Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2019
In 2016 bent u geïnformeerd over de eerste benchmark door Milieu Centraal van beeldmerken
met een duurzaamheidsclaim op voedingsproducten (Kamerstuk 31 532, nr. 170). Zoals destijds aangekondigd heeft Milieu Centraal na twee jaar een tweede benchmark
uitgevoerd. De doelen van de benchmark zijn het aanbrengen van ordening in het grote
aantal op voeding voorkomende keurmerken en bedrijfslogo’s met een duurzaamheidsclaim
en te komen tot een lijst van topkeurmerken. Die lijst van topkeurmerken moet het
consumenten makkelijker maken een bewuste, duurzamere keuze te maken als zij voor
het schap van de supermarkt staan.
De basis voor de benchmark is de door Milieu Centraal in 2016 ontwikkelde beoordelingsmethodiek.
In aanloop naar de tweede benchmark heeft Milieu Centraal de beoordelingsmethodiek
geëvalueerd en in samenspraak met de deelnemers van de stakeholdersgroep en de expertgroep
aangescherpt. De ervaringen opgedaan bij de uitvoering van deze tweede benchmark zullen
worden meegenomen als over twee jaar de benchmark wederom wordt uitgevoerd.
In de tweede benchmark zijn binnen de negen onderscheiden productgroepen in totaal
95 beeldmerken beoordeeld, zes meer dan in de eerste benchmark. Vooral in de productgroep
vlees zijn nieuwe duurzaamheidslogo’s geïntroduceerd. De stijging van het totaal aantal
beeldmerken onderstreept de noodzaak om ordening aan te brengen en daarmee handelingsperspectief
te bieden aan de consument.
Het resultaat van de tweede benchmark is een selectie van 11 topkeurmerken, waar in
de eerste benchmark nog sprake was van 13 topkeurmerken. Ten opzichte van de andere
keurmerken blinken deze «toppers» uit door op de drie centrale criteria van de beoordelingsmethodiek
– ambitieniveau, controle en transparantie – minimaal een «4» te scoren op een 5-puntsschaal.
De nieuwe lijst van topkeurmerken bestaat uit: ASC, Beter Leven 2 en 3-sterren, Demeter,
EKO, Europees Biologisch, Fairtrade, KRAV, MSC, On the way to Planetproof, Rainforest
Alliance en UTZ. KRAV is een Zweedse variant van het topkeurmerk Europees Biologisch
en komt nauwelijks in Nederland voor. De andere topkeurmerken daarentegen zijn vrij
gangbaar in Nederland en staan onder meer op voedingsmiddelen in supermarkten en speciaalzaken.
Soms kiezen levensmiddelenbedrijven ervoor om niet aan te sluiten bij een keurmerk
en een eigen duurzaamheidsprogramma te ontwikkelen en daar een bedrijfslogo aan te
koppelen. Bijvoorbeeld omdat de standaard van een keurmerk niet aansluit bij het product/productieketen
of omdat die standaard naar de mening van het bedrijf niet ver genoeg gaat. Om bedrijven
te stimuleren steeds ambitieuzere duurzaamheidseisen te stellen, zijn in de tweede
benchmark door Milieu Centraal ook de «toppers» onder de bedrijfslogo’s onderscheiden.
Dit heeft geresulteerd in de selectie van de volgende zes topbedrijfslogo’s: «Samen
chocolade slaafvrij» (Tony’s Chocolonely); «Wij gebruiken duurzaam geteelde pinda's»
(Unilever); «Rijk aan smaak en gemaakt met duurzaam verbouwde groenten» (Unilever);
«Met duurzaam geteelde tomaten KNORR» (Unilever); «100% duurzaam geteelde Italiaanse
tomaten» (Unilever) en «Knorr Sustainability partnership» (Unilever).
Zoals aangegeven zal het met de nieuwe lijst van topkeurmerken voor de consument makkelijker
worden bewust te kiezen voor duurzamer geproduceerd voedsel. Een keuze voor een product
met een topkeurmerk betekent echter niet automatisch dat dit product ook voor de volle
100% duurzaam geproduceerd is. Maar de consument weet dan wel dat bij de productie
hoge eisen zijn gesteld aan de aspecten milieu, dierenwelzijn en/of mens&werk, dat
dit goed gecontroleerd wordt en dat er transparant over gecommuniceerd wordt. De topkeurmerken
dragen op deze wijze bij aan de erkenning van de waarde van voedsel.
Om (meer) bekendheid te geven aan de tien in Nederland gangbare topkeurmerken en de
betekenis daarvan, start Milieu Centraal in de loop van dit jaar een publiekscampagne.
Daarop vooruitlopend heeft Milieu Centraal zijn Keurmerkenwijzer nu al aangepast aan
de uitkomst van de tweede benchmark.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten