Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2020
Op 18 december 2019 heb ik het verzoek van de vaste Tweede Kamercommissie VWS ontvangen
om het kabinetsstandpunt omtrent de GIRFEC (Getting it right voor every child)-methode
toe te lichten en aan te geven of er plannen zijn om deze methode in Nederland te
verspreiden.
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) volgt vanuit zijn rol als onafhankelijk kennisinstituut
internationale ontwikkelingen en faciliteert de kennisuitwisseling met andere landen.
Zo is tijdens een werkbezoek van jeugdhulp- en onderwijsorganisaties aan Schotland
de aanpak van GIRFEC bekeken. Het NJi heeft aangegeven dat GIRFEC als een internationaal
voorbeeld geldt van overheidsbeleid waarin de waarden van het Internationaal Verdrag
van de Rechten van het Kind worden vertaald naar de praktijk. Elk land doet dat op
zijn eigen manier. Op verzoek van de betrokken Nederlandse organisaties was het NJi
betrokken bij de Nederlandse vertaling van een van de elementen van GIRFEC, de zogeheten
kansencirkel. Een aantal gemeenten en praktijkorganisaties zijn hiermee aan de slag
zijn gegaan.
Over enkele elementen uit GIRFEC loopt er een discussie. Ouders, ouderorganisaties
en deskundigen hebben zorgen geuit over de veronderstelde sterke bemoeienis van de
overheid bij de opvoeding van kinderen, ook als ouders daar niet om vragen. Het gaat
dan onder meer om de rol van de zogenaamde «named person» die een belangrijke rol
vervult bij de inzet van ondersteuning en die over de nodige (privacygevoelige) informatie
zou kunnen gaan beschikken. Dit element in de Schotse wetgeving is na veel discussie
en juridische procedures inmiddels komen te vervallen. Voor zover bekend bij het NJi
wordt het element van de «named person» in Nederland nergens in de praktijk toegepast.
Een ander punt van zorg is het oneigenlijke gebruik van de kansencirkel uit de methode.
Deze cirkel is bedoeld als ondersteunend instrument om het gesprek tussen ouders en
professionals over de ontwikkeling van een kind te faciliteren vanuit een positieve,
waarden gedreven benadering. De zorg is dat de kansencirkel in de Nederlandse context
wordt gebruikt als een risicotaxatie-instrument om veiligheids- en ontwikkelproblemen
te signaleren. Dit is nadrukkelijk niet de bedoeling. Er zijn geen concrete aanwijzingen
dat het daadwerkelijk zo wordt gebruikt. Desalniettemin zal het NJi bij de Nederlandse
vertaling van de kansencirkel toevoegen dat de kansencirkel niet bedoeld is als risicotaxatie-instrument.
Ik volg de ontwikkelingen over de GIRFEC-methode met belangstelling. Echter, ik ben
niet voornemens om GIRFEC of specifieke elementen eruit in Nederland te verspreiden.
Ik zie in het decentrale jeugdstelsel hier geen rol voor de rijksoverheid weggelegd.
Opvoeding is primair de verantwoordelijkheid van ouders. Ons jeugdstelsel is erop
gericht waar nodig passende ondersteuning te bieden, georganiseerd door gemeenten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge