31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2013

In mijn brief van 23 oktober 2013 (Kamerstuk 31 524 nr. 185) heb ik aangegeven dat ik u voor het einde van dit jaar nader zou informeren over de herziening van de kwalificatiestructuur in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).

Op 20 november jl. heb ik, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, ingestemd met het door de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) voorgestelde model voor de kwalificatiedossiers mbo (met bijbehorende instructie) en het toetsingskader. Ik heb vervolgens de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven verzocht de kwalificatiedossiers te herzien volgens dit model en toetsingskader.

Daarmee kan de volgende fase in de herziening van de kwalificatiestructuur van start gaan.

Voor een succesvolle implementatie op de beoogde datum van 1 augustus 2016 en op vrijwillige basis voor mbo-scholen per 1 augustus 2015 is nodig:

  • 1) goede kwalificatiedossiers (volgens het model en toetsingskader);

  • 2) goed voorbereide instellingen, leerbedrijven en overige stakeholders om goed onderwijs, beroepspraktijkvorming en examinering te kunnen verzorgen, op basis van de herziene kwalificatiedossiers;

  • 3) aangepaste processen en registratiesystemen van mbo-scholen, kenniscentra en DUO;

  • 4) aangepaste wet- en regelgeving.

Met de herziening van de kwalificatiestructuur worden de volgende resultaten beoogd:

  • vermindering van het aantal kwalificatiedossiers en kwalificaties, waardoor mbo-scholen een doelmatiger opleidingsaanbod kunnen aanbieden;

  • kwalificatiedossiers die op mbo niveau 4 breder zijn opgezet;

  • kwalificatiedossiers waarin kennis en vaardigheden herkenbaar en duidelijk beschreven zijn;

  • kwalificatiedossiers die transparanter en eenvoudiger zijn.

Daarmee draagt de herziene kwalificatiestructuur bij aan een betere inhoudelijke aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en vervolgonderwijs, betere (macro)doelmatigheid in de mbo-sector en meer uitdagende opleidingen voor studenten.

Het gaat hier om een complexe operatie, waarbij veel actoren een eigen rol en belang hebben, met grote effecten op het onderwijs. Om deze operatie een optimale kans van slagen te geven is sterke regie noodzakelijk op de samenhang tussen en goede voortgang van bovengenoemde vier inhoudelijke componenten. Daarom heb ik een ter zake deskundige en onafhankelijk regisseur aangesteld die namens mij het opdrachtgeverschap voor alle actoren in de volgende fase vervult.

Begin 2013 ontvangt u van mij ter voorbereiding van het op 12 maart geplande Algemeen Overleg met uw Kamer over de kwalificatiestructuur mbo:

  • het model kwalificatiedossier mbo en het toetsingskader;

  • de beoogde reductie in het aantal kwalificatiedossiers/kwalificaties;

  • de planning van de gehele herzieningsoperatie.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel inzake de invoering van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor het mbo heeft mijn ambtsvoorganger u toegezegd in 2013 een evaluatie uit te voeren op de huidige kwalificatiestructuur (Kamerstuk 32 316 nr. 81). Deze evaluatie wordt momenteel uitgevoerd door Ecbo. Ecbo rapporteert mij hierover in maart 2014. De uitkomsten van deze rapportage neem ik natuurlijk mee in de herzieningsoperatie.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven