31 839 Jeugdzorg

Nr. 741 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S.

Voorgesteld 2 juli 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Jeugdautoriteit vanuit een neutrale positie ten opzichte van gemeenten, zorgaanbieders en Rijk en met duidelijke bevoegdheden, snel moet kunnen interveniëren als de continuïteit van de cruciale jeugdzorg in het geding is;

overwegende dat het perspectief is om de Jeugdautoriteit te positioneren bij de NZa, waarbij de Jeugdautoriteit een andere rol heeft richting de gemeenten dan de NZa richting zorgverzekeraars;

van mening dat een situatie als bij De Hoenderloo Groep in de toekomst voorkomen moet worden;

overwegende dat de Jeugdautoriteit een stevige positie en voldoende bevoegdheden dient te krijgen en niet afhankelijk mag zijn van informatie van derden;

verzoekt de regering, in het convenant met de VNG en BZGJ te borgen dat de Jeugdautoriteit stevige bevoegdheden krijgt om goed zicht te houden op de financiële situatie van zorgaanbieders en daarbij rekenschap te geven van de rol die de Jeugdautoriteit inneemt ten opzichte van de gemeenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Peters

Wörsdörfer

Naar boven