31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 318 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2018

Hierbij bied ik u het programma «Thuis in het Verpleeghuis, waardigheid en trots op elke locatie» aan1. Ik heb u dit programma toegezegd in mijn eerdere brieven van 8 december 20172 en 8 februari 20183. Op 8 maart 2018 ondertekende ik – samen met bijna veertig partijen – het Pact voor de Ouderenzorg. Het verpleeghuisprogramma is – na het programma «Een tegen eenzaamheid» – het tweede binnen het Pact. Het derde programma – «Langer thuis» – volgt naar verwachting medio juni.

In mijn brief van 8 december 2017 zegde ik toe met een programmaplan te komen voor de verbetering van de verpleeghuiszorg. Uw Kamer heeft via de motie van het lid Hermans c.s. een aantal belangrijke elementen benoemd, die een plaats moesten krijgen in het programmaplan4. Zo heeft uw Kamer gevraagd om de geleverde kwaliteit inzichtelijk te maken met indicatoren en deze een rol te laten spelen bij het kwaliteitsplan. Ook werd aandacht gevraagd voor de rol van zorgkantoren bij de inkoop, voor de stimulering van innovatie en het aanspreken van bestuurders. Met het programma «Thuis in het Verpleeghuis» voer ik deze motie uit.

In mijn brief van 8 februari 2018 heb aangegeven dat ik in overleg was met cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, zorgaanbieders, zorgkantoren, het Zorginstituut, NZa en de IGJ i.o. over belangrijke onderwerpen voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg, zoals tijd en aandacht voor de bewoner, voldoende (deskundige) en tevreden zorgverleners, leren en innoveren en de sturing. Mede op basis van dit overleg is voorliggend programma tot stand gekomen.

Het programma «Thuis in het Verpleeghuis» heeft als doelstelling er voor te zorgen dat er voldoende tijd, aandacht en goede zorg is voor alle bewoners. Dit is een grote opdracht voor alle partijen, waarbij de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders en hun bestuurders voorop staat.

In het regeerakkoord is vastgelegd dat de inzet op kwaliteitsverbetering vraagt om een andere manier van werken en organiseren: kleinschalig, vraaggericht, innovatief, met minder regels en meer vertrouwen in de zorgprofessionals. Dit moet daadwerkelijk leiden tot een aantoonbare verbetering van de kwaliteit. Ook is aangegeven dat bestuurders daarop worden beoordeeld. Dit zullen in eerste instantie de Raad van Toezicht en (namens de bewoners) de cliëntenraad doen. Het programmaplan voegt daaraan een stevige rol toe van zorgkantoren bij het beoordelen van de kwaliteitsplannen van aanbieders en een het toezicht door de IGJ. Op deze wijze worden bestuurders op basis van een eenduidig kader beoordeeld op de kwaliteit van zorg in de instelling waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Om tot voldoende tijd, aandacht en goede zorg is voor alle bewoners te komen, kent het programmaplan de volgende actielijnen:

  • Meer tijd en aandacht voor de bewoner, met meer zorgverleners en zicht op kwaliteit per locatie.

  • Door onze regionale arbeidsmarktaanpak en door verlaging van de administratieve lasten zorgen we voor voldoende zorgverleners die gemotiveerd en deskundig zijn.

  • Leren, verbeteren en innoveren, door inzet van «Waardigheid en Trots op Locatie», door het investeren in meer kennis voor professionalisering van zorgverleners en door ruim baan te bieden voor innovatie.

Ik verwijs u kortheidshalve naar het programmaplan. Vanaf nu breng ik uw Kamer tweemaal per jaar op de hoogte van de voortgang van «Thuis in het Verpleeghuis», te beginnen het komend najaar.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 31 765, nr. 291

X Noot
3

Kamerstuk 31 765, nr. 296

X Noot
4

Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 71

Naar boven