31 571 Voorstel van wet van het lid Thieme tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten

J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 maart 2012

In aanvulling op de brief van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie¹ van 31 januari 2012 (kenmerk 148165.74u) met een reactie van de commissie op de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 december 2011 (31 571, I) heeft het lid van de Partij voor de Dieren enkele vragen gesteld aan de regering. De leden van de fractie van de PVV hebben zich bij deze vragen aangesloten. Deze aanvullende vragen zijn opgenomen in de brief aan de staatssecretaris van 3 februari 2012.

De staatssecretaris heeft op 5 maart 2012 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landouw en Innovatie, Warmolt de Boer

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Den Haag, 3 februari 2012

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft in een brief van 31 januari 2012 (kenmerk 148165.74u) een reactie gegeven op uw brief van 20 december 2011 (31 571, I) naar aanleiding van het debat over wetsvoorstel 31 571 (verplichte bedwelming bij ritueel slachten). In aanvulling op de reactie van de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft het lid van de Partij voor de Dieren enkele vragen aan de regering. De leden van de fractie van de PVV sluiten zich aan bij deze vragen.

Het lid van de Partij voor de Dieren vraagt of het juist is dat de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voorafgaand aan zijn brief aan de Kamer, aan persvertegenwoordigers een concept van de aan de Eerste kamer gezonden brief heeft verstrekt waarin de volgende passage voorkomt:

d. Behoefte

In een convenant kunnen afspraken worden gemaakt over de specifieke behoefte van onderscheiden geloofsgemeenschappen of deelgroepen binnen deze geloofsgemeenschappen voor te slachten dieren, ook over specifieke eisen waaraan het vlees zou moeten voldoen. Daarmee zou als uitgangspunt kunnen worden genomen dat er niet meer dieren worden geslacht dan de behoefte binnen de geloofsgemeenschappen.»

Kan de regering, mede in het licht van zijn toezegging gedaan tijdens het debat op 13 december 2011 over het wetsvoorstel dat onverdoofd ritueel slachten verbiedt (31 571), aangeven hoe zij in het kader van zijn voorgenomen convenant wil omgaan met het maximeren van het aantal onverdoofde slachtingen in Nederland, op basis van de in Nederland levende behoefte bij religieuze groepen, in lijn met de eerder in ons land gehanteerde behoefteverklaring.

Kan de regering in dat licht ook aangeven of zij in het convenant een exportverbod wil opnemen voor vlees van onverdoofd geslachte dieren. Indien dit niet het geval is, waarom niet? Indien dit wel het geval is vraagt het lid van de Partij voor de Dieren op welke termijn en wijze de regering een exportverbod voor vlees van onverdoofd geslachte dieren wil opnemen.

De leden van de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zien de beantwoording van deze vragen graag vóór 21 februari 2012 tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, E. M. Kneppers-Heynert

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2012

In aanvulling op de reactie van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op mijn brief van 20 december 2011 (EK 31 571, nr. I) naar aanleiding van het debat over het wetsvoorstel inzake verplichte bedwelming bij het ritueel slachten, stelde het lid van de Partij voor de Dieren enkele aanvullende vragen. De leden van PVV-fractie hebben aangegeven zich bij deze vragen aan te sluiten. Met deze brief reageer ik op deze vragen.

Behoefteverklaring

In genoemde brief van 20 december 2011 heb ik een aantal onderwerpen opgesomd die deel uit zou kunnen gaan maken van een convenant. Het maken van een afspraak over de specifieke behoefte van te slachten dieren is een van die onderwerpen. Van deze brief zijn conceptversies geweest. De definitieve versie van de brief heb ik u op 20 december toegestuurd.

Maximeren aantal onverdoofde slachtingen en exportverbod

Ik heb in mijn brief van 20 december 2011 aangegeven bereid te zijn een convenant op te stellen met de betrokken religieuze organisaties, vertegenwoordigers van de slachthuizen, dierenartsen wetenschap en NGO’s. Hierbij moeten de grondwettelijk en internationaalrechtelijk gewaarborgde vrije belijdenis van een godsdienst of levensovertuiging in acht worden genomen. Met het oog op het dierenwelzijn heeft de technische commissie onder leiding van prof.dr. Hellebrekers een belangrijke adviserende rol.

Ik wil de gesprekken over het convenant open ingaan en niet nu tot in detail vooruit lopen op de feitelijke invulling van het convenant.

Dit laat onverlet dat een convenant zich niet leent om langs die weg een exportverbod op te leggen.

Ik zal uw Kamer, zoals gevraagd in uw brief van 31 januari 2012, uiterlijk medio april 2012 informeren over de invulling en uitwerking van het convenant. Tevens zal ik hierbij ingaan op de wettelijke borging en de reikwijdte van het convenant (op het punt van rituele en/of conventionele slacht).

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

---

1 Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heynert (VVD) (voorzitter), Terpstra (CDA), Noten (PvdA) (vice-voorzitter), Sylvester (PvdA), Essers (CDA) Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Schaap (VVD), Smaling (SP), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), Postema (PvdA), Vlietstra (PvdA), Klever (PVV), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), Van Rey (VVD), Bröcker (VVD) en Beckers (VVD).