Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2016
Op verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport duid ik in
deze brief wat de wettelijke instrumenten zijn om het kwaliteitskader verpleeghuiszorg
af te dwingen.
Zoals ik u eerder heb geschreven, heeft het Zorginstituut de ambitie uitgesproken
om per 1 januari 2017 een eerste kwaliteitskader op te leveren. Daarin zullen in ieder
geval de basisveiligheid en bijbehorende indicatoren en de leidraad verantwoorde personeelssamenstelling
een plek krijgen. Vervolgens zal worden gewerkt aan een verdere vulling van het kwaliteitskader.
Het uiteindelijke kwaliteitskader zal, naast een eventuele overkoepelende beschouwing
over de ontwikkeling van de verpleeghuiszorg, de volgende elementen bevatten:
-
• een kwaliteitsstandaard waarin goede zorg vanuit het perspectief van de cliënt is
beschreven,
-
• één of meerdere informatiestandaarden, die beschrijven welke gegevens zorgaanbieders
in hun primaire proces vastleggen en welke informatie zij uitwisselen, bijvoorbeeld
ten behoeve van doorverwijzing of multidisciplinair overleg, en
-
• één of meerdere meetinstrumenten; de verzamelnaam voor kwaliteitsindicatoren en cliëntvragenlijsten,
die beschrijven wat gemeten moet worden en hoe de gegevensverzameling moet worden
uitgevoerd.
Dit kwaliteitskader wordt ingeschreven in het openbaar register dat het Zorginstituut
bijhoudt. Eenmaal opgenomen in dit register maakt het kader onderdeel uit van het
begrip goede zorg uit de Wet kwaliteit klachten geschillen zorg (Wkkgz). Voor de verpleeghuiszorg
normeert het kwaliteitskader dus wat goede zorg is.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ziet op de toepassing van deze normen toe.
Vooruitlopend op de ontwikkeling van het kwaliteitskader is de IGZ in 2015 gestart
met de vormgeving van haar nieuwe toezichtkader en toezichtinstrument. De thema’s
in het toezichtkader van de IGZ zijn (op hoofdlijnen) dezelfde als de thema’s in het
concept kwaliteitskader. Vanaf 15 november 2016 start de IGZ een pilot met het nieuwe
toezichtinstrument. De IGZ zal de ontwikkelingen van het kwaliteitskader nauwgezet
volgen en daarop aansluiten. Daarmee kan de IGZ het kwaliteitskader gefaseerd integreren
in het toezicht. Met een dergelijke gefaseerde invoering heeft de IGZ goede ervaringen
opgedaan bij het toezicht op het omgaan met onbegrepen gedrag. Dat laat overigens
onverlet dat de IGZ ook nu al toezicht houdt op de aanwezigheid van voldoende en voldoende
deskundig personeel en daarop handhaaft wanneer de zorg als gevolg van tekorten op
dat gebied door de bodem dreigt te zakken. Dit geldt ook voor andere reeds bekende
thema’s.
Zoals eerder gezegd in deze brief zal het kwaliteitskader één of meerdere meetinstrumenten
bevatten. Op 1 januari 2017 zullen de indicatoren voor basisveiligheid gereed zijn.
Ook daarmee kan beoordeeld worden of zorgaanbieders voldoen aan het kwaliteitskader.
Zorgaanbieders zijn namelijk verplicht om binnen de in het meetinstrument gestelde
termijn kwaliteitsgegevens aan het Zorginstituut aan te leveren. Voor zorgaanbieders
die nalaten om kwaliteitsgegevens aan te leveren is via de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg) geregeld dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een zorgaanbieder een aanwijzing
kan geven gericht op naleving van deze verplichting, inclusief de mogelijkheid een
last onder dwangsom of boete op te leggen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn