31 936
Luchtvaartbeleid

nr. 22
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2010

Per brief (kenmerk 2010z01323/2010D04375) heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat mij en mijn collega van Financiën verzocht om te reageren op het bericht dat de coalitiepartijen in de Provinciale Staten van Overijssel recent tot een akkoord zijn gekomen. Hierbij wordt gevraagd om bij deze reactie in te gaan op de huidige financiële situatie van de luchthaven Twente en het amendement van de heer Koopmans hierbij te betrekken.

Middels deze brief wil ik, mede namens de minister van Financiën, ingaan op het verzoek.

Zoals ik u per brief1 heb aangegeven hebben de Provinciale Staten van Overijssel eind 2009 niet ingestemd met de voorliggende structuurvisie. De afgelopen periode hebben de fractievoorzitters van de coalitiepartijen verkend of er overeenstemming gevonden kan worden over de gebiedsontwikkeling van de luchthaven Twente.

Dit heeft geleid tot een document waarin door de coalitiepartijen binnen Provinciale Staten is beschreven welke uitgangspunten en ambities door de coalitie gedeeld worden en hoe deze gerealiseerd kunnen worden. Dit document was geagendeerd voor de Statenvergadering van 27 januari 2010. Provinciale Staten hebben in deze vergadering besloten om hierover op 10 februari 2010 nader van gedachten te wisselen. Het document en de begeleidende brief van de coalitiepartijen vindt u als bijlage bij deze brief.2

Op dit moment kan er nog niet inhoudelijk gereageerd worden op het document van de coalitiepartijen binnen Provinciale Staten. Het stuk zal eerst behandeld worden in de vergadering van Provinciale Staten, vervolgens is het aan Gedeputeerde Staten van Overijssel hoe aan het verzoek van Provinciale Staten vervolg wordt gegeven. Gedeputeerde Staten verwacht hierover, mede afhankelijk van de Provinciale Staten behandeling op 10 februari 2010, begin maart 2010 meer helderheid te geven.

De positie van het Rijk is niet gewijzigd ten opzichte van de brief die ik u eerder stuurde. Uitgaande van de gebiedsontwikkeling met luchthaven zoals die eind vorig jaar in de regionale structuurvisie is geschetst, is het Rijk van mening dat de beleidsmatige ambities van het Rijk kunnen worden ingevuld. Dit is zoals eerder gemeld verbonden aan enkele voorwaarden. Het Rijk heeft de beleidsmatige ambities en invulling van de voorwaarden onderstreept door in de bijbehorende bestuursovereenkomst aan te geven bereid te zijn om het bedrag dat uw Kamer via het amendement Koopmans heeft vrijgemaakt in te zetten ten behoeve van een snelle en succesvolle aanbesteding van de luchthaven. Vanzelfsprekend binnen de kaders die de regelgeving met betrekking tot staatssteun hieraan stelt.

Zodra er meer duidelijk is over de positie van Gedeputeerde Staten en de consequenties voor de gebiedsontwikkeling zal aan de hand van de verschillende rijksdoelstellingen en voorwaarden die mogelijk met de gebiedsontwikkeling kunnen worden gerealiseerd bezien moeten worden wat de inzet van Gedeputeerde Staten betekent voor de positie van het Rijk.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

vergaderjaar 2009/2010 31 936, nr. 21.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven