Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2018
Hierbij ga ik in op het verzoek van het lid Kröger (GroenLinks) om te reageren op
het NRC-bericht «Veel meer vluchten voor Lelystad Airport»1 van 4 februari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 48, Regeling van Werkzaamheden).
In het krantenartikel wordt gesproken over het toelaten van maximaal 60.000 vliegtuigbewegingen
op Lelystad Airport. Laat ik hier volstrekt helder over zijn: tot de herindeling van
het luchtruim is voor groot commercieel luchtverkeer sprake van maximaal 10.000 vliegtuigbewegingen
en als plafond voor de lange termijn is sprake van een maximale gebruiksruimte gebaseerd
op 45.000 vliegtuigbewegingen.
Het in het krantenartikel genoemde aantal is gebaseerd op een theoretische rekenexercitie
die overeen is gekomen met het bewonerscomité in het kader van de contra-expertise
op de geluidberekeningen van de MER-actualisatie Lelystad Airport. Voor deze geluidberekeningen
zijn onder andere diverse gevoeligheidsanalyses uitgevoerd bij inzet van verschillende
typen vliegtuigen van lawaaiig tot relatief stil. Het gaat slechts om één van de vele
theoretische rekensommen. Hierbij is alleen naar de geluidsbelasting gekeken en niet
naar andere mogelijke effecten (milieu, operaties etc.). Dit om de bewoners meer inzicht
te geven op de geluidsgevoeligheid van de aannames die in de MER zijn gedaan. Alle
informatie, waaronder de genoemde, wordt conform mijn eerdere bericht openbaar bij
mijn besluit over de aansluitroutes.
In de memorie van toelichting bij de Wet tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband
met de vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens
alsook in de nota van toelichting bij het Luchthavenbesluit Lelystad (bijlage bij
Kamerstuk 31 936, nr. 202) en de MER is ingegaan op de wettelijke systematiek voor het bepalen van de maximale
gebruiksruimte. Ook in het verantwoordingsrapport naar aanleiding van de ter inzagelegging
van het Luchthavenbesluit is hier aandacht aan besteed.
Uiteraard wordt nauwlettend de vinger aan de pols gehouden hoe de luchthaven zich
in de komende jaren ontwikkelt. Met de Kamer is ten aanzien van het Luchthavenbesluit
Lelystad reeds overeengekomen om bij 25.000 vliegtuigbewegingen een evaluatie te houden
van de tot dan toe opgetreden effecten. Dat is een natuurlijk moment om stil te staan
bij de aspecten die de maximale gebruiksruimte bepalen en voor eventuele aanpassingen
aan het Luchthavenbesluit Lelystad.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga