31 936 Luchtvaartbeleid

Nr. 227 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2014

Met deze brief wil ik u informeren over het recente besluit over het verzoek van de provincie Limburg inzake de resterende rijksinvesteringsbijdrage, die in 2001 is verstrekt in het kader van de overeenkomst «Beëindiging subsidierelatie Staat – NV luchthaven Maastricht» (hierna: «beëindigingsovereenkomst»).

Provinciale besluitvorming luchthaven Maastricht

Met de kamerbrief van 25 oktober 20131 bent u geïnformeerd over het onderzoek van de provincie Limburg naar de mogelijkheden voor een duurzame toekomst voor de luchthaven Maastricht. Ik heb u aangegeven dat de provincie mij heeft verzocht hen tijd te gunnen voor dit onderzoek en ondertussen niet over te gaan tot terugvordering van het nog niet geïnvesteerde deel van de rijksinvesteringsbijdrage die in 2001, respectievelijk 2005/2006 is verstrekt in het kader van de beëindiging van de subsidierelatie van de Staat met de luchthaven2. Het betreft een resterend investeringsbedrag voor luchtzijdige investeringen van circa € 9,4 miljoen. In de brief is geschetst waarom er geen aanleiding is geweest om over te gaan tot terugvordering van deze nog resterende rijksinvesteringsbijdrage gezien de borging van de continuïteit van de luchthaven door de provinciale subsidie, de bevestiging van de luchthaven op dit punt en de toezegging van de provincie dat zij haar onderzoek voortvarend op zou pakken. Daarmee waren er voldoende waarborgen aanwezig om ervoor te zorgen dat de resterende rijksbijdrage op een goede manier zou worden besteed.

Inmiddels heeft de provincie Limburg haar onderzoek afgerond en heeft er op grond hiervan in provinciale staten van Limburg besluitvorming plaatsgevonden (16 mei 2014). Op 28 mei jl. heb ik van de provincie Limburg een brief ontvangen waarin zij mij hierover heeft geïnformeerd. Middels deze brief gaf de provincie aan dat zij voornemens is om de aandelen van de luchthaven over te nemen en een financiële bijdrage aan de luchthaven te verstrekken. Per 15 juli 2014 heeft de provincie de aandelen van de luchthaven overgenomen. Voor de financiële uitvoerbaarheid van het overnameplan waartoe de provincie 16 mei 2014 heeft besloten, acht de provincie behoud van de resterende rijksinvesteringsbijdrage van belang. Een afschrift van deze brief doe ik u hierbij toekomen (zie bijlage 1 bij deze brief)3.

Verzoek inzake rijksinvesteringsbijdrage

Met de overname van de luchthaven Maastricht heeft de provincie Limburg de rechten en plichten overgenomen die voortvloeien uit de beëindigingsovereenkomst uit 2001 en de op grond hiervan aanvullend verleende rijkssubsidie voor externe veiligheidsmaatregelen (Baandrempelverplaatsing) uit 2005/2006. In haar brief van 28 mei jl. heeft de provincie aangegeven graag uitvoering te willen blijven geven aan de nog resterende investeringsverplichtingen die hieruit volgen. De provincie heeft daarbij expliciet aangegeven dat het haar voorkeur geniet om de beëindigingsovereenkomst met de Staat en de rijkssubsidie binnen de afgesproken voorwaarden en investeringstermijn (oktober 2015) af te ronden, opdat zij zich vervolgens volledig kunnen richten op de uitvoering van het provinciale plan, zonder complicerende verplichtingen uit het verleden. De provincie geeft echter aan dat de in het verleden vastgelegde afspraken over investeringsritme en tijdpad niet meer stroken met het voorgenomen investeringsritme en tijdpad zoals dat voortvloeit uit het nieuwe plan van de provincie. Om toch tot afronding te komen heeft de provincie verzocht om alle luchtzijdige investeringen die tot op heden zijn gerealiseerd uit het gezamenlijk tussen Rijk, provincie en luchthaven overeengekomen investeringsprogramma volledig ten laste te mogen brengen van de rijksinvesteringsbijdrage en rijkssubsidie. Met de dit jaar door de provincie voorziene luchtzijdige investeringen kan daarmee de beëindigingsovereenkomst met de Staat en de rijkssubsidie volledig onderbouwd en binnen de investeringstermijn afgerond c.q. vastgesteld worden. De uitvoering van het nog resterende deel van het gezamenlijk overeengekomen investeringsprogramma zal dan later in de tijd plaatsvinden en ten laste worden gebracht van de provinciale investeringsbijdrage. De provincie geeft in haar brief aan te garanderen dat zij haar investeringsverplichtingen zal nakomen.

Standpunt Rijk

Het plan waar de provincie Limburg toe besloten heeft, heeft geen aanleiding gegeven om anders te kijken naar het eerder aan de provincie en uw Kamer uitgedragen standpunt over de resterende rijksinvesteringsbijdrage en subsidie, namelijk de bereidheid deze te handhaven wanneer de continuïteit van de luchthaven geborgd is en uitvoering kan worden blijven gegeven aan het gezamenlijk overeengekomen investeringsprogramma. Om het bovengeschetste verzoek van de provincie in overweging te willen nemen heb ik de provincie wel om een aantal nadere juridisch geborgde garanties gevraagd. Dit is gedaan om de Staat niet in een meer nadelige positie te laten komen dan volgt uit de bestaande overeenkomst, mocht de provincie (om wat voor reden dan ook) geen uitvoering kunnen of willen geven aan haar plan. De provincie heeft zich bereid verklaard garanties te willen verstrekken en deze vast te willen leggen in een overeenkomst tussen Staat en de provincie Limburg. Deze garanties hebben ten eerste betrekking op het tijdstip en de wijze waarop verantwoording dient te worden afgelegd over de gerealiseerde investeringen. Daarnaast zijn garanties overeengekomen ten aanzien van de besteding van de provinciale investeringsbijdrage.

Met deze garanties van de zijde van de provincie Limburg zijn de rijksbelangen voldoende gewaarborgd en wordt de subsidierelatie met de luchthaven volgend jaar, conform het RELUS-beleid4, beëindigd. Er is daarmee tevens tegemoet gekomen aan de wens van de provincie om zich na afronding van de beëindigingovereenkomst en rijkssubsidie volledig te kunnen richten op de uitvoering van hun plan. Een afschrift van mijn antwoordbrief aan de provincie Limburg doe ik u hierbij toekomen5. Een afschrift van de overeenkomst met de provincie zal ik nazenden, zodra deze door beide partijen is getekend.

Luchthavenbesluit

Op grond van de Wet Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML) dienen de aanwijzingsbesluiten van de burgerluchthavens van nationale betekenis vervangen te worden door luchthavenbesluiten. Ook is bepaald dat deze aanwijzingsbesluiten eerst worden omgezet in omzettingsregelingen.

Voor de luchthaven Maastricht is inmiddels een omzettingsregeling vastgesteld, echter vanwege de onzekerheid over de toekomst van de luchthaven zijn de voorbereidingen voor het luchthavenbesluit nog niet eerder gestart. Nu provinciale besluitvorming over de luchthaven heeft plaatsgevonden kan de procedure voor het luchthavenbesluit worden gestart. Naar verwachting zal het luchthavenbesluit in 2015 worden vastgesteld.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Kamerstuk 31 936 nr. 163.

X Noot
2

In 2001 is op grond van de overeenkomst «Beëindiging subsidierelatie Staat – NV Luchthaven Maastricht» een rijksinvesteringsbijdrage verstrekt van € 32,4 miljoen voor een gezamenlijk tussen Staat, provincie en luchthaven overeengekomen investeringsprogramma. De provincie heeft voor de uitvoering van dit programma een investeringsbijdrage verstrekt van € 10,5 miljoen. In 2005/2006 heeft het Rijk een aanvullende subsidie verstrekt van € 2,5 miljoen voor externe veiligheidsmaatregelen (verleggen baandrempels). In 2011 is een gewijzigd investeringsprogramma overeengekomen en is de investeringstermijn verlengd naar 1 oktober 2015. Dit is vastgelegd in een wijzigingsovereenkomst.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Kamerstuk 25 230 nr. 2

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven