Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31568 nr. 103 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 31568 nr. 103 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2012
Tijdens het Algemeen Overleg over Caribisch Nederland met de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties op 6 februari (kamerstuk 33 000 IV, nr. 61) heb ik u toegezegd dat ik u vóór 1 juni zou informeren over de evaluatie van de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland. Ik heb tevens toegezegd daarbij in te gaan op de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs en inzicht te geven in de beschikbare gegevens over het schoolverzuim.
Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland
In maart 2011 is de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland ondertekend. Hierin is afgesproken dat we gezamenlijk ervoor gaan zorgen dat de basiskwaliteit in 2016 op orde is. Jaarlijks volgen we de voortgang om vast te stellen of we op de goede weg zijn. Ook is in de onderwijsagenda afgesproken dat de Eerste Kamer en Tweede Kamer zullen worden geïnformeerd over de voortgang. In oktober 2011 en maart 2012 is door vertegenwoordigers van mijn ministerie met de betrokkenen gesproken over de voortgang. De resultaten van die gesprekken zijn meegenomen in deze evaluatie.
Uitgangspunt van de onderwijsagenda is dat leerlingen in Caribisch Nederland recht hebben op kwalitatief goed onderwijs. Daar zet een ieder zich vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid voor in. Op het terrein van het onderwijs is dankzij de inspanningen van alle betrokkenen al een flink aantal positieve zaken gerealiseerd. Dat neemt niet weg dat er nog veel te doen is.
De eilanden worden van Europees Nederland gescheiden door een afstand van ruim 8 000 kilometer. Hun situatie verschilt in veel opzichten enorm van wat we in Nederland (of beter gezegd: Europees Nederland) gewend zijn. Dat alleen al maakt dat we realistisch moeten zijn in onze ambities. De komende jaren zijn er belangrijke uitdagingen die nog veel inzet vergen van alle betrokkenen. Ik heb ook op basis van mijn eigen contacten kunnen constateren dat alle betrokkenen met grote inzet werken aan de gewenste verbeteringen. Dit geeft mij veel vertrouwen in de voortgang.
Prioriteiten Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland
In de onderwijsagenda is afgesproken om de volgende vijf prioriteiten centraal te stellen:
1. De kwaliteit omhoog
2. Versterken van de kwaliteit van leraren, schoolleiding en schoolbesturen
3. Onderwijszorg op maat
4. Aantrekkelijk beroepsonderwijs
5. Randvoorwaarden op orde
Naast de al in de onderwijsagenda toegezegde ondersteuning vanuit mijn ministerie heb ik na de ondertekening van de onderwijsagenda nog de volgende extra maatregelen genomen:
– In 2011 hebben de scholen, naast de lumpsum, eenmalig extra financiële ruimte (7 miljoen dollar) voor de materiële inrichting gekregen. Onder inrichting kan worden verstaan: schoolboeken, lesmethodes, spelmaterialen, schoolmeubilair, digitale schoolborden, etc.
– Vanaf 2012 krijgen scholen structureel extra financiële ruimte (1,3 miljoen dollar per jaar) om de salarissen van de leraren te verbeteren.
– Voor de ondersteuning van de werving van leraren uit Europees Nederland of elders uit de regio zijn extra middelen beschikbaar gesteld (ruim 6 miljoen dollar voor een periode van 3 jaar).
– Alle scholen hebben computers gekregen.
In bijlage 1 vindt u een meer gedetailleerd overzicht van de voortgang van de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland. Hieronder ga ik in op de hoofdlijnen.
Verbeterplannen per school
Centraal in de kwaliteitsaanpak staat het opstellen en uitvoeren van een verbeterplan per school. Met behulp van de PO-raad en de VO-raad zijn schoolcoaches aangesteld die de scholen hebben ondersteund bij het opstellen van verbeterplannen. Ik heb met veel genoegen geconstateerd dat in al die plannen de afspraken die gemaakt zijn in de onderwijsagenda een belangrijke plaats innemen. De plannen tonen de ambities van de scholen. De Inspectie van het Onderwijs heeft aangegeven dat de voornemens in de verbeterplannen aansluiten bij het oordeel van de inspectie over wat nodig is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Ondanks soms grote uitdagingen werken de scholen vol energie aan de kwaliteit van het onderwijs voor de kinderen in Caribisch Nederland. Zoals afgesproken ben ik bereid de uitvoering van de verbeterplannen waar nodig (financieel of anderszins) te steunen. Ik heb de scholen inmiddels geïnformeerd over hoeveel extra geld zij ontvangen voor de uitvoering van de verbeterplannen.
Aandachtspunten
Het is goed om te kunnen constateren dat er voortgang geboekt wordt. Echter, er zijn ook zaken die meer inzet en tijd kosten dan voorzien. Bijvoorbeeld op het gebied van de bekostiging, het scholen van leraren en de huisvesting.
Bekostiging
De scholen krijgen sinds 1 januari 2011 lumpsumbekostiging. Om lumpsumbekostiging te laten werken moet aan tenminste 2 voorwaarden zijn voldaan:
– de hoogte van de bekostiging moet voldoende zijn om goed onderwijs te kunnen aanbieden en
– de schoolbesturen moeten, om hun verantwoordelijkheid voor de financiën te kunnen waarmaken, zicht hebben op de financiële situatie op school. Daarvoor is het nodig dat zij inzicht moeten hebben in kosten, baten, banksaldo en nog te verwachten uitgaven.
Het heeft, ondanks de inzet van een administratiekantoor, aanmerkelijk meer tijd gekost dan verwacht om inzicht te verkrijgen in de financiële situatie van de scholen. Inmiddels beschik ik echter over meer definitieve gegevens met betrekking tot de in 2011 door de scholen daadwerkelijk gemaakte kosten en heb ik een beter beeld van de toereikendheid van de bekostiging van de scholen. Op basis hiervan is het bekostigingsniveau voor 2012 vastgesteld.
Leraren
Op basis van de verbeterplannen worden actieplannen per school voor de verdere professionalisering van de leraren uitgevoerd en door mijn ministerie gefinancierd. Daarnaast zijn afspraken gemaakt met de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) op Curaçao over het in stand houden van de dependance van de lerarenopleiding voor het primair onderwijs op Bonaire. Deze opleidingsmogelijkheid zal een bijdrage leveren aan het beschikbaar zijn van voldoende bevoegde en bekwame leerkrachten voor het primair onderwijs.
Voor de ondersteuning van de werving van leraren uit Europees Nederland of elders uit de regio zijn extra middelen beschikbaar gesteld. Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief van 26 april over het wegnemen van belemmeringen voor Nederlandse leraren in Caribisch Nederland en de mogelijke kwijtschelding van studieschuld voor terugkerende CN-studenten (kamerstuknummer nog niet bekend).
Huisvesting
In maart 2011 zijn masterplannen onderwijshuisvesting getekend voor de verbetering van de onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland. Doelstelling van deze plannen is dat elke school zo snel mogelijk over fatsoenlijke huisvesting beschikt. In de plannen is een tijdpad voor de te realiseren inhaalslag opgenomen en is aangegeven welke financiële bijdrage door mijn ministerie en de openbare lichamen zal worden geleverd. Een aantal van de voornemens is reeds gerealiseerd. De Rijksgebouwendienst is door mij ingeschakeld voor het project- en programmamanagement. Op mijn verzoek heeft de dienst de plannen opnieuw doorgerekend. Uit deze doorrekening blijkt dat de kosten van onverkorte uitvoering van de plannen aanzienlijk zouden oplopen. In overleg met alle betrokkenen wordt thans bezien of op onderdelen versoberingen mogelijk zijn zonder dat dit afbreuk doet aan de doelstelling van de masterplannen. Ik zal hierover op korte termijn nader overleggen met de openbare lichamen.
Bevindingen Inspectie van het Onderwijs
In april heb ik u het Onderwijsverslag 2010–2011 toegezonden (kamerstuknummer 33000-VIII-185). De inspectie constateert onder meer dat in het basisonderwijs veel scholen een begin hebben gemaakt met de uitvoering van het verbeterplan en dat de leerprestaties voor technisch lezen en rekenen/ wiskunde zijn gestegen. Desalniettemin blijft de achterstand op veel scholen in vergelijking met Europees Nederland groot. De scholen in Caribisch Nederland moeten werken onder moeilijke omstandigheden. De inspectie wijst ook op de problemen die scholen zowel in primair onderwijs als in voortgezet onderwijs ondervinden bij het aantrekken van gekwalificeerde leerkrachten en zij signaleert een tekort aan leermiddelen. Scholen hebben moeite invulling te geven aan de wettelijke bepalingen van het Nederlands als gevolg van de uitgangssituatie van veel leerlingen wat betreft thuistaal en taalomgeving. Dit heeft ook gevolgen voor de instroom in het voortgezet onderwijs. In haar rapportages over de afzonderlijke scholen constateert de inspectie dat de verbeterplannen van de scholen aansluiten bij haar eigen bevindingen.
Bevindingen en ervaringen van de eilanden
In de gesprekken die ambtenaren van mijn ministerie met de schoolbesturen en schoolleiders hebben gevoerd, is van de kant van de scholen aangegeven dat sinds het ondertekenen van de onderwijsagenda veel acties met enthousiasme in gang zijn gezet en dat het totaalbeeld over de voortgang positief is. De scholen hebben het idee dat praktische stappen voorwaarts worden gezet en ervaren daarbij ook steun, onder andere van de kant van mijn ministerie. Sommige zaken kosten meer tijd dan voorzien. Dat geldt bijvoorbeeld voor het plan van aanpak leraren. Daar teken ik wel bij aan dat scholen op dit terrein zelf al zaken zijn gestart. Ook wordt aangegeven dat er op dit moment heel veel tegelijk moet worden opgepakt en dat er dus voor moet worden gewaakt dat de leraren en schoolleiding overbelast raken. Opgemerkt is ook dat de scholen in het verleden niet gewend waren aan regelmatig bezoek van de onderwijsinspectie. Het feit dat de inspectie nu wel regelmatig langskomt wordt als positief ervaren, evenals de wijze waarop de inspectiebezoeken in de praktijk plaatsvinden. Scholen hebben veel voordeel van de begeleiding door de schoolcoaches en willen vrijwel allemaal dat hun aanstelling wordt gecontinueerd na 2012. Schoolbesturen en schoolleiders geven aan dat het vasthouden van de stijgende lijn veel inzet van alle betrokkenen vergt. Aan de ambities moet worden vastgehouden, maar de uitvoering moet voor de scholen hanteerbaar blijven. In de overleggen is ook geconstateerd dat de samenwerking tussen het primair onderwijs en voortgezet onderwijs nog kan worden verbeterd en dat zowel het taalonderwijs als de leerlingzorg extra aandacht vergen.
Regelmatig overleg
De uitvoering van de onderwijsagenda vergt de inzet van alle betrokkenen die daarbij goed moeten samenwerken. Dat vraagt om regelmatig contact. De voornamelijk lokale medewerkers van de afdeling van mijn ministerie in de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN/OCW) onderhouden intensief contact met alle betrokkenen op de eilanden, zowel de scholen als de lokale overheden. Zij hebben de scholen en andere instellingen het afgelopen jaar onder meer geïnformeerd over de nieuwe wetgeving, workshops gegeven over arbeidsvoorwaarden, en hebben hen ondersteund bij het opzetten en versterken van het beroepsonderwijs. Ook faciliteren zij taalwerkgroepen op de eilanden. De scholen, maar ook ouders van leerlingen, kunnen met vragen bij hen terecht. Dat geldt ook voor studenten met vragen over studiefinanciering. Ook vanuit diverse directies binnen mijn ministerie in Den Haag houden meerdere medewerkers zich met Caribisch Nederland bezig en is er regelmatig contact met de betrokkenen op de eilanden.
Ook ikzelf heb regelmatig contact met de Gedeputeerden van Onderwijs en met de schoolleiders en schoolbesturen van de scholen in Caribisch Nederland. Na mijn bezoek in maart 2011 heb ik dit contact via videoconferenties onderhouden.
Samenwerking binnen het Koninkrijk
Ten slotte streef ik binnen de nieuwe staatkundige verhoudingen naar de samenwerking met de andere landen binnen het Koninkrijk. Ik heb eind 2011 met Curaçao, Aruba en Sint Maarten afgesproken om de eerste helft van 2012 te benutten om op bilateraal niveau hernieuwde samenwerkingsafspraken te maken, niet alleen op het terrein van het onderwijs maar ook op de beleidsterreinen cultuur, wetenschap en emancipatie. Daarbij gaat het zowel om samenwerking tussen de betrokken overheden alsook om samenwerking tussen instellingen in het maatschappelijk middenveld.
Tot slot
Tijdens mijn bezoek aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba in maart 2011 heb ik met leerlingen, leraren, schoolleiders, schoolbesturen en de Gedeputeerden van Onderwijs gesproken. Ik bewaar nog steeds heel goede herinneringen aan mijn bezoek aan de eilanden. Alle betrokkenen hebben toen de intentie uitgesproken om samen het onderwijs te verbeteren.
Zoals hierboven is aangegeven zijn veel zaken uit de onderwijsagenda reeds gestart. Ik constateer dat de eilandsbesturen, schoolbesturen en schoolleiders in het algemeen tevreden zijn over de voortgang.
Van de scholen is het afgelopen jaar heel veel gevraagd en ook de komende jaren zal veel gevraagd worden. In goed overleg met de betrokkenen op de scholen zal moeten worden bezien hoeveel tegelijkertijd kan worden opgepakt.
Ik realiseer me ten volle dat van de scholen in Caribisch Nederland gevraagd wordt om zaken voor elkaar te krijgen waar scholen in het Europese deel van Nederland vaak veel langer de tijd voor hebben gekregen. Voldoen aan de eisen van basiskwaliteit betekent voor de scholen dat zij in een beperkt aantal jaren moeten realiseren waarover scholen in Europees Nederland decennia gedaan hebben. Dit vergt veel inzet van de betrokkenen en een goede ondersteuning.
Ik heb er vertrouwen in dat we met succes op de ingezette weg voortgaan.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
Om de scholen te helpen bij het maken van de kwaliteitsslag worden zij sinds april 2011 ondersteund door schoolcoaches. Daarnaast zijn in het voortgezet onderwijs vanaf het begin van het schooljaar 2011/2012 docentcoaches ingezet. Elke school heeft een eigen verbeterplan opgesteld.
Daarin staat op welke manier zij de onderwijskwaliteit willen verbeteren. De schoolcoach helpt ook bij het implementeren van de verbeterplannen.
Scholen toetsen hun leerlingen regelmatig. De prestaties van leerlingen in het primair onderwijs zijn verbeterd sinds de eerste toetsafnames. Door middel van toetsen wordt er een vinger aan de pols gehouden betreffende het niveau van de leerlingen. Zo wordt inzichtelijk waar achterstanden zijn en extra inzet nodig is. De toetsen zijn aangepast aan de lokale context dankzij een aantal bijeenkomsten van lokale leerkrachten met Cito.
Alle scholen besteden extra aandacht aan taal (Nederlands, Engels en Papiaments) en rekenen. Op de eilanden zijn taalwerkgroepen ingericht. In deze werkgroepen wordt overlegd over het taalbeleid en doorlopende leerlijnen. Tevens is geld beschikbaar zodat de scholen via de werkgroepen ondersteuning kunnen krijgen van een taalexpert om hen te helpen bij het opzetten van taalbeleid.
Het geplande onderzoek naar leermiddelen in verband met de aansluiting bij de kerndoelen is niet nodig, aangezien de meeste gebruikte leermiddelen naar het oordeel van de schoolcoaches in voldoende mate aansluiten op de kerndoelen.
De handhaving van de leerplicht is een taak van de openbare lichamen. Op ieder eiland is een leerplichtambtenaar werkzaam. RCN/OCW constateert dat voor alle drie de eilanden geldt dat de samenwerking met de scholen en andere instanties beter gaat en absenties beter worden doorgegeven. De invoering van leerlingadministratiesystemen bij alle scholen is hierbij van belang. Op Bonaire en Sint Eustatius zijn leerlichtambtenaren bezig met de aanschaf van een registratiesysteem. Op Saba heeft de leerplichtambtenaar zelf al een systeem ontworpen (het gaat hier om slechts 2 scholen).
De gegevens over het verzuim tonen echter nog tekortkomingen. De leerplichtambtenaren zullen samen met de leerplichtambtenaren van Curaçao, Aruba en Sint Maarten in juni/juli een leerplichtopleiding volgen vanuit Ingrado, die bij zal dragen aan de verbetering van registratie en handhaving. De onderwijsinspectie heb ik gevraagd bij haar bezoeken, te beginnen bij haar bezoek in mei, aan de handhaving van de leerplicht expliciet aandacht te besteden. Ik zal dit zelf ook in mijn contacten met de gedeputeerden aan de orde stellen.
In de bijlage treft u een overzicht met de beschikbare gegevens over het schoolverzuim aan.1
Op basis van de verbeterplannen zijn actieplannen per school opgesteld voor de verdere professionalisering van de leraren in Caribisch Nederland. Hierin zijn prioriteiten op onder meer het gebied van de scholing van leraren aangegeven. Professionaliseringsactiviteiten vinden plaats, zoals het opleiden van enkele docenten per school tot Intern Begeleider of Zorgcoördinator. Ten behoeve van de verdere professionalisering zal eveneens gewerkt worden aan het op peil brengen en houden van de bekwaamheid van leraren.
Op het gebied van scholing is het streven vooral samen te werken met aanbieders in de regio. Hiermee wordt de lokale infrastructuur versterkt en wordt een structurele scholingsvoorziening bewerkstelligd.
Een klein deel van de leraren die momenteel werken op scholen in Caribisch Nederland, beschikt niet over een erkende onderwijsbevoegdheid. Met hen wordt gekeken naar de mogelijkheden van een aanvullende opleiding om een Nederlandse onderwijsbevoegdheid te behalen. Deze docenten volgen een assessment-traject naar analogie van het assessment voor zij-instromers in Europees Nederland. Op basis daarvan kan een maatwerktraject voor de opleiding worden vastgesteld. Inmiddels is besloten om in samenwerking met de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) de dependance op Bonaire van de lerarenopleiding voor het primair onderwijs te continueren.
Voor het aantrekken van leraren zijn middelen beschikbaar gesteld die de scholen in staat stellen om het voor (ervaren) leraren uit Europees Nederland of elders uit de regio aantrekkelijker te maken om tijdelijk in Caribisch Nederland te gaan werken.
Om de kwaliteit van de schoolleiding te versterken wordt zij ondersteund door schoolcoaches. De scholen voor primair onderwijs op Sint Eustatius en Saba zijn inmiddels een twinning gestart met scholen in Friesland. De ondersteuning van de schoolbesturen behoeft nog extra aandacht. Geconstateerd is dat door de nadruk op het op orde brengen van de bekostiging de scholingsinspanningen voor de besturen nog onvoldoende van de grond zijn gekomen.
Sinds 1 augustus 2011 is op ieder eiland een Expertisecentrum Onderwijszorg (EOZ) operationeel. Het EOZ wordt aangestuurd door een samenwerkingsverband waarin alle scholen op het eiland zijn vertegenwoordigd. Onder verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband is op ieder eiland een eilandelijk zorgplan opgesteld. De scholen hebben Interne Begeleiders en Zorgcoördinatoren die basisscholing hebben gehad en hebben een interne zorgstructuur ingericht. Met behulp van diagnostische toetsen is de zorgbehoefte van de leerlingpopulatie in kaart gebracht. Thans wordt gewerkt aan het vormgeven van het daarbij passende aanbod.
Het arbeidsgericht onderwijs (AGO) dat op Bonaire en Sint Eustatius werd aangeboden, is omgebouwd tot praktijkonderwijs. Alle scholen voor voortgezet onderwijs op de drie eilanden bieden sinds 1 augustus 2011 praktijkonderwijs aan.
De Sociale Vormingsplicht (SVP) is omgevormd naar Sociale Kanstrajecten Jongeren (SKJ). Op dit moment zijn de eilanden bezig met de inventarisatie van de jongeren die in aanmerking kunnen komen voor een sociaal kanstraject. Met de gegevens uit het bevolkingsregister wordt nagegaan welke jongeren op school zitten, welke jongeren gebruik maken van studiefinanciering, een SKJ-traject volgen, werkzaam zijn op de arbeidsmarkt of thuis zitten. Jongeren die in aanmerking komen voor een sociaal kanstraject worden actief benaderd en uitgenodigd voor een intakegesprek (net als voorheen gebeurde bij de SVP). Door het beter in kaart brengen van de jongeren zullen nu meer jongeren bereikt worden. De uitvoeringsorganen op de eilanden hebben raamplannen voor 2012 opgesteld, waarin zij de onderdelen van het sociale kanstraject, uiteenzetten. De raamplannen zijn ter goedkeuring aan de eilandbesturen voorgelegd.
Op Bonaire wordt al beroepsonderwijs aangeboden. Het grootste deel van de mbo-opleidingen op Bonaire is inmiddels erkend. In de onderwijsagenda was afgesproken dat ook op Saba en Sint Eustatius bij aanvang van het schooljaar 2011–2012 beroepsonderwijs zou worden aangeboden, maar dit bleek niet haalbaar. Per 1 augustus 2012 zal ook op Saba en Sint Eustatius beroepsonderwijs (niveaus 1 en 2) worden aangeboden. De basis hiervoor is gelegd tijdens de «Conferentie Beroepsonderwijs» van 7 – 9 november 2011 op Sint Eustatius. Vanaf maart is een campagne Promotie Beroepsonderwijs van start gegaan om ouders en leerlingen enthousiast te maken voor beroepsonderwijs. Op Saba is op 19 maart het gebouw voor beroepsonderwijs geopend.
Per september 2011 is de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt Caribisch Nederland (ROA-CN) operationeel. Zijn taken bestaan onder meer uit het adviseren over erkenning en bekostiging van opleidingen, zorgen voor de beschikbaarheid van praktijkplaatsen en het beoordelen van deze plaatsen, het doen van voorstellen over het ontwikkelen van (nieuwe) beroepsopleidingen die relevant zijn voor de regionale arbeidsmarkt en deskundigheid bieden op het gebied van kwalificeren en examineren. Op alle eilanden zijn leerbedrijven erkend en leermeesters opgeleid.
De scholen worden door RCN/OCW via brochures en bijeenkomsten geïnformeerd over wetgeving en beleid. Sinds november 2011 is een frontdesk operationeel, waar vragen over onderwijs gesteld kunnen worden.
Tijdens een bezoek in maart 2011 heeft de Inpectie van het Onderwijs de scholen geïnformeerd over het toezichts- en normeringskader dat gericht is op de te realiseren basiskwaliteit.
Het op orde krijgen van de bekostigingsgegevens heeft meer tijd gekost dan verwacht. Naast de inzet van het administratiekantoor zal het ministerie extra ondersteuning bieden.
De scholen hebben middelen gekregen voor het maken van een inhaalslag met betrekking tot de zogenaamde eerste inrichting, d.w.z. middelen voor de aanschaf van lesmaterialen en inventaris. Alle scholen hebben extra computers gekregen.
Op dit moment worden de verzuimgegevens op de drie eilanden op verschillende manieren bijgehouden. In juni/juli zal Ingrado, de vereniging van leerplichtambtenaren in Nederland, een cursus aanbieden voor leerplichtambtenaren. Deze cursus zal bijdragen aan de verbetering van de registratie en het handhavingsbeleid, met als doel het terugdringen van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. De leerplichtambtenaren worden opgeleid in de Leerplichtwet, aanverwante wetgeving, beroepshouding en kennis van hun netwerk, waardoor zij beter in staat zijn om invulling te geven aan het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet. Ik heb de verzuimgegevens aan de Inspectie van het Onderwijs gegeven en haar gevraagd in haar contacten met de scholen en leerplichtambtenaren aandacht te besteden aan het op orde brengen van de registratie als zodanig en aan de maatregelen die worden genomen om de omvang van het verzuim terug te dringen. Ik zal dit ook zelf in mijn contacten met de gedeputeerden bespreken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31568-103.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.