Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2018
Hierbij sturen wij u onze gezamenlijke reactie op uw vraag om de raakvlakken in de
bevoegdheidsverdeling ten aanzien van krimp en bevolkingsdaling toe te lichten.
Bevolkingsdaling is een opgave die raakt aan meerdere beleidsvelden waarvoor meerdere
bewindslieden verantwoordelijkheid dragen. De verantwoordelijkheid voor het integrale
krimpbeleid en de coördinatie van de samenwerking hiervoor binnen het kabinet behoort
tot de portefeuille van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK). Op basis daarvan is de Minister van BZK ook verantwoordelijk voor de gebiedsspecifieke
aanpak van vraagstukken die samenhangen met bevolkingsdaling in de aangewezen krimp-
en anticipeergebieden.1 Andere bewindslieden dragen vanuit hun specifieke beleidsvelden bij aan het krimpbeleid,
bijvoorbeeld de bewindslieden van EZK, OCW, SZW, I&W en LNV.
Binnen het kabinet coördineert de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
in overleg met de Minister van BZK, de besluitvorming over de Regio Envelop (€ 950
miljoen). Tijdens de begrotingsbehandeling van LNV is een Kamerbrief aangekondigd
over de aanpak van de Regio Envelop en regionale deals (Handelingen II 2017/18, nr.
32, item 11). Daarin zal onder andere worden ingegaan op de criteria en de procedure voor toedeling
van middelen.
Dit kabinet is er voor heel Nederland. Goede voorstellen vanuit de krimpregio’s voor
regionale deals die een bijdrage uit de Regio Envelop vragen zullen dan ook door de
Minister van LNV, in overleg met BZK, bezien worden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten