De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat volgens de Rechten van de Mens ieder mens, en derhalve ook ieder kind,
het recht heeft op onderwijs dat gericht is op de volle ontwikkeling van de menselijke
persoonlijkheid;
constaterende dat momenteel een bepaalde groep kinderen, die zware vormen van autisme,
een ontwikkelingsachterstand of sensorische beperkingen hebben, algehele vrijstelling
van leerplicht heeft;
constaterende dat deze groep kinderen hierdoor onder de Wet langdurige zorg (Wlz)
of Jeugdzorg valt;
constaterende dat een aanzienlijk deel van deze groep kinderen in een instelling woont
waar zij een vorm van dagbehandeling krijgen aangeboden die er vooral op is gericht
hen «bezig te houden»;
constaterende dat deze kinderen hier veelal geen ontwikkelingsgerichte behandeling
krijgen aangeboden, omdat ze als «laag intelligent» worden aangemerkt;
constaterende dat dit veelal onterecht is, waardoor hun potentieel ten onrechte onbenut
blijft;
overwegende dat een ontwikkelprogramma zoals ABA (Applied Behavior Analysis) dit potentieel
wel kan ontplooien;
constaterende dat ABA een wetenschappelijk bewezen methode is;
verzoekt de regering, nader te onderzoeken op welke wijze deze kinderen alsnog hun
recht op ontwikkeling gegeven kan worden middels het ter beschikking stellen van de
ABA-behandelmethode,
en gaat over tot de orde van de dag.
Klein