aanvulling op het plan-MER en de Passende Beoordeling. Dit betreft onder andere de verhouding tot ruimtelijke opgaven op de grond zoals opgenomen in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Ook zullen wij de onderbouwing voor de nieuwe hoofdstructuur verbeteren en zullen wij de effecten van de herziening voor hinder, natuur en veiligheid nader uitwerken.

Andere door de Commissie gegeven adviezen zullen in de volgende fase van het programma worden meegenomen. Het betreft onder meer het advies om een geografische presentatie te geven van de regionale verdeling van de milieubelasting als gevolg van de herziening. Het inzichtelijk maken hiervan is door ons aangekondigd in de Ontwerp-Voorkeursbeslissing voor de volgende fase van het programma: de Planuitwerkingsfase. Wij onderschrijven het belang van deze uitwerking.

Het programma Luchtruimherziening volgt een op het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) geïnspireerde, gefaseerde aanpak. Wij benadrukken dat de Voorkeursbeslissing een richtinggevende beslissing op hoofdlijnen is, waarmee de Verkenningsfase wordt afgerond. Wij verwachten de definitieve Voorkeursbeslissing en de aanvulling op het plan-MER in het najaar van 2021 te presenteren. Na de Verkenningsfase volgt de Planuitwerkingsfase (2021–2023) die uitmondt in een integrale Programmabeslissing die onafhankelijk zal worden beoordeeld op het gebied van natuur- en milieueffecten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven