31 753 Rechtsbijstand

Nr. 202 MOTIE VAN HET LID VAN NISPEN C.S.

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 30 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de Minister erkend is dat sociaal advocaten nu geen redelijke vergoeding krijgen, zoals ook is vastgesteld door de commissie-Van der Meer, maar dat de eis is gesteld dat alles binnen de huidige budgettaire kaders moet blijven;

spreekt uit dat de incidentele tegemoetkomingsregeling voor sociaal advocaten die fors inkomensverlies lijden als gevolg van de coronacrisis of de eventuele inhaalslag met extra zaken er niet toe mogen leiden dat de noodzakelijke structurele verhoging van de vergoeding van sociaal advocaten later plaatsvindt;

verzoekt de regering, hiervoor te zorgen, zo nodig de eis los te laten dat een redelijke vergoeding voor sociaal advocaten binnen de bestaande budgettaire kaders moet passen, en de Kamer te informeren per wanneer sociaal advocaten een redelijke vergoeding kunnen verwachten, conform de conclusies van de commissie-Van der Meer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Van den Berge

Kuiken

Naar boven