31 839 Jeugdzorg

Nr. 576 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2017

Onlangs is enige onrust ontstaan over de continuïteit van de Kindertelefoon, Stichting Sensoor en het AKJ (vertrouwenspersonen in de jeugdhulp). Uw Kamer heeft hierover bij monde van leden Marijnissen, Kooiman, Nijboer en Peters vragen gesteld (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 1742, 1743 en 1744). Dit vraagstuk heeft ook op het ministerie prioriteit. Graag informeer ik u hierbij over de voortgang.

Zoals ik in reactie op de eerste berichten heb laten weten dient er geen enkele twijfel te zijn over dat alle kinderen die daar behoefte aan hebben, gewoon de Kindertelefoon kunnen blijven bellen. De ontstane onrust over de continuïteit vind ik zeer vervelend, niet in de laatste plaats voor de betrokken medewerkers en vrijwilligers. Naar aanleiding van de genoemde berichtgeving heb ik contact gezocht met de Raad van Bestuur van de Kindertelefoon en met de VNG, aangezien de financiering via gemeenten loopt.

Ook voor het luisterend oor dat door Sensoor wordt geboden en de vertrouwenspersonen die door het AKJ worden ingezet, geldt dat deze voorzieningen gewoon beschikbaar blijven.

Afgelopen week heb ik hierover nog met de VNG in een Bestuurlijk Overleg gesproken. Afspraak is en blijft dat deze drie voorzieningen uiteraard zullen blijven bestaan. Daarover bestaat geen enkele twijfel. Over de praktische uitvoering is nauw contact tussen de betrokken partijen.

Nog vóór 1 juni a.s. staat een overleg gepland met de betrokken partijen. Het overleg zal niet alleen gaan over de financiering vanaf 2018, maar ook over de vraag hoe structurele financiering in de toekomst geborgd zal blijven. Daarbij zal ook worden bekeken of een andere wijze van financiering tot de mogelijkheden behoort, zodat de Kindertelefoon, Sensoor en het AKJ niet met elke gemeente afzonderlijk een contract hoeven te sluiten.

De gestelde Kamervragen zal ik zo spoedig mogelijk na genoemd overleg beantwoorden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven